In 1902 werden al racesuccessen behaald (door Fagard) en de machines, die in Engeland onder de naam Kerry, Forge en Crownfield werden verkocht, heetten in België Saroléa Kerry.
Al voor de Eerste Wereldoorlog groeide het merk flink. In de jaren dertig werden Saroléa-motorfietsen zelfs goed verkocht in Japan. Men maakte al vanaf 1928 ook zelf de versnellingsbakken en vanaf 1929 werden de motorfietsen geheel in eigen huis gebouwd.
Saroléa bleef inbouwmotoren voor andere merken produceren. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog produceerde men een 980 cc boxer-zijspancombinatie met aangedreven zijspanwiel voor het Belgische leger.
Na de samenwerking met FN en Gillet Herstal in 1955 bouwde Saroléa nog slechts 49 t/m 250 cc tweetakten met blokken van ILO, Sachs, Mival en anderen. De 125 cc Djinn scooter was in feite een Italiaanse Rumi. In 1957, toen de productie van de 600 cc Atlantic Major eindigde, verdween het merk van de markt.
Onder deze merknaam produceerde Saroléa aan het begin van de jaren dertig gemotoriseerde bakfietsen (triporteurs). Deze werden in het algemeen uitgevoerd met 350- of 500 cc zijklepmotoren en waren vooral in Japan populair.
Al in 1902 werd door Saroléa aan wedstrijden deelgenomen. Deze werden toen nog op wielerbanen (Velodrooms) gehouden, zoals de board track races in Amerika. Maar men nam ook deel aan heuvelklimwedstrijden. Martin Fagard, in 1895 op 15-jarige leeftijd in dienst van Saroléa getreden, was een van de beste rijders, maar ook de "motor" achter de sportmodellen. Aan het begin van de jaren twintig werden Saroléa racemotoren bestuurd door coureurs als Vidal Claessens, Stobert, Tom Discry, Paul Mineur (die in 1924 zijn Mineur-motorfietsen zou gaan produceren), Marcel Debay, Maarten Flinterman, Robert Grégoire. Men bleef in de jaren twintig snelle racemotoren bouwen. In 1929 werd Arille Donis aangesteld , samen met Tom Discry werd hij verantwoordelijke voor de wedstrijdafdeling. Grégoire werd in 1931 en 1932 Belgisch kampioen voor Saroléa. Hij deed dat met de bekende "Monotube", die zijn naam dankte aan de enkele uitlaatpijp. Gilbert de Rudder (bijgenaamd "Grizzly") werd in 1935 350 cc-kampioen en in 1936 en 1937 lukte hem dat in de 500 cc-klasse. Hierna ging Saroléa zich meer op de motorcross richten. Het crossmodel van de 500 cc "Atlantic" werd in de jaren vijftig bereden door o.a. Lucien Decoster en Auguste Mingels.
In 2010 verwierf Torsten Robbens de merkrechten op Saroléa. Hij startte met de ontwikkeling van 100% elektrische modellen. In 2014 werd het eerste model, de SP7, voorgesteld. In 2018 werd de MANX7, de straatversie van de SP7, gehomologeerd.
1950: Nieuw 125 cc-model, de Supra (bekend als L'Oiseau Bleu), tevens nieuw 500 cc model (de Atlantic).
1953: 600 cc-Versie van de Atlantic, tevens nieuw model Regina met 200 cc tweetaktmotor.
1955: Badge-engineering: FN-modellen worden door Saroléa onder de eigen merknaam verkocht. Ook produceren Gillet Herstal en Saroléa dezelfde bromfietsen, die zelfs in gezamenlijke advertenties worden aangeboden.
1956: Drastische inkrimping van de modellenlijn. Aanbod van een Rumiscooter met Saroléa-logo's.
1960: Laatste productiejaar van Saroléa. Men produceerde nog bromfietsen, en de tweetaktmodellen Benjamin (98 cc), Cricket (123 cc), Century (193 cc) en het viertaktmodel Vedette (350 cc).
2010: Torsten Robbens verwerft de merkrechten van Saroléa en start met de ontwikkeling van een 100% elektrisch Saroléa model.
2014: Saroléa stelt de SP7 voor, de eerste 100% elektrische superbike.
2015: Tijdens de tweede deelname behaalt de SP7 een gemiddelde snelheid op het circuit van 100 mph (150 km/u). Hiermee treedt Saroléa als eerste Europees merk toe tot de 100 mph Club.
2018: MANX7, de straatversie van de SP7, wordt gehomologeerd op het eiland Man.
Bronnen, noten en/of referenties
Egon Duchateau, Geert Huylebroeck, Nick Jonkheere, Rick van Eycken, Luc Freson, A-Z der Belgische motoren, 2008 Motorboeken uitgeverij Freson. ISBN 978-907734-6105
Erwin Tragatsch, Alle Motorräder 1894-1981: Eine Typengeschichte. 2500 Marken aus 30 Ländern, Stuttgart 1997. ISBN 3-87943-410-7
Erwin Tragatsch, The Illustrated Encyclopedia of Motorcycles, Secaucus 1985. ISBN 0890098689
Het Motorrijwiel
John Carrol: The motorcycle, a definitive history, Smithmark publishers, New York, ISBN 0-8317-6292-6