Gebruiker:Chescargot/Leo Divendal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leo Divendal
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonsgegevens
Volledige naam Leonardus Victor Divendal
Geboren 26 november 1947
Nationaliteit Nederlands
Beroep(en) Fotograaf, auteur, leraar
RKD-profiel
Website
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Leo Divendal (Heemstede, 26 november 1947) is een fotograaf, auteur en leraar.

In zijn zoektocht naar de innerlijke beleving is Divendal in de loop van de jaren meer en meer de interactie van beeld en tekst aan het verkennen en combineert hij fotografie regelmatig met proza en poëzie. Hij ontwikkelt zich in die zin tot een beeldend kunstenaar, zich bedienend van meerdere disciplines, zoals soms ook bewegend beeld. Fotografie is echter altijd zijn belangrijkste uitdrukkingsvorm gebleven, waarbij zijn foto's een poëtische en verhalende zeggingskracht hebben.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Leo Divendal is in 1947 in Heemstede geboren als vijfde van twaalf kinderen van de schrijver en publicist Herman Divendal en zijn vrouw Henriëtte Divendal-Belinfante.

Hij begon in de jaren zeventig met fotografie, hetgeen hij zich autodidactisch eigengemaakt heeft. In 1971 leerde hij de fotograaf Harm Botman (1952-2012)[1][2] kennen, waardoor hij zich veel meer in de fotografie ging verdiepen.[3]

Annelies Grimbergen is sinds 1976 Divendals levenspartner. Zij is ontwerper, eigenaar en uitvoerder van Studio Kadra. Grimbergen fungeert in praktisch alle projecten van Divendal als sparringpartner. [bron?]

In 1977 hield Divendal zijn eerste expositie, samen met Hester Graanboom (1930-1990) die droogbloem-stukken maakte.[bron?] Zij was de moeder van Harm en Machiel Botman, beide vrienden van Divendal.

In de jaren 70-80 werd hij gerekend hij tot een groep van sociaal bewogen fotografen bij wie het meer ging om het feit dat de fotograaf ter plaatse van het evenement was, dan dat een mooie foto gemaakt werd. Dit leidde tot spontane rauwe fotografie, zoals mede blijkt uit Divendals uitgebreide beeldverslagen van de grote Amsterdamse kraakacties in die periode.[4][5][6] Hij was ook als fotograaf actief voor het tijdschrift Bluf!.[7]

In 1980 maakte Divendal van fotografie zijn vak. Hij was toen 33 jaar oud.

Leo Divendal ontwikkelde zich verder door uitwisselingen met Johan van der Keuken (1938 - 2001) en de Franse fotografen Philippe Salaün (1943 - 2020), Bernard Plossu, André Kertész en Izis Bidermanas (1911-1980).[8] Salaün, een goede vriend van Harm Botman, drukte foto’s af voor allerlei Franse meesterfotografen en Divendal kwam op deze manier met hen in aanraking. Zoals Divendal Bidermanas als leermeester in de fotografie zag, zo zag hij Salaün en Botman als meesterdrukkers van de zwart-witfotografie. In 1993 maakte Divendal samen met Machiel Botman, ook fotograaf, een expositie over Bidermanas’ fotografie van Chagall aan het werk, in het Joods Historisch Museum in Amsterdam.[9][10]

Overigens waren het niet alleen fotografen die Divendal inspireerden in zijn carrière, hij putte zijn inspiratie ook uit de literatuur van schrijvers als Italo Calvino, Patrick Modiano, Bernlef, K. Schippers, Miek Zwamborn, en Ramsey Nasr, de graphic novels en tekeningen van de Franse kunstenaars  Loustal en François Avril, de beeldende kunst van Albert Marquet en Claude Monet en filmmuziek van Morandi.[bron?]

Naast het uitvoerende kunstenaarschap heeft hij gedurende zijn carrière ook voortdurend gedoceerd. Vanwege zijn achtergrond in de theaterschool begon hij in de jaren zeventig als docent dramatische expressie aan het Ashramcollege in Alphen aan den Rijn.

Hij woonde in die periode in Alphen en later in Nieuwkoop. Hij verhuisde begin jaren tachtig naar zijn geboortedorp Heemstede, waar  hij een aantal jaren een atelier had in dezelfde straat waar ook Harm Botman’s atelier was.

Divendal beperkt zich niet alleen tot zijn eigen fotografisch werk, maar functioneert ook als stimulator voor vakgenoten: als tentoonstellingsmaker organiseerde hij in samenwerking met Machiel Bosman en José Melo halverwege de jaren tachtig Foto '84 in het Fotografisch Centrum De Moor. Dit was een "alternatief circuit" van exposities, waarin de fotografen zelf hun werk selecteerden om tentoon te stellen. [11] Divendal leidde daarbij een werkgroep fotografie. Ook organiseerde hij er het Fotocafé, een maandelijks publieksprogramma over fotografie en ontmoetingsplaats voor professionele en semi-professionele fotografen.

Eind jaren tachtig verhuisde Divendal naar Amsterdam alwaar hij sinds 1993 tot 2012 fotografie doceerde aan de afdelingen fotografie en grafisch ontwerpen van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.[12][8] Willem van Zoetendaal, ontwerper en tevens coördinator van de fotografieafdeling, trok hem in 1993 aan om les te  geven en realiseerde samen met Jan de Goede en Divendal ook een fotoboek, getiteld Divendal in 1997. Van Zoetendaal fungeerde ook een aantal jaren als zijn galerie. Divendal begon vanaf dat moment regelmatig zijn werk zelf samen te stellen en in boekvorm te publiceren.

In zijn zoektocht naar de innerlijke beleving is Divendal gaanderweg meer en meer de interactie tussen taal, beeld en andere disciplines gaan exploreren. Dit heeft onder meer geleid tot zijn multidisciplinaire Piano Etudes (2015). Twintig vertellingen over de piano, een project dat ontstaan is in Brazilië gedurende de periode van zijn workshops in São Paulo. Divendal betrok daar aanvankelijk zijn studenten fotografie aldaar bij om met fotowerk op een tekst te reageren. Later breidde hij dat uit met werk van zijn ex-studenten uit Europa. In 2015 werd Piano Etudes als theaterstuk door hem geregisseerd en uitgevoerd door de actrices Mariken Bijnen en Ilke Turpijn en twee musici Tomasz Górny en Magdalena Gobeliowska met opvoeringen in theaters in heel Nederland.

Werk in het buitenland[bewerken | brontekst bewerken]

Divendals fotografie is niet tot Nederland beperkt gebleven. Hij maakte in de loop van de jaren ook veel werk in het buitenland, waar hij zich verdiepte in de culturele aspecten van zijn onderwerpen. Dat gebeurde in België, Frankrijk, Polen, Tsjechië, Engeland, Italië, Turkije, Brazilië, Portugal, en de Verenigde Staten.

Turkije[bewerken | brontekst bewerken]

Via zijn zus Veronica Divendal[13] heeft Leo een band met Turkije opgebouwd en zich verdiept in de Turkse cultuur en geschiedenis, de fotografie en literatuur. Zo leerde hij met name "Het oog van Istanbul" Ara Güler (1928-2018) en de schrijver Orhan Pamuk kennen.[14][15] Leo Divendal introduceerde het werk van Ara Güler in zijn aanwezigheid tijdens de opening van diens expositie in het Tropenmuseum.[16]

Een van Divendals bekendste werken betreffende Turkije is een fotovertelling over het dorp Kesikköprü (1993). Het is gemaakt in opdracht van Stichting Kulsan en gepubliceerd in het boek Kesikköprü, De Gebroken Brug. Het werk is tentoongesteld in Kesikköprü, in het Museum voor de Anatolische Beschaving in Ankara, en in het Amsterdams Historisch Museum. Het project werd gemaakt in drie reizen, waarbij Veronica als tolk fungeerde. Later maakte Leo Divendal op eigen initiatief de meer abstract impressionistisch fotoreeks Sea of Marmara (2000) uit fascinatie door de grote zeeschepen die aan de kust van Istanbul in de Zee van Marmara op werk wachten.

In Istanbul verzamelden Divendal en Frido Troost (1960 – 2013) op een ontdekkingsreis door de stad langs allerlei kleine zaakjes en marktjes, vroege Ottomaanse fotografie in originele afdrukken. Dit gebeurde tijdens een studiereis met Divendals studenten van de Rietveld Academie. Divendal die toen docent aan de academie was organiseerde voor de gelegenheid wandelingen door de stad, die op zintuigen verkend moest worden: elke wandeling droeg het karakter van een benoemde zintuig en de studenten werden gevraagd de stad middels die zintuig te ervaren en te verbeelden.

Frankrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Divendal heeft ook veel in Frankrijk gewerkt en dan met name in Parijs en in Vézelay in de Bourgogne. In Vézelay werkte Divendal in de winters van 2004 tot 2006 aan het project Vézelay of: de Architectuur van de winter. In de winter van 2006 verbleef hij voor een langere tijd als artist in residence in het schrijvershuis Maison Jules-Roy. Hij schreef daar een reeks gedichten, Suite Vézelienne en zijn eerste roman Een Winters Hart. Hij nodigde de componist en musicus Cees Thissen uit om op zijn poëzie muziek te componeren. Thissen componeerde de gelijknamige Suite Vézelienne voor vier stemmen. De musici Brigitte van Hagen, Sara Klein Horsman, Joep van Geffen en Bert van de Wetering voerden de Suite uit gedurende de wereldpremière in Maison Jules-Roy in de zomer van 2007. Later is dit project ook uitgevoerd in Meppel en Haarlem en in een tour door de Bourgogne in 2009. Divendal maakte voor de gelegenheid van die reprise ook nog de korte film La Marelle, een aubade aan de Franse literatuur en het hinkelspel op het schoolplein. Divendal gaf de roman, gedichten en fotografie van dit project in het Nederlands, Frans en Engels uit in eigen beheer.

Brazilië[bewerken | brontekst bewerken]

Via de Braziliaanse fotograaf Marcelo Greco heeft Divendal een band opgebouwd met Brazilië. Greco is als docent verbonden aan het educatief programma van het Museu de Arte Moderna in São Paulo. Op zijn uitnodiging kwam Divendal in de periode van 2007 tot 2020 bijna jaarlijks langs om workshops te geven aan de studenten aldaar. Divendal exposeerde ook in São Paulo in Contropunto, de expositieplaats van de Braziliaanse kunstenaar Sergio Fingerman.

Stijl[bewerken | brontekst bewerken]

Middels zijn foto's probeert hij een verbinding te maken tussen wat hij ziet en de betekenis van het beeld. Dit geeft foto's met een focus op details waaraan anders meestal geen aandacht wordt geschonken.[17] Meer specifiek, Divendal is geïnteresseerd in de relativiteit van de verschijningsvormen en de beleving van de kijker die deze veranderingen ervaart. Divendals foto's van een joods kerkhof op het Lido van Venetië zijn hiervan een voorbeeld: daar ging het niet zozeer om die kerkhof, maar "om de stenen die verzakken, die aangetast worden door het weer en worden overwoekerd. Dat zijn allemaal fasen in de verandering van de dingen."[18][19] Hetzelfde beeld komt terug in Divendals expositie van gescheurde beelden en aangetaste affiches in De Balie.[20]

Volgens kunstcriticus Cees Straus houdt Divendal zich bezig met een thema als vergankelijkheid, verlies om wat geweest is. In Een ochtend in Chalon gaat het volgens hem om een schilderachtig soort vergankelijkheid.[21]

Divendal werkte de eerste decennia bij voorkeur met zwart-wit foto's, omdat hij niet naar de kleuren van de realiteit, maar naar zijn eigen beleving van de realiteit zoekt, welke hij middels zwart-witte foto's makkelijker meent te vinden. Dit "innerlijk beleven" is voor Divendal een grotere drijfveer dan het fotograferen hoe de dingen er uiterlijk uitzien. Hij heeft in die zin een romantische visie, want hij wil vervoering meegeven aan de dingen die hij fotografeert. "De foto is een raadsel [waarin] je de tijd kunt stilzetten en dat je tevens een uitsnede maakt van de wereld die in werkelijkheid doorgaat". Dit is volgens Divendal mogelijk de enige drijfveer om zich uit te drukken: Fotografie fixeert een illusie die er in zíjn ogen is, maar ook in de realiteit. Daarnaast wordt door te fotograferen ook afstand genomen van tijd en het voorbijgaan van tijd. Dat zou volgens Divendal betekenen dat fotografie een vorm van zelfbevestiging is.[18]

Jan de Goede ervaart Divendal als volgt: "Als men zijn foto's vergelijkt met de hoeveelheid fotografische beelden die over ons wordt uitgestort als evenzovele pogingen om ons de sensatie door de strot te dwingen, dan zijn deze foto's van een verademende stilte, subtiele rimpelingen om onze zinnen te prikkelen en ons tot bezinning te verleiden. Ik ervaar de fotografie van Divendal als een vorm van poëzie. Zijn camera is het bedachtzame oog dat vanuit een beschouwende afstand dieper in de dingen tracht door te dringen. Zijn foto's zijn zo bijzonder doordat zij onnadrukkelijk en wellicht daardoor zo intens, getuigen van de ervaring van het kijken zelf."[17]

De laatste decennia is Divendal ook regelmatig in kleur gaan werken. Sinds de digitale fotografie en de mogelijkheid om meer met pigmenten te kunnen drukken op zelf gekozen papieren was het voor hem mogelijk ook kleur in een meer abstraherende en poëtische benadering te kunnen kiezen. Een van de eerste belangrijke reeksen in kleur was de reeks Sea of Marmara. Sindsdien is kleur ook regelmatig in zijn werk aanwezig.[bron?]

De fotoseries van Divendal doen veelal aan als een verhalende documentaire met poëtische beelden. Hiervan is ook Het geheim van Utrecht een voorbeeld.[22] Net zoals zijn fotografie van Vézelay in de winter. Soms gaan foto’s van Divendal vergezeld met poëzie, wat hem volgens Straus goed afgaat. Zo schreef hij bij sommige reeksen poëie, zoals ook bij de serie Een morgen in Chalon:[21]

Door het glas heen

geeft het licht

gezichten terug

en laat ze even in

mijn hoofd

ik verdwaal

in een gang

naar een vergeten kamer.

Traversant le verre

la lumière renvoie

les visages

et les laisse quelque temps

flotter dans le cerveau

je me perds

dans le couloir

de la chambre oublié.

Oeuvre[bewerken | brontekst bewerken]

Fotografie[bewerken | brontekst bewerken]

In het boek Divendal, in samenspraak met Divendal samengesteld door Willem van Zoetendaal en Jan de Goede, die ook de inleidende tekst schreef, worden drie projecten samengevoegd: vrouwenportretten, foto's gemaakt in het voormalige concentratiekamp Terezín (1992) en de in 1993 gemaakte foto's in het dorpje Kesikköprü in de Turkse provincie Ankara. Op het eerste gezicht lijken ze niks met elkaar gemeen hebben, maar toch lijken ze samen een verhaal te vertellen. Wat de foto's volgens een criticus vooral verbindt is de ogenschijnlijke tijdloosheid ervan. Het sterke van de foto's is dat zij niet schokkend of nieuw of trendy zijn. Het lijkt of Divendal niet naar de dingen kijkt die gebeuren, maar juist naar mensen en vooral ook dingen of sporen van mensen die het moment overstijgen. Uit het werk van Divendal spreekt een diepe, melancholieke stilte. Zijn foto's lijken uit een andere tijd te stammen dan de onze, uit een verleden waar nooit meer over gesproken wordt - dat er wel is, maar ergens diep weggestopt. Divendal zoekt die weg terug, in zijn herinnering. Een criticus schrijft: " De beelden roepen een gevoel van weemoed bij me op, op een stille, bijna dromerige manier, ze laten me toe me in mezelf terug te trekken, ver afgesloten van de lawaaierige buitenwereld."[23] De serie van verstilde vrouwenportretten van Leo Divendal vormt een hommage aan de kracht en schoonheid van vrouwen. De geportretteerde vrouwen bezitten niet per definitie de kenmerken die het heersende schoonheidsideaal voorschrijft. De schoonheid van deze vrouwen komt met name tot stand of wordt geaccentueerd door de intieme sfeer in de beelden. De sterke contrasten van licht en schaduw spelen hierin een belangrijke rol.[17]

Sea of Marmara (2000) bestaat uit een reeks groot gedrukte foto’s (inktjetprints) van zeeschepen voor de Turkse kust, in grofkorrelige beelden, zodat de foto's de indruk wekken van impressionistische afbeeldingen. Deze vormen als het ware ‘scheepsschimmen’, beelden die archetypisch zijn voor het verschijnsel ‘schip’. Ze doemen op uit het niets of staan op het punt weer te vervagen. Immense schepen worden schimmen wier rode kielen sterk afsteken in de mistige gloed en met enkele kleine bootjes met pendelende bemanning. De beelden geven het romantisch verlangen naar ergens aankomen of vertrekken, het verlangen naar de schepen waar je juist niét op zit.[17][24]

In opdracht van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is Divendal in 2003 met een vrachtschip naar Brazilië meegegaan als ware het in de voetsporen van de Nederlandse ontdekkingsreizigers uit de zeventiende eeuw. Als metafoor voor het leven aan boord heeft Divendal onder andere tientallen schoenen van bemanningsleden gefotografeerd. In hun blow-ups krijgen ze een monumentaal en enigszins vervreemdend karakter. Zijn andere afbeeldingen laten de binnen- en buitenwereld, het zichtbare en de suggestie van het onzichtbare, zien - een spanningsveld dat in veel van Divendals werk terugkomt. Door Stillevens van gereedschappen, foto's van pin-ups in de hutten, Portretten van de bemanning en Perspectieven toont hij de binnenwereld. De buitenwereld blijkt uit afbeeldingen van de oevers van de Amazone en het oeverdorp Mungabe en zeegezichten.[17] Het werk heeft Divendal in woord en beeld in het boek Journaal samengebracht.

Het feit dat het spanningsveld tussen het zichtbare en het onzichtbare een vast element is in het werk van Divendal was reden voor Stichting Stedelijk Fotografie Utrecht om hem uit te nodigen voor een zoektocht naar ‘het geheim van Utrecht’. De serie Geheim van Utrecht is in 2005 opgeleverd. De zesentwintig zwart-witte foto's zijn poëtische, schetsmatige beelden van verschillende plaatsen in Utrecht. In elke foto lijkt Divendal een geheim op het spoor te zijn, maar lijkt dit net te ontsnappen. Er is een suggestie van een verhaal, maar de inhoud blijft verborgen. Wat rest, zo schrijft de bijgaande flyer, is een geheimzinnige stilte.[22]

Vézelay, of: de architectuur van de winter is gemaakt gedurende meerdere lange winterverblijven van Divendal in het Franse vestingstadje Vézelay. De foto's die fragmenten van de stad tonen zijn stemmig en verstild. Er komen geen mensen voor en er zijn geen verwijzingen naar het nu. De winterse kaalheid en leegte domineren in zwart-wit. Eddie Marsman schreef hierover: "Een liefdesverklaring is het, geen groots verhaal, maar wel een verhaal van alle tijden. En daarbij past eerder de bescheidenheid van de eenvoud dan het rumoer van de overdaad. Ten overstaan van de aandachttrekkerij van zoveel moderne fotografische powerplay is die eenvoud zeer relativerend."[8] Het Frans Hals museum schrijft dat het werk van Divendal tijdloos, poëtisch en romantisch is.[24]

Gedurende zijn verblijf in Vézelay schreef Divendal de liefdesroman Een winters hart en een reeks gedichten. Deze gedichten spelen een belangrijke rol in zijn roman. De gedichten zijn bovendien op muziek gezet door componist Cees Thissen en vormen de liederencyclus Suite Vézelienne.[24] Die muziek is zowel in Vézelay als elders in de Bourgogne en in Meppel, Amsterdam en Haarlem is uitgevoerd.

Films[bewerken | brontekst bewerken]

  • In de poëtische film Tegen het vergeten (2003) voegt Divendal levensverhalen samen tot een groter verhaallijn dat over gemeenschappelijk bewustzijn en de kracht van herinneringen gaat.[25]
  • In 2009 realiseerde Leo Divendal de korte film La Marelle. (regie, scenario, fotografie & montage van zijn hand), met Lorant & Francette Hecquet, Tadeusz Wilk, Lucille Bry van de Bossche & Etienne Fery in de hoofdrollen. De film is een hommage aan de Franse literatuur en aan het schoolplein als plaats om te leren en te spelen. Het hinkelspel is de metafoor van het leven, waarlangs alle generaties gaan. De opnames zijn gemaakt in 2006 en 2009. De wereldpremière in Vézelay was in 2009.
  • In Flanders Fields (2015) is een korte film van Divendal op het beroemde gedicht van John McCrae, foto’s/film, bij een muzikale compositie van Cees Thissen. Divendal fotografeerde in de Vlaamse Westhoek kluiten aarde van door de Grote Oorlog bekend geworden plekken. De kluiten zijn steeds tweemaal gefotografeerd, eerst met label en dan zonder. Met label is elke kluit een ‘museaal object’ geworden, zonder label blijft het een mysterieuze kluit aarde, als nature morte. Deze mixte hij in een korte film met een kruipend oog over de geografische kaart van dit gebied. Onder deze beelden de gecomponeerde en door hemzelf gezongen muziek van Cees Thissen.
  • Tedere dingen (2016) is een korte film met psychotherapeut Dirk Wepster, bij diens vertrek bij Centrum ’45, over diens werkruimte en zijn praktijk en de achterliggende thema’s. Wepster is gespecialiseerd in schaamte-problematieken.

Coöperaties[bewerken | brontekst bewerken]

Divendal's fotografisch kunstwerk –ontworpen door Willem van Zoetendaal- bij een door Ivo de Wijs gekozen regel uit de Mei van Herman Gorter: 'Lachend tegen de stilte als een klok', vormde de Groenman-taalprijs die 2001 door Ivo de Wijs gewonnen werd.

Divendal heeft twintig korte literaire teksten geschreven waarin de piano een bijzondere rol speelt. Deze teksten zijn de basis gaan vormen van muziektheater-voorstelling: Piano Etudes, 20 vertellingen met een piano (2015). Ook visuele werken werden in geprojecteerde vorm daarin opgenomen, waartoe beeldende kunstenaars waren uitgenodigd om met een werk te reflecteren op de teksten.

Divendal ontwierp in 2006 het boekje Grassen rondom een ets van Han van Hagen, bij gelegenheid van het verschijnen van het boek over zijn oeuvre. Het was Han’s dochter Brigitte van Hagen die Leo verzocht een gedicht te schrijven bij een van haar vaders etsen. Zij verzocht vervolgens de componist Annette Kruisbrink er muziek op te schrijven en het resultaat werd uitgevoerd door Brigitte van Hagen zang en Marleen Veldstra viool. Het boekje Grassen toont dit gedicht bij deze door Divendal gekozen ets van Han van Hagen, en van alle drie de auteurs: Divendal, Van Hagen en  Kruisbrink staat in Grassen een tekst over het scheppingsproces van hun bijdrage.

Divendal werkte verschillende malen samen met tekenaar/linosnijder en margedrukker Peter Bekker van de Koekanger Handpers. Zo verscheen in 2005 In Confidence, een gedicht van Divendal met een door het gehele gedicht verweven linosnede van Peter Bekker. In 2012 maakten Bekker & Divendal Ontmoetingen op papier, op een gedicht van Wallace Stevens, een overdruk van de uitgave Ontmoetingen op papier ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Grafisch Centrum Groningen. Ook verscheen van de Koekangerhandpers in 2015 Cargoes, John Masefield, met foto’s van Leo Divendal. De tekst van de uitgave Steinway & Sons, verschijnen verdwijnen, gebruikte Divendal in een bewerking als een van de teksten in Piano Etudes 2015. Peter Bekker –die de expositie Cage d’Oiseaux, samengesteld door Divendal in Vézelay- naar Meppel haalde, maakte in 2008 een linosnede bij een gedicht van Theo de Jong, Cage d’Oiseaux, bij het werk van Dima Stefanova, Björn Larsson, Henk Wildschut, allen door Divendal geselecteerd.

Divendal ontwierp in 2018 het cahier Emily Dickinson op liefde en dood Emily ontmoet Elly, met gedichten van Emily Dickinson en Elly de Waard. Het boekje fungeerde als tekstboek bij de door Cees Thissen op muziek gezette en met zijn koor uitgevoerde gedichten. Divendal illustreerde de gedichten met de fotoreeks banjeren (Terschelling 199…)

Divendal werkte in 2004 samen met stedenbouwkundige Enno Zuidema. Hij nodigde Divendal uit om zitting te nemen in een team dat de opdracht had gekregen van Ontwikkelingsmaatschappij Stadshavens Rotterdam een onderzoek te doen naar ‘identiteit en imago van de Stadshavens in het licht van de transformatie.’ In dat team (met nog eigen werkteams) zaten behalve stedebouwkundige Enno Zuidema, Roel Bakker van BSGV voor stedebouw, Ivo Nio, stadssocioloog en Leo Divendal. Zijn vrije rol was een fotografische impressie te geven van de kwaliteit van dit gebied. Dit alles resulteerde in het Havenschrift  waarin Divendals werk substantieel werd opgenomen. 

Een geschakeld vijf-luik van vijf losse werken werd later door Divendal gebruikt, in een expositie bij Gallerie van Zoetendaal in… en in de expositie L’Oeuil de Nord over Nederlandse fotografie in het Maison Européen de la Photographie in Paris werden twee van de Rotterdamse werken sterk vergroot opgenomen. In de in de Kunsthal in Rotterdam gehouden expositie en het gelijknamige boek Zoet en Zout uit 2012 kozen samensteller Maartje van den Heuvel en Tracy Metz een van deze grote werken. Divendal schonk in 2020 de Rotterdamse werken, bestaande uit het grote vijf-luik en de twee grote op zichzelf staande werken aan het Maritiem Museum in Rotterdam die ze met instemming van directie en curatoren in de collectie hebben opgenomen.

Divendal werkte in 2014 samen met beeldhouwer Wessel Bezemer, die hem uitnodigde korte teksten te schrijven waarop hij wilde reageren met een reeks kleine beeldjes , voor het feest van de geest in de Voorhof in Westerbork. Divendal schreef 17 haiku’s en bundelde deze reeks met afbeeldingen van de beeldjes van Bezemer in een kleine door Divendal ontworpen uitgave in een beperkte editie.

Divendal werkte in 2009 op diens verzoek met kunstenares Margot de Jager (schilderijen) samen in een project getiteld Waterland. Gemeenschappelijk werden een aantal reizen gemaakt door Waterland (gebied boven Amsterdam) om impressies op te doen en ‘materiaal’ te verzamelen. Het onafhankelijk van elkaar gemaakte werk van beide kunstenaars werd gepresenteerd in Galerie Piet Knook in Edam.

In 2013 werkte Divendal samen met fotograaf Marcelo Greco voor een expositie in Espaço Ophicina in São Paulo, getiteld Internal Affairs. Divendal toonde er In Flanders Fields, Hotel du Nord, No Matter, Marceo Greco Internal Affair.

In 2013 werkte Divendal samen met ontwerper Victor Levie die een monument Tekens in Westerbork had ontworpen voor Kamp Westerbork, bestaande uit vijf ‘graftombe’- vorm voor elk concentratiekamp. Een gedetailleerde uitleg en verantwoording van de getallen is te vinden in het boek Tekens in Westerbork, geschreven door Carry van Lakerveld, waarvoor Divendal de ‘graftombes’ fotografeerde. De verschillende "huizen" verwijzen naar de verschillende bestemmingen van de deportatietreinen die tussen 1942 en 1944 vanuit Westerbork vertrokken: Sobibor, Mauthausen, Bergen-Belsen, Auschwitz en Theresienstadt. Op elke trein staat het aantal gedeporteerden vermeld, alsmede het aantal mensen dat in het kamp is omgekomen.

In 1989 maakte Divendal samen met kunstenaar Johan Breuker een reis langs Italiaanse villa-tuinen in de Veneto, wat resulteerde in de expositie : Italiaanse tuinen met kunstenaar Johan Breuker in Het oude Slot in Heemstede.

In 2001 organiseerde Divendal in de Uilenburger Synagoge in Amsterdam het project De Plaatsvervangster, over het model in de fotografie, hij exposeerde er vrouwenportretten tezamen met Aysel Bodur’s zelfportretten. Hij organiseerde een publieksprogramma met interviews, met Rineke Dijkstra door Leo Divendal, Carla van de Puttelaar en Isabelle Mège

In 2018, op 28 november, hield Divendal een inleiding op het werk van Garry Winogrand in de Amsterdamse Bioscoop Rialto bij de vertoning van een documentaire over deze Amerikaanse fotograaf

In 2008 schreef Divendal ‘Op de vleugels van de wind’, een inleiding op verzoek van beeldhouwer Pépé Grégoire voor zijn boek Beelden-Sculptures.

In 1991 is onder zijn en Adriaan Monshouwers coördinatie in het voormalige Canon Image Centre de tentoonstelling Hardop dromen van Johan Vigeveno’s (1943-2000) werk gemaakt. Ook stelde Divendal met Monshouwer een expositie samen over jonge Hongaarse fotografie, die werd getoond in De Moor en de Canon Galerie.

Harm Botman betrok hem bij het Spaarnestadfotoarchief in Haarlem, om dat rijke archief te verkennen en te openen en er samen met hem en onder andere Frido Troost een grote expositie over te maken. Later, begin jaren negentig, maakte Divendal vijf exposities en publicaties met werk gekozen uit het Spaarnestadarchief.

In 1991 stelde Divendal geassisteerd door Nicole Segers de grote internationale expositie over de fotografie als theater: De Vierde Wand samen. Een expositie met werk van 43 fotografen uit binnen- en buitenland ,in de Oude Kerk in Amsterdam in een ontwerp van Victor Levie. Daarna werd deze expositie nog getoond in Groningen in het CBK en in Maastricht in het Provinciehuis.

Hij vroeg ook 43 internationale schrijvers op een foto te reageren van een van de deelnemende fotografen, wat resulteerde in het gelijknamige boek De Vierde Wand, ontworpen door Victor Levie en uitgegeven door Fragment Uitgeverij in Amsterdam.

In 2003 maakte Tamara Miranda de documentaire film: Tegen het vergeten, over het verliezen van geheugen en herinneringen. Ze vroeg Leo Divendal om als fotograaf in de film te figureren, aan het werk en in uitspraken. Hij werd gefilmd op een aantal door hem uitverkoren locaties, zoals in Antwerpen aan de haven en in de Jardin du Luxembourg in Parijs, in en rondom een oude carrousel. De film werd geproduceerd door Bonanza Films Harmen JB Macrander, met researcher Lies Janssen, met cameraman Vladas Naudzius, geluidsman Bouwe Mulder en editor gys Zevenberen.

Overige[bewerken | brontekst bewerken]

  • Divendal's fotografisch kunstwerk dat geïnspireerd is op een door Ivo de Wijs gekozen regel uit de Mei van Herman Gorter: 'Lachend tegen de stilte als een klok', vormde de Groenman-taalprijs dat in 2001 door Ivo de Wijs gewonnen werd.[26]
  • Divendal heeft twintig korte literaire teksten geschreven waarin de piano een bijzondere rol speelt. Deze teksten zijn de basis gaan vormen van muziektheater-voorstelling: Piano Etudes, 20 vertellingen met een piano(2015). Ook visuele werken werden in geprojecteerde vorm daarin opgenomen, waartoe beeldende kunstenaars waren uitgenodigd om met een werk te reflecteren op de teksten.[27]
  • Nomads and shelter (2016), een workshop van Divendal in São Paulo, waarvan hij een sfeervolle documentaire heeft gemaakt.[28]

Tentoonstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1978: Divendal verzorgde in 1978 met Han van Hagen en anderen de eerste tentoonstelling in het toen net geopende gemeentehuis van Nieuwkoop. Divendal leverde een honderdtal foto's met de thema's mensen in Nieuwkoop, de beroepen die er worden uitgeoefend en het straatbeeld en de natuurgebieden in en rond de gemeente van Nieuwkoop.[29]
  • 1980: Samen met Joop Blom en anderen droeg Divendal bij aan een fotoboek dat deel uitmaakte van de eerste uitgebreide beeldverslagen van de grote Amsterdamse kraakacties die in de periode van 1979-1980 gaande waren.[4]
  • 1980: Later dat jaar had hij een tentoonstelling in het Nieuwkoopse Reghthuys. Deze tentoonstelling werd geopend door collega en stadsgenoot Han van Hagen. De tentoonstelling was zonder thema en bevatte dan ook zwart-wit foto's dat varieerde van etalagepoppen in Londen tot landschappen in Engeland, Frankrijk en Italie, hetgeen representatief voor Divendal's werk van de late jaren 70 was.[30]
  • 1980: Heemstede, Atelier Galerie De Bleeker, “Photographies de Paris” , Leo Divendal en Harm Botman.[3]
  • 1983: Tentoonstelling met foto's met kinderen die op straat spelen, op school zitten, met hun grootouders onderhouden. In de Populier aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam.[31][32]
  • 1983: "Venetië in fotografie", een tentoonstelling van Divendal samen met Els Hansen.[33]
  • 1983: In de tentoonstelling "Zien en gezien worden, fotografische zelfbespiegeling in Nederland van circa 1840 tot heden" laat Leo Divendal zijn gezicht in een regenton weerspiegelen.[34]
  • 1984: "Foto '84". Onder leiding van Leo Divendal, Machiel Botman en José Melo en in samenwerking met cultureel centrum De Populier/Balie worden 18 exposities als "alternatief circuit" georganiseerd, waarin exposanten zelf hun te tentoonstellen werk zelf samenstellen.[11] Divendals eigen werk is hier te zien onder de titel Het Mystery in het Shaffytheater te Amsterdam[3]
  • 1984: Gescheurde beelden en aangetaste affiches, een expositie in samenwerking met Machiel Botman[35] in De Balie.[20]
  • 1985: Tentoonstelling met Lia van Rhijn in atelier/galerie
  • 1986: A Priori expositie[18]
  • 1986: Fotografie en poezie, tentoonstelling van het Amsterdamse Cultureel Centrum De Moor, en onder leiding van Divendal. De fotografen hadden de opdracht de poëzie van Federico Garcia Lorca met hun beelden te interpreteren.[36]
  • 1991: Hardop dromen, een tentoonstelling van Vigevenos onder Divendals en Adriaan Monshouwers coördinatie, in het voormalige Canon Image Centre. [37]
  • 1993: Tentoonstelling 'Izis fotografeert Chagall', samengesteld door Divendal en Botman[10]
  • 1995: Expositie Kesikköprü in het Capi-Lux Vak, Amsterdam[21]
  • 1995: Een morgen in Chalon, expositie in galerie A'pert, Amsterdam.[21]
  • 1995: Fotoserie De tafel van Terezín, gemaakt in Theresienstadt. Joods Historisch Museum.[38]
  • 1996: Tentoonstelling Kesikköprü- De gebroken brug in het Amsterdams Historisch Museum.[39]
  • 1997: Unbeschreiblich Weiblich[40]
  • 1997: Tijdens het Noorderlicht exposeert Divendal met een selectie foto's die hij maakte voor zijn boek Divendal.
  • 2001: Presence[41]
  • 2003: The Sea of Marmara serie geëxposeerd gedurende de tentoonstelling Havengezichten in het gemeentemuseum van Den Haag
  • 2004: Scheepvaartmuseum Amsterdam: Man at Sea. Beeldrapportage van Divendals reis op een vrachtschip naar Brazilie. Van deze reis heeft Divendal ook het boek Journaal geschreven, waarin zijn dagelijkse aantekeningen met de gemaakte foto's vergezeld gaan. .
  • 2008: The Sea of Marmara enVézelay, of de architectuur van de winter, een tweeluik-tentoonstelling in het Frans Hals museum, Haarlem.[24]
  • 2011: Amsterdam, Arti et Amicitiae, De kunstenaar en zijn collectie; Leo Divendal.[3]

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Divendal heeft veel over fotografie geschreven. Hij schreef eerst korte tijd recensies voor Dagblad De Waarheid en toen dat op hield te bestaan voor langere tijd voor het Haarlems Dagblad. In het maandblad Foto schreef hij een rubriek getiteld ‘singles’, een korte tekst bij een foto.

Kranten en tijdschriften[bewerken | brontekst bewerken]

Divendals column in De Waarheid:

  • Leo Divendal, José Rodrigues e.a., A priori fotografie, Amsterdam (Makkom) 1986[43][18][44].
  • Leo Divendal, Het meer van onze geest, in Haarlems Dagblad 5 december 1986 (idem in IJmuider Courant).[45]

Divendals artikelen in het Haarlems Dagblad:

  • "Fotografie in Haarlem", in Haarlems Dagblad 6 juni 1987.[46]
  • "Reis door Breitners tijd. Haarlemmer Harm Botman redt fotowerk van schilder", in Haarlems Dagblad 2 juni 1988.[3]
  • "De verbeelding van Leiden: een opmerkelijk fotoboek", in Haarlems Dagblad 21 juli 1988.[47]
  • "Taco Anema organiseerde groepsportretten. Boek en tentoonstelling over Holland Festival fotografie", in Haarlems Dagblad 16 juni 1988.[5]
  • "De associatie tussen Polen en Polen. Foto-installatie in Historisch Museum", in IJmuider Courant/Haarlems Dagblad januari 1988.[48]
  • "Michel Szulc Krzyzanowski wil van fictie realiteit maken", in Haarlems Dagblad 19 oktober 1989.[49]
  • "Wessing krijgt Capi-Lux-Alblas-prijs", in Haarlems Dagblad 13 april 1989.[50]
  • "Ruimte verbindend element op het platte vlak". Foto-expositie bij galerie Rumpff, in Haarlems Dagblad 23 september 1989[46]
  • "Kors van Bennekom fotografeert intiem, maar niet voyeuristisch", in Haarlems Dagblad 24 februari 1989.[51]
  • "Speuren naar geur en hondsdraf", in Haarlems Dagblad 12 juni 1990.[52]

Overige publicaties in kranten en tijdschriften:[bewerken | brontekst bewerken]

  • Leo Divendal, "en ik het licht nu eenmaal zo versta". Fotografie en literatuur in de GKf, in Foto 47 (juni 1992) 6, p. 47-62.[53]
  • Leo Divendal, Oscar van Alphen verandert de foto, in De Journalist 27 maart 1992, p. 32-33[54]
  • Leo Divendal, "Ode aan Hermine", De Revisor (1998) 25e jaargang, nr 2; omslag, p. 2, 4, 25, 43, 62
  • Een foto uit de "Isabelle" serie van Divendal is getoond in Anna Heyward's "The Opposite of a Muse", in The New Yorker, 2016.[55]
  • Harm Botmans (1986) 4x1=4 kunstenaarsmap. Bijdrage van Divendal.[3]
  • Leo Divendal, Paris Mortel is nu onsterfelijk, op PhotoQ.nl, 7 november 2013.

Boeken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ger van der Most et al (1982), Nieuwkoop, beelden en fragmenten, Noorden: Bert Post. Divendal draagt bij met foto's.
  • Leo Divendal (1991), Het glazen oog, Spaarnestad: Fotoarchief/Luna Negra.[42]
  • Leo Divendal (1991) (red.), De vierde wand. De foto als theater, Amsterdam.[50]
  • Leo Divendal (1991), Milli Perkins: een transparante herinnering.
  • Leo Divendal (1992), Een verborgen gezicht: de zaak Stavisky.
  • Leo Divendal, De paarderuggen van Kertész, of oponthoud in een vrije val, Haarlem/Amsterdam (Spaarnestad-Fotoarchief/Luna Negra) 1992, p. 8 (serie: Uil het archief in het archief).[56]
  • Leo Divendal, De wasvrouwen van Coïmbra. Herinneringen aan de ruimte. Haarlem/Amsterdam (Spaarnestad-Fotoarchief/Luna Negra) 1993, p. 31.[57]
  • Leo Divendal (1996), Kesikköprü = De gebroken brug, Fotoboek over het alledaagse leven in een klein Turks dorp
  • Jan de Goede, Willem van Zoetendaal (tekst) en Leo Divendal (foto's) (1997), Divendal, Basalt Publishers.[58]
  • Leo Divendal (2006), Journaal : een scheepsreis van 5 tot 29 december 2003 op het MS Brazilian Confidence : Antwerpen-Mungabe-Barcarena [59]
  • Leo Divendal (2007), Een winters hart, (roman), eigen uitgave.
  • Leo Divendal (2007) Suite Vézelienne, gedichten en foto’s.

Erkenningen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1982: Gouden Polaroid Camera van het tijdschrift Zero
  • 1987: De Maria Austria-prijs[60] werd in 1987 aan Divendal uitgereikt "voor zijn niet-aflatende inzet om voor de hedendaagse Nederlandse fotografie een geïntegreerde plaats in de samenleving te creëren."[61]
  • 1987: Werkbeurs Beeldende Kunsten WVC.[62]
  • 2001: Werkbeurs oude stijl.[62]

Lidmaatschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Leo Divendal van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


DEFAULTSORT:Divendal, Leo

Categorie:Nederlands fotograaf