Naar inhoud springen

Gebruiker:Toyo Mojito/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van Toyo Mojito.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

Aan de werken van Neutelings Riedijk wordt een sculpturale, vaak antropomorfe kwaliteit en een speelse vorm toegeschreven, terwijl ze tegelijkertijd een erg rationele programmering en context volgen.[1] Het gebruik van gekende vormen en materialen compenseert voor de vreemdheid en barokke invloeden die eigen zijn aan hun stijl.[2] Aangezien de meeste werken zich in de publieke ruimte bevinden, wordt de sculpturale kwaliteit door Neutelings Riedijk gebruikt om de rol van het gebouw in zijn stedelijke en sociale context meteen te communiceren naar de toeschouwer.[3]


  • (nl) Vermeulen, Paul, "De kelder en de tuin - notities bij het werk van Juliaan Lampens", in: Lampens, Juliaan; Vandenhaute, Gerard en Vermeulen, Paul, Juliaan Lampens 1950-1991, deSingel, Antwerpen, 1991, pp. 4-9.

Het Huis Vandenhaute-Kiebooms is een villa, naar het ontwerp van de modernistische architect Juliaan Lampens, in Huise in de gemeente Zingem in Oost-Vlaanderen, gebouwd in 1967. Het pand staat op de lijst van onroerend erfgoed in Zingem.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het huis bestaat uit een gelijkvloerse verdieping (een vierkant van ongeveer 14m bij 14m), en een kelder. Het huis is aan de straatzijde afgesloten door een betonnen wand. De andere buitenwanden zijn van glas, opdat binnen en buiten maximaal in elkaar opgaan.[4] Dit effect wordt nog versterkt doordat het betonnen dak ook een deel van de buitenruimte overspant.

Binnen wou Lampens een pilaarloze open ruimte creëren, niet onderbroken door binnenmuren. De douche, de wc en de keldertrap zijn geplaatst in betonnen ciliders, doorgesneden op ooghoogte. Voor de keuken wordt dit concept omgedraaid: de ruimte wordt gedefinieerd door een hangend betonnen element. Slaapkamers zijn er niet: de bedden bevinden zich in houten slaapcontainers zonder plafond, die vrij in de ruimte geplaatst (en verplaatst) kunnen worden.

Theoretisering[bewerken | brontekst bewerken]

Lampens bracht in deze woning een aantal van zijn ideeën over wonen en bouwen op radicale wijze in de praktijk:

  • Een uitgesproken open plan, minimaal onderbroken + iets over 'Unlike the bourgeois insistence on individuality and patriarchy, this style privileges community and equality within the living space while focusing on life together as a family unit as a way of returning to a more basic way of living.' (domus) ;
  • Landschap en woning maximaal in elkaar doen opgaan;
  • Iets over water;

[5]

  • Van de Vel: schrappen.
  • Mark Lamster, Juliaan Lampens, 29-09-2011: An Architecture with Jawshttp://designobserver.com/article.php?id=30508

"In his domestic interiors, Lampens offsets concrete's harshness with the warmth of wood and an openness to nature. He designed his own house with an open plan, and pressed his clients to follow along in this suit, which he considered a more "rational" mode of living. "Once you've lived in such a house, you will want nothing else." That he managed to convince so many to do so is altogether remarkable, given that he was building in what were essentially conservative middle-class suburbs. His Vandenhaute House, an exemplar, is a broad square room looking out on a rear garden. A pair of cylindrical volumes enclose toilet and bath, and a hanging concrete baffle defines the kitchen/dining area. Whether or not one shares Lampens's taste for this kind of living, it's impossible not to admire his conviction. "

dimension 25 mei 2009 pp.50-51 ook op http://www.archined.nl/recensies/maart/de-heldere-stem-van-een-stille-generatie-juliaan-lampens-in-perspectief/, 24 maart 2009, WILLAERT Philippe "Het huis als een verzameling van afzonderlijke kamers die door muren, deuren en gangen van elkaar gescheiden zijn, zegt hij voorgoed vaarwel. Daarvoor in de plaats introduceert hij een open concept waar alle ruimtes verbonden zijn. De architect droomt van een plek waar het wonen in een kleine gemeenschap tot zijn essentie is herleid. Dicht bij de natuur. Sinds die tijd werkt Lampens bijna exclusief met beton, staal, hout, glas en af en toe met baksteen. Zijn woningen zijn ontworpen in harmonie met de omgeving en behandelen thema’s als begrenzing, richtlijn en oriëntatie. Zo spreekt men bij Lampens niet meer van ramen maar van glaswanden. Het glas bevestigt het binnen en kadert het landschap. Woning en landschap staan op gelijke voet."

"Maar Lampens is vooral Lampens, iemand die zijn eigen weg volgt en gaandeweg tot bepaalde gezichtspunten komt in zijn architectuur. Ruimtelijke conventies onderwerpt hij aan een kritisch onderzoek. Hij speelt met het ‘plan libre’ waar Le Corbusier wereldberoemd mee is geworden. Geijkte woonvormen zet hij op zijn kop. Als het gaat over lichtbehandeling, bedoelt hij niet zomaar licht. Ook hier slaagt Lampens er in om buiten de traditionele oevers te treden. Hij behandelt het licht soms heel sacraal en weet ten gepaste tijde, zoals in de woning Vandehaute Kieboons in Huise, het licht op de keukentafel zo te doen vallen waardoor de tafel metamorfoseert in een altaar. Het is soms pure metafysica."

17 juli 2006 | Teksten: Karel Verhoeven Foto's: Eric de Mildt ,,Mijn eigen woning was nog maar het begin. Ik ben daar radicaal in doorgegaan en heb woningen gebouwd die helemaal open zijn, met grote overspanningen. Mensen zeiden dat je daar niet in kon leven, omdat je daar geen privacy in had. Ze dachten vooral aan het gekreun van de voortplantingsdaad. Maar welk verschil maakt een binnenmuurtje van een halve steen en een deurtje van drie centimeter dik? Privacy moet je zelf maken, heb ik altijd geantwoord. Je moet dat met verstand en met cultuur oplossen. Maar het was zeer moeilijk om iemand te overtuigen die juist van de hoogmis kwam.

,,In de jaren zestig was alles nog taboe. Een gezinsdouche, dat kon gewoon niet. Een paar jaar geleden nog heb ik een grote douche gemaakt voor een gezin met twee kinderen, een open douche helemaal in glas en omringd door andere ruimtes. Die mensen wilden niet ingesloten zitten in hun badkamer. Je moet talent hebben om daarin te wonen, denk ik soms. Maar niemand is ongelukkig geworden. En de kinderen die in die huizen opgroeiden, vroegen mij later om ook voor hen een huis te ontwerpen. Ze konden niet anders meer wonen.

Local Heroes #05 Juliaan Lampens [1926-heden] door Coen Smit, aug 2011

  • A+ : Belgisch tijdschrift voor architectuur., (1995)133 ; p. 18

1995

  • Van Den Berghe, Johan,

"The Carpenter and the Draughtsman: an embedded report on the architecture of Juliaan lampens": 2014-04, Issue: 523, Pages: 14-19 A+U Publishing Co. Ltd. (Tokyo, Japan.) https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/481555/1/The%20Carpenter%20and%20the%20Draughtsman.pdf

  • Book

Belgio : architettura, gli ultimi vent'anni (View details) Dubois, Marc Milano Electa, 1993


  • Book

Architectuur in de provincie : realisaties in Oost-Vlaanderen 1963-1993 (View details) Verlinden, An (Editor) ; Lagae, Johan (Editor) Gent Provinciale raad van de Orde van architecten Oost-Vlaanderen, 1993


Juliaan Lampens A fundamentalist vision of living a shift of perception: harsh spaces inspired by raw concrete bunkers become harmonious, classical private places.

Lampens's idea of living was based on various features to form a complete open plan without pillars or even walls, and all the rooms were placed so they seemingly conjoined with each other (kitchen, living room, bedrooms and bathroom all in one open space). Unlike the bourgeois insistence on individuality and patriarchy, this style privileges community and equality within the living space while focusing on life together as a family unit as a way of returning to a more basic way of living.

The clearest manifestation of these ideas can be found in the Vandenhaute-Kiebooms house (1967). Here Lampens took his architecture to the extreme. The absolute openness inside the building encouraged the family (a couple with their four children) to live together in a space that is devoid of acoustic or perceptual privacy. A 14x14 metre square – realised in concrete and glass with a very radical open plan – is protected by a concrete hanging roof that is placed 2.6 metres above floor level and rests on just two slender steel angle beams. The house is totally open on the south and east sides, allowing for its orientation towards a panorama of fields. Screening from the street is accomplished by means of a concrete wall and the fact that the house is built below street level. The only fixed elements within the house are three half-closed concrete cylinders that rise from the floor to stand at the same height as the client Gerard Vandenhaute. Behind these are situated the bath, the toilet and the staircase to the cellar. Dropping down from the ceiling to act as a counterpoint to the cylinders is a hanging concrete square which descends to shoulder level in order to demarcate the kitchen area. The spatial division is completed, however, with the work surface which floats out into the living area to become the dining table.

Aside from this minimal number of fixed elements, the living structure can be freely organised beneath the roof. The sleeping units are composed of beds with adjoining cabinets. The result is a kind of "sleeping niche" that is not fixed into the ground, and hence allows for the continual reshaping and re-imagining of the space and its degrees of privacy. Lampens's domestic architecture has proven hugely successful, not least because his houses are often still inhabited by their original owners. Various families who have lived and grown up in his buildings have stated how Lampens's architecture has the unique sense of space where you live together both with nature and as a family community.

  • Vermeulen:

§5. ivm water en daklicht keuken §6. ivm binnen-buiten

  • lampens in zelfde boek (pp.23-30): "Een woning niet te beperken tot functies, maar deze laatste verruimen tot bewoonbaarheid.

Een woning niet composeren, maar vrij creëren vanuit de beschuttingsbehoefte naar een belevenisruimte toe.

Het landschap van en rondom het terrein voor de bewoners openstellen en het verlengen in de vrijheid van de woning zelf."

  • zelfde boek: pp31-33: brief van Gerard Vandenhaute


Tomaat-garnaal

Tomaat-garnaal (in het Frans 'tomate-crevettes') is een gerecht dat bekend staat als een specialiteit uit de Belgische keuken. Het bestaat uit een uitgeholde, al dan niet gepelde tomaat, opgevuld met grijze garnalen en mayonnaise. Het wordt meestal geserveerd als voorgerecht, en is populair bij speciale gelegenheden zoals feestdagen.

Geschiedenis[1][bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel garnalen al een hele tijd gegeten worden in België (vooral in de kustregio), zit de consumptie ervan sinds de tweede helft van de negentiende eeuw duidelijk in de lift: verbeterde distributie- en koelmogelijkheden maken dat de garnaal ook in het binnenland beschikbaar wordt. Verschillende gerechten met garnalen doen hun intrede in restaurants en op menukaarten van banketten voor de burgerij: in sauzen, als garnaalkroketten, in slaatjes ... Zo ook tomaat-garnaal, dat intussen uitgegroeid is tot een brasserie-klassieker.

Op het platteland raakt tomaat-garnaal in de loop van de twintigste eeuw ingeburgerd. Het tijdschrift De Boerin, uitgegeven door de Belgische Boerinnenbond (nu KVLV), raadt bijvoorbeeld in maart 1919 een eerste maal aan om tomaten op te vullen met garnalen, en maakt in een latere nummer (1926) expliciet gewag van 'garnalenbakjes', met volgend recept:

"Rijpe, doch geen zachte tomaten worden overdwars doormidden gesneden; het weeke gedeelte wordt er met een zilveren lepeltje uitgehaald en de bakjes gevuld op de volgende wijze: eerst een dessertlepeltje mayonnaisesaus, vervolgens eene laag gekookte garnalen, dan weer mayonaise, bovenop komt de punt van een hardgekookt ei. De bakjes worden elk op een frisch slablaadje gezet en de schotel verder versierd met schijven der overgehouden harde eieren."

Recept[bewerken | brontekst bewerken]

Het gerecht wordt ook een vaste waarde in Ons Kookboek, van diezelfde Boerinnenbond. Hieronder het recept zoals verschenen in de editie van 1972:[2]

Gevulde tomaten - tomatenkorfjes

Per tomaat: 25 g gepelde garnalen - 1 soeplepel mayonaise.
Was de tomaten, droog ze af. snijd ze en haal ze uit in de vorm van een doosje, een mandje of een doosje met gekartelde rand. Kruid de uitgehaalde tomaten met peper en zout. (...) Meng gepelde garnalen met mayonaise. Hiermee de tomaten vullen. Bestrooi met gehakte peterselie.

Andere recepten zijn vergelijkbaar. De vaste elementen zijn -uiteraard- de tomaat (al dan niet gepeld), de garnalen en de mayonnaise. Afhankelijk van het recept worden soms ook peterselie of hardgekookte eieren toegevoegd. Typische garnituren zijn sla, ei en frieten.



Categorie:Belgische keuken