Gebruiker:Stunteltje/Kladblok/Parimar (schip, 1961)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Griekenland
PARIMAR
De Griekse kustvaarder PARIMAR in brand op het strand bij Scheveningen
Geschiedenis
Werf N.V. Scheepsbouwwerf v/h De Groot & van Vliet, Slikkerveer
Bouwnummer 343[1]
Kiellegging 14-04-1961
Tewaterlating 11-08-1961[2]
Datum oplevering 14-10-1961
Thuishaven 1961 Rotterdam
1974 Piraeus
1976 Limassol
1979 Panama
Eigenaren
Vroegere eigenaren 1961-1973 Marinus Smits, Rotterdam
1973-1974 Lönborg Scheepvaart B.V., Rotterdam
Vroegere namen 1961-1973 KIRSTEN SMITS
1973-1974 ANNETTE LÖNBORG
Latere eigenaren 1974-1975 Parimar Shipping Company Ltd., Piraeus
1975-1976 Naviera Centroamericana Dora S.A., Piraeus
1979 Compania Naviera Life Sea S.A., Panama
Latere namen 1975-1976 DORA III
1976-1979 DORA
1979 UNITY II
Algemene kenmerken
Lengte (Loa) 72,65 m
Lengte (Lll) 65,22 m
Breedte 10,26 m
Diepgang 3.82 m
Brutotonnage 499,47 t 1415.86 m3 bruto inhoud
Nettotonnage 272 t
Voortstuwing en vermogen MAN Nr. 402406 Type G9V30/45ATL, 1100 apk
Vaart 11,5 kn
IMO-nummer 5189124
Teboekstelling 11041 Z ROTT 1961
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

De PARIMAR was een Griekse coaster die in het nieuws kwam door een stranding vlakbij de pier van Scheveningen. Het werd in haar tijd wel eens beschreven als een "kuster met grotevaart-kapsones", vanwege de dubbele laadbomen.... [3]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het schip werd gebouwd als KIRSTEN SMITS in Slikkerveer voor rekening van de heer M. Smits te Rotterdam . Het werd vrijdagmiddag 11 augustus 1961 van één van de hellingen van de N.V. Scheepsbouwwerf voorheen De Groot en Van Vliet tewater gelaten door Mevrouw M. Smits-van der Post. Het werd op 12 oktober 1961 daar ook gemeten als zijnde een stalen motorvrachtschip door J. Baarends, ambtenaar bij de Scheepsmetingsdienst te Rotterdam. Metende 1415.86 m3 bruto inhoud volgens zeemeetbrief afgegeven te 's Gravenhage no 12316 d.d. 10-10-1961. Het werd voorzien van brandmerk 11041 Z ROTT 1961 door het inbeitelen op het achterschip aan S.B. zijde in de achterwand van het dekhuis op het shelterdek, 9.00 m. uit hekplaat, 2.85 m. uit de lengteas en 1.40 m. uit dek.

Dinsdag 10 oktober 1961 werd een geslaagde proeftocht gemaakt op de Noordzee. Het ging in charter varen bij Wm. H. Muller en Co. te Rotterdam, waar het werd ingezet in de dienst op Marokko.

Incidenten[bewerken | brontekst bewerken]

Onderweg op 15 mijl ten noorden van Hoek van Holland, bij stormachtig weer, ZW 5-6 met hevige regenbuien, van Noorwegen met 1.000 ton staal naar de Nedstaal in Alblasserdam brak op 20 december 1974 na een explosie brand uit in de machinekamer en in de bergplaatsen. Hierbij kwamen de kok en een machinist om het leven. Twee andere bemanningsleden van de tienkoppige bemanning werden zwaargewond. Het achterdek was achter de brug opengescheurd. De reddingssloep bleek te zijn verdwenen. De machines bleven draaien, maar konden niet meer bediend worden vanaf de brug. De kapitein had een Mayday uitgezonden dat door Scheveningen Radio was opgevangen. De Griekse gezagvoerder deelde mee dat de bemanning het schip wenste te verlaten. Hij zou proberen de haven van Scheveningen te bereiken. Hij dacht abusievelijk dat de Scheveningse pier het havenhoofd was en strandde er even ten zuiden van. Door de KNRM is assistentie verleend door de reddingsboten Bernard van Leer en de Casparis en de wipperploeg voor Scheveningen.[4]

De Scheveningse boulevard werd door de Politie werd afgesloten voor alle verkeer. Een Augusta-Bell helicopter bracht schipbreukelingen aan de wal. Twee zwaargewonden werden naar het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag overgebracht.

Op 28 februari 1974 werd het schip weer vlotgebracht door de sleepboten TITAN, UTRECHT en CYCLOOP van Bureau Wijsmuller en het uitgebrande schip werd naar Rotterdam gesleept. De expertise schatte de opgelopen schade op 2 miljoen gulden. De verzekeraars besloten het schip niet weer te laten herstellen. Het werd verkocht voor de sloop. Daar werd het echter niet geloopt, maar na een voorlopige opknapbeurt vertrok het schip 28 augustus 1975 achter de PIRANHA II naar Piraeus, Griekenland, waar het 16 september 1975 aankwam en waar het werd gerepareerd. Het heeft daarna nog jarenlang dienst gedaan.[5]

11 februari 1986 verzeilde het schip op weg van Castellón de la Plana naar Cyprus in zwaar weer en is het gekapseisd en met alle 9 opvarenden vergaan, op 7 mijl van het eiland Sapientza, Pylos, in positie 36-43N 21-32E.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Parimar (ship, 1961) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Categorie:Schip gebouwd in Nederland Categorie:Schip geregistreerd in Griekenland Schip op naam