Battolyser

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een battolyser is een apparaat dat elektriciteitsopslag (batterij) en waterstofproductie (electrolyseapparaat) in één systeem combineert.[1]

Bij het laden van de batterij gaat deze in toenemende mate functioneren als electrolyseapparaat voor de productie van waterstof.[2][3] Er worden rendementen van 80-90% geclaimd.[4] En dat terwijl de Battolyser met een beperkte elektriciteitsopslag (19 tot 24 Wh per kg, dus circa 10 % van een lithium-ion-accu) ook als accu functioneert.

Het prototype van de battolyser werd gebouwd op basis van een nikkelijzerbatterij, ook wel bekend als de Edisonbatterij.[5] Er zijn ook battolysers omschreven op basis van een loodaccu.[6]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De battolyser werd in 2015 uitgevonden door Fokko Mulder en Bernhard Weninger en werd door de TU Delft gepatenteerd.[7]

De battolysertechnologie werd ondergebracht in de spin-off Battolyser Holding B.V., opgericht in 2018 in Schiedam.[8][9]

Bij de Magnum-energiecentrale van RWE in de Eemshaven staat een industriële proefopstelling.[10][11][12]