Hospitaal- en begijnhofkapel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hospitaal- en begijnhofkapel
Achterzijde van de hospitaal- en begijnhofkapel

De hospitaal- en begijnhofkapel, ook Graethemkapel genoemd, is een kapel te Borgloon, gelegen aan Graethempoort.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Deze van oorsprong romaanse kapel werd in de 12e eeuw gesticht door de Johannieters, die hier een hospitaal hadden. Oorspronkelijk een kleine zaalkerk, werd begin 13e eeuw een noordelijke zijbeuk aangebouwd. Omstreeks 1258 werd er op deze site ook een begijnhof gesticht. Ook de begijnen maakten van de kapel gebruik. Omstreeks 1300 werd de kapel vergroot in gotische stijl.

Omstreeks 1606 werden de zijbeuken afgebroken. Nadat de kapel in 1654 door de troepen van Karel IV van Lotharingen was verwoest, werd de koorapsis afgebroken en de triomfboog gedicht. De aldus ontstane nieuwe oostmuur werd met stucwerk versierd.

Van 1909-1912 werd in het verlengde van de oude kapel een neogotische kapel gebouwd naar ontwerp van Pierre Langerock.

Restauraties vonden plaats in 1912 en 1975. Enkele 18e- en 19e-eeuwse toevoegingen werden hierbij verwijderd. Ook in 1993 vonden werkzaamheden plaats, waarbij de buitenmuren geel gesausd werden. De kapel is tegenwoordig in gebruik als tentoonstellingsruimte.

Interieur in 2018

In 2020 werd bekendgemaakt dat de gemeente Borgloon het Belevingscentrum Graven van Loon wil huisvesten in de kapel en de naastgelegen kerk. De opening staat gepland voor juli 2023.[1]

Gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het koor en de drie oostelijke traveeën zijn romaans. Deze zijn uit vrij regelmatige silexblokken opgebouwd. De gotische westelijke traveeën zijn uitgevoerd in baksteen, waarbij mergelsteen werd gebruikt voor onder meer de hoekbanden.

Het interieur is witgekalkt en bevat muurschilderingen uit de 14e, 15e en 16e eeuw. Het 18e-eeuws stucwerk op de oostelijke muur beeldt voorstellingen uit het leven van Maria uit.

In de kapel werden Lodewijk I van Loon en zijn vrouw Agnes begraven. Na 1860 was er van een tombe geen sprake meer. Wel werden tijdens opgravingen in 1969 de vermoedelijke skeletten van beide personen teruggevonden. Ze kregen een moderne grafsteen.[2]

In de kapel bevinden zich enkele 18e-eeuwse grafstenen.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]