Naar inhoud springen

Gebruiker:Meergem/kladblok/WMO

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een Nederlandse wet die vastgesteld is in 2006. De wet vormt de basis van het stelsel van Zorg en Welzijn. Dit stelsel bestaat naast de Wmo ook uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Wmo verving de Welzijnswet 1994, de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Invoering door het Rijk[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wmo zijn er aanzienlijke veranderingen in het wetsontwerp doorgevoerd. Allereerst werd in de wet opgenomen de plicht burgers keuze te bieden uit een natura-voorziening of een persoonsgebonden budget, waarmee de zorg of hulp zelf ingekocht kan worden. Daarnaast is de compensatieplicht opgenomen d.w.z. de beperkingen (zoals huishoudelijke beperkingen) die iemand ondervindt worden gecompenseerd door voorzieningen aan te bieden. De invoeringsdatum is ook opgeschoven naar 1 januari 2007.

In feite beslaat de Wmo nu :

  • woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen (voorheen via de WVG)
  • het oude welzijnsbeleid (voorheen via de Welzijnswet 1994)
  • de huishoudelijke verzorging (voorheen via de AWBZ)
  • de bestrijding van huiselijk geweld
  • de verzorging van Vrouwenopvang
  • de zorg voor dak- en thuislozen (Maatschappelijke Opvang)

De verwachting was dat op termijn meer onderdelen van de AWBZ naar de Wmo zouden worden overgeheveld. Anno 2009 is daarvan nog geen sprake. Wel zijn onderdelen uit AWBZ geschrapt (de psycho-sociale grondslag bijvoorbeeld) waardoor een toeloop naar gemeentelijke loketten wordt verwacht. De gemeenten zijn hiervoor dan ook financieel gecompenseerd.

Uitvoering door gemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

De Wmo wordt uitgevoerd door de gemeenten.Vanuit de Wmo zijn gemeenten verplicht een Wmo-loket te openen. De burger moet via dit loket toegang krijgen tot alle Wmo-voorzieningen.

Gemeenten hebben veel beleidsvrijheid om de uitvoering zelf vorm te geven waardoor de uitvoering per gemeente sterk kan verschillen. Onder de Wmo zijn veel gemeenten de huishoudelijke hulp gaan aanbesteden. Om het verschil met het systeem voor 2007 duidelijk te maken spreken zij over Hulp bij het huishouden.

De regering verwacht dat gemeenten via de Wmo de zorg flexibel kunnen verstrekken en een grotere inzet van mantelzorgers en vrijwilligers kunnen realiseren. De verwachting is dat de kosten voor de AWBZ zo worden teruggedrongen. Deze kostenbesparing verwacht de regering te kunnen realiseren door de gemeente een budget te geven voor de uitvoering van de Wmo. Eventuele tekorten zullen door de gemeente zelf gedragen moeten worden.

In het eerste jaar is veel onrust ontstaan onder thuiszorgorganisaties. Ze constateerden dat veel gemeenten vooral de goedkopere alpha-hulp indiceerden. Bij de aanbesteding die vooraf ging aan de invoering van de Wmo hadden de thuiszorginstellingen daar niet op gerekend met als gevolg dreigende ontslagen van hoger opgeleid personeel en tekort aan alpha-hulpen. Veel gemeenten hebben hierop nieuwe afspraken gemaakt met de thuisorganisaties waarmee zij contracten hadden afgesloten. Deze afspraken hebben veelal de vorm van overgangsregelingen.

Kosten en middelen[bewerken | brontekst bewerken]

Via het gemeentefonds ontvangen gemeenten in 2010 € 1,626 miljard voor de uitvoering van de Wmo. Gemeenten kunnen een eigen bijdrage voor voorzieningen vragen maar dit hoeft niet. Als men een bijdrage vraagt zijn door de minister in een AMvB regels gesteld.

VWS en VNG hebben een onafhankelijke partij gevraagd om de hoogte van de uitvoeringskosten te bepalen. Deze zijn vastgesteld op € 67 miljoen ( € 60 miljoen + € 7 miljoen voor vergoeding van uitvoering cliënttevredenheidsonderzoek).

In verband met het opschuiven van de invoeringsdatum naar 1 januari 2007 hebben gemeenten éénmalig 30 miljoen euro extra gekregen voor de invoeringskosten. Deze € 30 miljoen is bovenop de reeds beschikbaar gestelde € 45 miljoen gekomen. (totaal dus €75 miljoen). In dit bedrag zijn de kosten die het Rijk maakt voor de ontwikkelpilots niet inbegrepen.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Sociale zekerheid in Nederland]] [[Categorie:Gezondheidszorg]] [[Categorie:Welzijnszorg]] [[Categorie:Nederlandse wet]]