Beleg van Venlo (1701)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben. Vanaf 23 november 2023 kunnen de niet-geverifieerde artikelen via nuweg of TBP verwijderd worden.

Het Beleg van Venlo in 1701 was een van de vele belegeringen die Venlo door de eeuwen heen kende en een stadsgevecht aan het begin van de Spaanse Successieoorlog. In 1701 begon deze oorlog wegens gebrek aan een erfopvolger. Koning Karel II van Spanje had Filips van Anjou tot troonopvolger benoemd en deze concludeerde dat de Spaanse Nederlanden nu hem toebehoorden. Als gevolg hiervan bezetten Franse troepen na een paar dagen de stad Venlo en tevens de steden Roermond en Geldern.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren voorafgaand aan de Spaanse Successieoorlog barstte de Negenjarige Oorlog (1688-1697) los, 'alleen maar' omdat Lodewijk zich bemoeide met de opvolging van de bisschop van Keulen, die ook keurvorst van het Heilige Roomse Rijk was. De Liga van Augsburg tegen Frankrijk kreeg hierdoor vaste vorm; deze bestond uit zeven mogendheden, waaronder drie protestantse en vier katholieke mogendheden. Er werden vooral in de Zuidelijke Nederlanden en in het Duitse Rijnland geweldige verwoestingen aangericht. De afloop, vastgelegd als de Vrede van Rijswijk, werd als een gelijkspel beschouwd, dat zowel volgens Frankrijk als haar vijanden een vervolg eiste. Dat vervolg kwam dus in de vorm van de Spaanse Successieoorlog.

Afloop[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat de Fransen de stad hadden ingenomen, kreeg de stad nauwelijks rust. Het jaar erop volgde het beleg van Venlo (1702), door de Republiek der Nederlanden onder leiding van stadhouder Willem III, die intussen ook koning van Engeland was geworden, Pruisen en John Churchill, hertog van Marlborough.