Hypsodontie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De snijtanden van een paard

Bij zoogdieren is hypsodontie de aanwezigheid van tanden met een hoge kroon, een soms korte tandwortel, glazuur dat verder dan de tandvleeslijn gaat en een langdurige of constante groei van de hypsodonte tanden.

Hypsodontie komt voor bij zoogdieren die een vezel- of mineraalrijk plantaardig dieet volgen, zoals knaagdieren (vooral bevers), paarden en herten.

Vergelijkbare concepten[bewerken | brontekst bewerken]

Het bijbehorende bijvoeglijk naamwoord is 'hypsodonte'.

De aanwezigheid van tanden met een lage kroon wordt 'brachydontie' genoemd.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Het type, de mate en het evolutionaire belang[1][2] van hypsodontie zijn een aantal van de indelingscriteria[3] die worden gebruikt om de fossielen van oude of uitgestorvene zoogdieren te identificeren, vooral bij knaagdieren.[4]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Mendoza, M., & Palmqvist, P. (2008) Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitat ? Journal of Zoology, 274(2), 134-142. Gearchiveerd op 7 maart 2023.
  2. Viriot L (1994) Tendances évolutives des molaires chez les arvicolidés (Rodentia, Mammalia) ; thèse de Doctorat ; (résumé)
  3. Koenigswald WV (2011) Diversity of hypsodont teeth in mammalian dentitions—construction and classification. Palaeontographica Abt. A, 294, 63-94.
  4. Jeannet, M. (1978). L’hypsodontie chez les campagnols et les autres mammifères. Bulletin mensuel de la Société Linnéenne de Lyon, 5, 206-213.