Gebruiker:Natuur12/Johannes Philippus Suijling

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johannes Philippus Suijling
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke gegevens
Geboren 's‑Hertogenbosch, 4 september 1869
Overleden Den Haag, 14 juni 1962
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlandse
Werkzaamheden
Universiteit Universiteit Leiden
Universiteit Utrecht
Proefschrift De statutentheorie in Nederland gedurende de XVIIe eeuw
Promotor Hendrik Jacobus Hamaker
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

Johannes Philippus Suijling ('s‑Hertogenbosch, 4 september 1869Den Haag, 14 juni 1962) – ook wel eens geschreven als Suyling – was een Nederlands rechtsgeleerde, rechter en hoogleraar. Hij was als hoogleraar verbonden aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht. Hij legde zich onder andere toe op het internationaal recht, het burgerlijk recht en het internationaal privaatrecht.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Johannes Philippus Suijling werd geboren op 4 september 1869 in 's‑Hertogenbosch. Zijn vader was de vishandelaar Jacobus Suijling en zijn moeder Maria Pieternella Baggerman. In zijn geboortestad ging hij naar het gymnasium en 1888 begon hij als student aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1893 aldaar bij Hendrik Jacobus Hamaker op het proefschrift De statutentheorie in Nederland gedurende de XVIIe eeuw. Hamaker had Suijling ertoe aangezet om te promoveren op een rechtshistorisch onderwerp.

Na zijn wetenschappelijke promotie keerde Suijling terug naar 's‑Hertogenbosch waar hij begon als advocaat en procureur. Hij had echter de ambitie om rechter te worden maar hiervoor moest hij zichzelf eerst bijscholen. Dit deed hij onder andere tijdens een studiereis naar Berlijn en een studiereis naar Parijs. Toen hij terugkeerde van zijn verblijf aldaar stortte hij zich op het burgerlijk procesrecht en het burgerlijk recht wat er weer toe leidde dat hij zich ook verdiepte in het publiekrecht en tot slot het internationaal recht. In 1900 werd hij – na eerst een korte tijd als plaatsvervangend rechter te hebben gewerkt – benoemd tot rechter in de arrondissementsrechtbank gevestigd in 's‑Hertogenbosch. Hij plaatste kritische kanttekeningen bij het het ontwerp-Beroepswet van Jan Loeff (periode 1901-1905) wat ertoe leidde dat hem gevraagd werd om over te stappen naar het Ministerie van Justitie. Hij was van 1903 tot 1911 werkzaam als raadadviseur in Den Haag voor het Ministerie van Justitie.

Suijling werd in 1907 benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit Leiden met als leeropdracht Het Volkenrecht. Hij aanvaardde dit ambt met de rede Critische Rechtswetenschap en Volkenrecht. In 1911 maakte hij de overstap naar de Universiteit Utrecht waar hem een gewoon hoogleraarschap in het burgerlijk en internationaal privaatrecht toebedeeld werd. Ter aanvaarding van dit ambt sprak hij de rede Het Wereldverkeer in het privaatrecht uit. In Utrecht begon hij ook aan zijn hoofdwerk, namelijk: Inleiding tot het burgerlijk recht. Gedurende het collegejaar 1925–1926 vervulde hij de functie van rector magnificus. In die hoedanigheid sprak hij de rede Kartel en trust in het privaatrecht. In 1925 was hij een van de oprichters van het Fonds ten behoeve van Indologische Studiën waarvan hij tot 1947 voorzitter van de wetenschappelijk raad hiervan. Hij was sterk voor het behoud van Nederlands-Indië en het oprichten van een universiteit aldaar. Suijling bleef tot en met 1929 was hij verbonden aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Utrecht. Dat jaar nam hij wegens gezondheidsredenen ontslag. Nadien hield hij zich voornamelijke met het voltooiden wan zijn hoofdwerk.

Hij overleed op 14 juni 1962 in Den Haag.

Publicaties (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • De statutentheorie in Nederland gedurende de 17de eeuw. 's‑Hertogenbosch 1893
  • Critische rechtswetenschap en volkenrecht. Leiden 1907
  • Het wereldverkeer in het privaatrecht. Haarlem 1911
  • Volkenrecht en politiek. Utrecht 1915
  • Levend en stervend recht. Haarlem 1947
  • Inleiding, tot het burgerlijk recht.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
Hugo Frederik Nierstrasz
Rector magnificus van de Universiteit Utrecht
1925–1926
Opvolger:
Arie Noordtzij