Compassion in World Farming

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Compassion in World Farming is een internationale dierenbeschermingsorganisatie die opkomt voor het welzijn van de dieren in de veehouderij. Ze streeft naar een diervriendelijkere, duurzame en gezonde veehouderij, voor dieren, mensen en de aarde.

Wereldwijd vraagt ze aandacht voor het dierenleed en de verwoestende impact van de veehouderij op natuur en milieu. Compassion in World Farming (CIWF) doet onderzoeken om het verborgen dierenleed aan het licht te brengen en voert actie bij overheden voor regels en wetten om dieren beter te beschermen. Ook werkt ze met grote voedingsbedrijven om hen te overtuigen over te stappen naar diervriendelijker geproduceerd vlees, vis, zuivel en eieren, en naar plantaardige producten. CIWF werkt daarbij samen met dierenbeschermingsorganisaties in binnen- en buitenland.

CIWF ontvangt geen subsidie en is 100% onafhankelijk.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De vroegere kantoren van Compassion in World Farming gelegen aan de Charles Street, Petersfield

Compassion in World Farming werd in 1967 opgericht door Peter Roberts, een melkveehouder uit het Britse Hampshire, die zich zorgen maakte over de verregaande industrialisering van de veehouderij. Roberts leed aan de ziekte van Parkinson en werd hierdoor in 1991 als voorzitter opgevolgd door Joyce D'Silva en later in 2006 door huidig voorzitter Philip Lymbery.

Vanaf 1991 werd het hoofdkwartier verplaatst naar Godalming in Surrey. Vandaag is CIWF uitgegroeid tot de grootste organisatie ter wereld die zich 100% inzet voor dieren in de veehouderij. Ze is actief in meer dan 15 landen, waaronder Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen en Noord-Amerika.

Successen[bewerken | brontekst bewerken]

Erkentelijkheden[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2007: BBC Radio 4 Food and Farming Award voor best food campaigner/educator
  • 2007: RSPCA Special Investigation Award naar aanleiding van hun onderzoeken naar lange-afstand veetransport en de legbatterijen[2]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]