Naar inhoud springen

Gebruiker:Harodeb/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Razzia in Twente[bewerken | brontekst bewerken]

In de Tweede Wereldoorlog vond op 13, 14 en 15 september 1941 in Twente een razzia plaats onder de joodse mannelijke bevolking. Er werden 105 joodse mannen opgepakt: 66 in Enschede, 10 in Hengelo (Overijssel), 10 in Almelo, 1 in Borne (Overijssel), 2 in Delden (Overijssel), 3 in Denekamp, 3 in Goor, 2 in Haaksbergen en 8 in Oldenzaal[1]. De mannen werden omgebracht in concentratiekamp Mauthausen. De razzia in Twente was de derde grote razzia in Nederland, na de twee razzia's in Amsterdam, in februari 1941 en juni 1941, die beschreven worden in de razzia van Amsterdam.

Aanleiding[bewerken | brontekst bewerken]

In de zomer van 1941 en daags voor de razzia in Twente waren door het lokale verzet sabotagedaden gepleegd, namelijk het doorknippen van militaire telefoonkabels van de Wehrmacht. De Duitse bezetter gaf aan dat de daders zich moesten melden onder dreiging van represailles.

Razzia[bewerken | brontekst bewerken]

Op 13, 14 en 15 september werden de 105 joodse mannen opgepakt door de Sicherheitspolizei en de gemeentepolitie van Enschede, Hengelo en de andere gemeentes waar de razzia plaatsvond[2]. De mannen werden bijeengedreven in een gymnastieklokaal van het Stedelijk Lyceum Enschede aan de Beltstraat[3] achter het politiebureau van Enschede. Het was een willekeurige greep uit de joodse bevolking van Twente: vroom en seculier, jong en oud, vrijgezel en huisvader, arm en rijk.

Begin 1941 was in Enschede de registratie van de joodse bevolking begonnen. De door de gemeente verzamelde registratieformulieren werden naar de Sicherheitspolizei gestuurd. Deze registratie vormde de basis van de uitvoering van de razzia en de deportaties.

Deportatie[bewerken | brontekst bewerken]

Vanuit Enschede werden de mannen op 16 september 1941 per trein gedeporteerd in een transport naar concentratiekamp Mauthausen, waar zij binnen elke weken of maanden werden vermoord. Vanuit het kamp werden doodsberichten (Sterbeurkunden) gestuurd die door medewerkers van de Joodse Raad in Enschede bij de nabestaanden werden bezorgd.

Reacties in Twente[bewerken | brontekst bewerken]

De schok in Twente was groot. Op 15 september 1941 kwamen geestelijken, protestants en katholiek, bijeen in de Grote Kerk in Enschede om hun positie te bepalen. Zij dienden een formeel protest in bij Friedrich Christiansen, bevelhebber van de Wehrmacht in Nederland. Dominee Nanne Zwiep bracht een bezwaarschrift naar hem in Den Haag.

Ook de burgemeester van Enschede, Johan Rückert, protesteerde in een brief d.d. 5 november 1941 tegen de door de Duitse instanties gevraagde medewerking van agenten van de gemeentepolitie en lokale veldwachters aan de razzia. Na aanvankelijk een toezegging bij brief d.d. 14 november 1941 van Secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Karel Johannes Frederiks, dat de medewerking niet meer zou worden ingeroepen, werd deze toezegging door de SS-er Hanns Rauter die leiding gaf aan het Generalkommissariat für das Sicherheitswesen herroepen[4].

Achtergebleven gezinnen waren opeens man, zoon, vader kwijt en hulp kwam op gang voor de Joden in Twente. Een belangrijke rol bij deze hulp speelden dominees Leendert Overduin[5] en Nanne Zwiep, andere geestelijken en burgers die Joden lieten onderduiken, in samenwerking met de Joodse Raad van Enschede.

Herdenking[bewerken | brontekst bewerken]

In Enschede wordt elk jaar in september een herdenking gehouden in de synagoge. In november 1991 werd een herdenkingsmonument naast de hoofdingang van de synagoge onthuld dat ontworpen is door Appie Drielsma. Ook in concentratiekamp Mauthausen staat een monument waarop de namen van de slachtoffers voorkomen.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Marjolein J. Schouten (2003). De Twentse Paradox. Walburg Pers, p. 67. ISBN 90.5730.246.2.
  2. [| L. de Jong]. Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945, pp. 558-560.
  3. Ab Gellekink, Vroege razzia waarschuwde Enschedese Joden. Geraadpleegd op 28 december 2020.
  4. Marjolein J. Schouten (2003). De Twentse Paradox. Walburg Pers, pp. 68-69.
  5. Willy Berends, Cars Bijlstra, Documentaire: Het geweten van een stad (4 mei 2020). Geraadpleegd op 28 december 2020.