Christopher Cheboiboch

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Christopher Cheboiboch
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Christopher Cheboiboch
Geboortedatum 3 maart 1977
Nationaliteit Vlag van Kenia Kenia
Sportieve informatie
Discipline lange afstand
Portaal  Portaalicoon   Atletiek

Christopher Cheboiboch (3 maart 1977) is een Keniaanse langeafstandsloper, die is gespecialiseerd in de marathon.

Loppbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Op 26 april 1998 won Cheboiboch de halve marathon van Merano in 1:02.22. In 2001 won hij ook de marathon van Nashville in 2:13.28. Zijn persoonlijk record van 2:08.17 liep hij op de New York City Marathon 2002. Hiermee finishte hij als tweede met slechts tien seconden achterstand op de winnaar Rodgers Rop. Eerder dat jaar was hij ook al tweede geworden in de Boston Marathon. Een jaar later werd hij in Boston vijfde. In 2004 won hij de marathon van Leipzig en in 2005 de Rock'n Roll marathon in San Diego.

In Nederland is Cheboiboch geen onbekende. Zo won hij in 2000 de Dam tot Damloop, die toen bestond uit een halve marathon en in 2004 de City-Pier-City Loop. Een jaar later werd hij vijfde op de marathon van Rotterdam in 2:10.14.

Persoonlijke records[bewerken | brontekst bewerken]

Onderdeel Prestatie Datum Plaats
20 km 58.53 10 maart 2002 Alphen aan den Rijn
halve marathon 1:00.49 17 september 2000 Amsterdam
25 km 1:15.17 9 april 2006 Rotterdam
30 km 1:30.02 9 april 2006 Rotterdam
marathon 2:08.17 3 november 2002 New York
10 Engelse mijl 46.15 23 september 2001 Zaandam

Palmares[bewerken | brontekst bewerken]

10.000 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2003: Zilver North Rift Valley Championships in Iten - 29.02,5

10 km[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1998: Goud Gran Premio dei Re in Faro - 29.53

10 Eng. mijl[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1998: 5e South Trust Running Festival - 47.59
  • 2001: 4e Dam tot Damloop - 46.15
  • 2002: 5e Crim Road Race - 47.34

20 km[bewerken | brontekst bewerken]

halve marathon[bewerken | brontekst bewerken]

marathon[bewerken | brontekst bewerken]