Groot zweepmos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Groot zweepmos
Groot zweepmos
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Marchantiophyta (Levermos)
Klasse:Marchantiopsida
Onderklasse:Jungermanniidae
Orde:Jungermanniales
Familie:Lepidoziaceae
Geslacht:Bazzania
Soort
Bazzania trilobata
(L.) Gray (1821)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Groot zweepmos op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het groot zweepmos (Bazzania trilobata) is een levermos uit de familie Lepidoziaceae. Bazzania is in het veld voor een levermos een opvallende, forse verschijning. De planten zijn donkergroen met de afstaande, drietoppige blaadjes regelmatig langs de stengel geplaatst.

Determinatie[bewerken | brontekst bewerken]

De grote en krachtige planten van deze soort groeien meestal in uitgestrekte, donkergroene graszoden of kussens. De individuele scheuten vertakken zich gesplitst, groeien opgaand tot rechtopstaand, zijn afgeplat tot convex, 3 tot 6 millimeter breed en gewoonlijk ongeveer 3 tot 5 centimeter, zelden tot 20 centimeter lang. Zijbladen zijn langwerpig eivormig met drie korte, brede tanden aan de bladtop, overlangs geplaatst en dicht opeengepakt als dakpannen. Onderbladen zijn veel kleiner dan de zijbladen, 4-getand, meestal iets breder dan lang en zo breed of iets breder dan het steeltje. Kenmerkend zijn de zweepvormige, tot 5 centimeter lange flagellen aan de onderzijde van de steeltjes. De bladcellen zijn in het midden van het blad ongeveer 30 tot 40 µm groot, hebben krachtige tot knoestige hoekverdikkingen en per cel 6 tot 10 olielichamen.

De soort is tweehuizig. Sporogonen zijn zeer zeldzaam. Het perianth is tot 6 millimeter lang en 1 millimeter breed, de seta 5 tot 7 centimeter lang.

Variëteit

Een dwergvorm van deze soort is Bazzania trilobata var. depauperata. Deze heeft scheuten van 1 tot 1,5 millimeter breed, meer rechthoekige bladeren en iets kleinere bladcellen met krachtig verdikte celhoeken.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Bazzania trilobata is een soort van ruwe humus op heiden, stuifzanden en in zure bossen, met name op noordhellingen in het stuwwallenlandschap. Zweepmos geeft de voorkeur aan een hoge luchtvochtigheid. Het is vooral bekend van kalkvrije bosgrond en op kalkvrije rotsen, ook op vermolmd hout. In de bergen is het wijdverspreid, op vlaktes meestal zeldzaam. In de Alpen komt het voor tot hoogtes van ongeveer 1600 meter.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Het is verspreid in het noordelijk halfrond.

In Nederland komt het groot zweepmos zeer zeldzaam voor. Het staat op de rode lijst in de categorie 'Gevoelig'. Het is altijd een zeldzame verschijning geweest op het Pleistoceen. De weinige vondsten bevinden zich vrijwel alle in Overijssel en Gelderland, op en rond de Veluwe, en op de Utrechtse heuvelrug (2005). Merkwaardig is de vondst in Friesland (2001), op de drooggevallen bodem van een plagproject op voormalig bouwland, op zand. Een zeer afwijkende habitat dus en tevens ver verwijderd van het hoofdareaal in Nederland.

Foto's[bewerken | brontekst bewerken]