Oudste orgel van Nederland. Niet bespeelbaar. Gebouwd voor Nicolaïkerk in Utrecht, maar in 1886 naar Rijksmuseum verplaatst. Orgelkas sinds 1952 in Koorkerk in Middelburg. Studiekopie Van Stratenorgel (Reil, 2012) in Orgelpark (Amsterdam)
Bij restauratie in 2003 werd het altijd gedachte bouwjaar van 1521 in twijfel getrokken. 17e-eeuwse assemblage door Pieter Backer uit Medemblik. Bevat verschillende onderdelen uit voornamelijk 16e eeuw, mogelijk ook uit een voorganger.
Een van de slechts twee resterende orgels van de Frans-Vlaamse orgelbouwer Loys Isoré. Veel oorspronkelijk pijpwerk uit 1610 (in het Hoofdwerk). Tweede klavier (Positif) en vrij pedaal toegevoegd door fa. Flentrop in 1970-71
Bevat pijpwerk van voorgangerorgel (o.a. van Jacob van Bilsteyn rond 1445, Jan van Covelens rond 1530 en Hendrik Niehoff rond 1550). Voorgangerorgel bestond reeds in 1398. Volgens Jacob Cornelis Overvoorde was er zelfs al in 1353 een orgel, maar een bron hiervoor noemt hij niet.[1]
Oorspronkelijk in de Dominicanenkerk. In 1806 geplaatst in Sint-Servaasbasiliek. Eerste vermelding van orgel in Sint-Servaasbasiliek dateert uit 1305 (herstel bestaand orgel).
Grotendeels reconstructie door de fa. Blank en fa. Bernhardt Edskes. Van Faber resteren nog de windladen van hoofdwerk en pedaal, de Bourdon 16', twee Vox Humana 8' pijpen en het pedaalklavier.
In 1742 vernieuwd door Albertus Antoni Hinsz als zijn grootste orgel. Voorganger was mogelijk orgel van Jan van Covelens dat tussen 1520 en 1523 werd geplaatst. Oudste pijpwerk huidige orgel waarschijnlijk van Jan Morlet (1629; voorgangerorgel).
Eerste vermelding orgel in Groningen uit 1318: "enen man op de orghel te blazen" (waarschijnlijk portatief). Oudste voorgangerorgel gebouwd rond 1450. Tweede voorgangerorgel gebouwd rond 1481 (waarschijnlijk door Johan then Damme). Huidige orgel bevat pijpwerk van tweede voorgangerorgel.
Voorgangerorgel in 1558 gebouwd door Hendrick Niehoff en in 1745 verkocht aan Sint-Joostkapel. Dit orgel werd in 1904 vervangen en de orgelkas bevindt zich sindsdien in de H.H. Cosmas en Damianuskerk van Abcoude.
Oorspronkelijk gebruikt als schuilkerkorgel; in 1769 verplaatst naar klooster Soeterbeeck in Deursen. Via Gennep (1954) in 1970 in Sittard geplaatst. Het orgel is in 2010/2011 volledig gerestaureerd door Verschueren Orgelbouw. Wordt als uniek barokorgel (gestemd op 415,3 Hz) gebruikt voor eredienst en orgelconcerten.
Voorgangerorgel uit 1648 vermoedelijk gebouwd door Schonat, het huidige orgel is in de vroege 19de eeuw nog enkele keren gewijzigd door telgen van de familie Bätz
Oorspronkelijk gebouwd voor de hoofdkerk van Eupen, in 2005 naar Roermond verplaatst en in een bestaande orgelkas gebouwd, aangevuld met ander pijpwerk
Oorspronkelijk gebouwd voor de Abdij van Averbode, in 1822 overgeplaatst naar een voorganger van de huidige kerk en herplaatst in de nieuwbouw (1856-1861)
Stond oorspronkelijk in de Hersteld Evangelisch Lutherse kerk van Amsterdam. In 1951 in de Eusebiuskerk geplaatst nadat het eerdere Wagner-orgel van 1770 in 1944 verloren ging tijdens de Slag om Arnhem
Voorgangerorgel gebouwd in 1455 door Adriaan Pieterszn; was toen reeds het derde orgel van de kerk, maar mogelijk waren er destijds meer orgels in de kerk, betaald door verschillende broederschappen of gilden.
Het Marianneorgel van de N.H.-kerk te Voorburg werd in 1879 in gebruik genomen. Het Bätz/Witte-orgel was een geschenk van Prinses Marianne ter vervanging van het aan grondige restauratie toe zijnde orgel van Lambertus van Dam te Leeuwarden uit 1800. Dat orgel ging in 1878 naar orgelbouwer Haspel in Rotterdam.
Een van de eerste orgels met open front in Nederland, door de gerende gevel is de rechterzijde van het orgel dieper dan de linkerzijde. Het front is ontworpen door A.C. Bleys. Een deel van het pijpwerk stamt uit het orgel van de voorganger.
Oorspronkelijk gebouwd voor de Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam. Met 75 registers, 4 manualen en 5415 pijpen het grootste elektropneumatische orgel in Nederland.
Eerste orgel in de kerk was een portatief, dat waarschijnlijk al in 1120 wordt genoemd en daarmee mogelijk het oudste kerkorgel van Nederland was. Ook Nederlands oudste nog bestaande orgel, het Gerritszorgel, komt oorspronkelijk uit deze kerk.
Opgebouwd uit voorgangerorgels. Eerste vermelding van orgel in de kerk in 1410. Huidige orgel gaat terug op orgel uit 1534, dat waarschijnlijk door Hendrik Niehoff werd gebouwd.
↑J. A. F. Doove, Jan Claeszoon Caga en zijn orgelspelende nazaten in de zestiende eeuw. Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken noot 21 op p.170. Historische Vereniging Oud Leiden (1968). Gearchiveerd op 26 juni 2016. Geraadpleegd op 12 september 2023.