Internationale betrekkingen van Suriname

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De internationale betrekkingen van Suriname betreffen de relaties met andere landen, zowel bilateraal als in organisatieverband.

Surinaamse diplomaten die op hoog niveau hebben gefunctioneerd, zijn Albert Ramdin (plaatsvervangend secretaris-generaal van de OAS), Manorma Soeknandan (plaatsvervangend secretaris-generaal van de Caricom) en Henri Guda (secretaris-generaal van de IBA).[1]

Grensgeschillen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Grenzen van Suriname voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Suriname heeft grensgeschillen met in het zuiden met Frans-Guyana, evenals in het zuiden met Guyana (Tigri-gebied). De geschillen komen voort uit onduidelijke afspraken van Nederland met de buurlanden uit de koloniale tijd.

Veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]

De Guyanese universitair docent Mark Kirton pleitte er in 2017 in Brazilië voor om Amazon Surveillance System uit te breiden naar de drie Guyana's.[2] Dit is een uitgebreid controlesysteem in Brazilië voor de handhaving van grensoverschrijdende criminaliteit en monitoring van het Amazonegebied.

Surinaamse diaspora[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Surinaamse diaspora voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds de 20e eeuw en met name sinds de jaren 1970 vertrokken grote groepen Surinamers naar Nederland en in mindere mate naar de Cariben, België, Frans-Guyana en de Verenigde Staten. Sinds 2010 en vooral 2020 voeren Surinaamse regeringen een actief beleid om deze Surinaamse diaspora actiever bij de ontwikkeling van Suriname te betrekken, zowel met beleid als met de oprichting van speciale instanties.

Uitwisseling[bewerken | brontekst bewerken]

Suriname heeft studiebeursprogramma's met een groot aantal landen, waardoor Surinaamse jongeren in het buitenland kunnen studeren.[3]

Sinds het aantreden van het kabinet-Santokhi in 2020 breidde minister Albert Ramdin het aantal diplomatieke posten in het buitenland uit. Als reactie op kritiek hierop twee jaar later, reageerde hij dat de regering sinds het aantreden 35 miljoen USD had binnengehaald aan donaties en goederen van bevriende naties, terwijl de kosten 7,5 miljoen per jaar bedragen.[4]

Multilaterale betrekkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Vestiging van het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) in Paramaribo
Vestiging van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO) in Paramaribo

Na de onafhankelijkheid onttrok Suriname zich uit het isolement, waarin het zich als kolonie van Nederland had bevonden, aldus premier Henck Arron in 1976 ten overstaan van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN). Suriname was toen al lid van de VN en Arron kondigde de aanvraag van het lidmaatschap van de Organisatie van Amerikaanse Staten tijdens die toespraak al aan.[5] Daarna volgden de lidmaatschappen van meer internationale organisaties. Daarnaast onderhouden Suriname en de Europese Unie banden onderling, zowel onderling als multilateraal in via de Overeenkomst van Lomé. Hieronder volgt een overzicht.

Verenigde Naties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Suriname en de Verenigde Naties voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 1 december 1975, een kleine week na de Surinaamse onafhankelijkheid op 25 november, nam de Veiligheidsraad unaniem resolutie 382 aan waarin het lidmaatschap van de Verenigde Naties werd aanbevolen.[6] Op donderdag 4 december volgde de definitieve toelating door stemming in de Algemene VN-Vergadering.[7] Suriname heeft geen grote invloed binnen de VN. Wel levert het geregeld een strategische stem, in ruil voor steun aan projecten in eigen land.[8] Suriname is ook aangesloten bij de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben van de VN.

Organisatie van Amerikaanse Staten[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Suriname en de Organisatie van Amerikaanse Staten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Suriname trad op 22 februari 1977 toe als lid van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). Daarvoor had het een waarnemersstatus.[9][10] Albert Ramdin was van circa 2005 tot 2015 plaatsvervangend secretaris-generaal bij de OAS. Daarnaast wordt een permanent vertegenwoordiger (ambassadeur) benoemd en naar de OAS in Washington D.C. gezonden. Dit is vaak een dubbelfunctie van de ambassadeur voor de Verenigde Staten. Suriname is gebonden aan verschillende internationale verdragen die uit de OAS zijn voortgekomen.

Caricom[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Suriname en de Caricom voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

President Ronald Venetiaan tekende op 4 juli 1995 voor het lidmaatschap van de Caricom. Tegenstanders hadden angst dat het land overspoeld zou worden met producten uit de regio. Uit het lidmaatschap ontstonden verschillende initiatieven, zoals de oprichting van een Nationaal Jeugdparlement in 2004 en de invoering van een Caricom-paspoort. Verschillende Caricom-instituten werden in Suriname gevestigd, waaronder het vertaalinstituut CRITI en de mededingingsautoriteit CCC, beide in 2008, en het landbouwstandaardenbureau CAHFSA in 2010.[11]

Overige lidmaatschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Bilaterale betrekkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Land begin betrekkingen betrekkingen overig
Argentinië 20 juli 1977 Argentijns-Surinaamse betrekkingen
Armenië 24 juli 1999
Australië 3 februari 1994
Azerbeidzjan 11 februari 2000 Azerbeidzjaans-Surinaamse betrekkingen
Barbados 8 maart 1978 Barbadiaans-Surinaamse betrekkingen
Belize 13 mei 1998
België 1976 Belgisch-Surinaamse betrekkingen
Brazilië 1976 Braziliaans-Surinaamse betrekkingen
Canada november 1975 Canadees-Surinaamse betrekkingen
China 25 november 1975 Chinees-Surinaamse betrekkingen
Chili Chileens-Surinaamse betrekkingen
Colombia 1978 Colombiaans-Surinaamse betrekkingen
Cuba circa 1981 Cubaans-Surinaamse betrekkingen
Cyprus 25 juli 1980
Dominica
Duitsland Duits-Surinaamse betrekkingen
Frankrijk 25 november 1975 Frans-Surinaamse betrekkingen
Ghana Ghanees-Surinaamse betrekkingen
Grenada Grenadiaans-Surinaamse betrekkingen
Guyana 25 november 1975 Guyaans-Surinaamse betrekkingen
Haïti Haïtiaans-Surinaamse betrekkingen
India 1976 Indiaas-Surinaamse betrekkingen
Indonesië 25 november 1975 Indonesisch-Surinaamse betrekkingen
Israël februari 1976 Israëlisch-Surinaamse betrekkingen
Japan december 1975 Japans-Surinaamse betrekkingen
Koeweit 31 januari 2024[12]
Letland 20 mei 2009
Libanon Libanees-Surinaamse betrekkingen
Libië Libisch-Surinaamse betrekkingen
Litouwen 26 maart 2013
Malediven 23 oktober 2008
Marokko Marokkaans-Surinaamse betrekkingen
Mexico 1975 Mexicaans-Surinaamse betrekkingen
Montenegro 14 mei 2010
Nepal oktober 2018
Nederland 25 november 1975 Nederlands-Surinaamse betrekkingen
Oekraïne 20 september 2006[13] Oekraïens-Surinaamse betrekkingen
Pakistan 25 november 1975[14]
Rusland 25 november 1975 Russisch-Surinaamse betrekkingen
Servië 1976 Servisch-Surinaamse betrekkingen
Trinidad en Tobago Surinaams-Trinidadiaanse betrekkingen
Spanje 1976 Spaans-Surinaamse betrekkingen
Turkije 1976 Surinaams-Turkse betrekkingen
Turkmenistan 25 juni 1999
Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten 25 november 1975 Amerikaans-Surinaamse betrekkingen
Venezuela 25 november 1975 Surinaams-Venezolaanse betrekkingen
Vietnam 19 december 1997
Zuid-Afrika 3 februari 1995 Surinaams-Zuid-Afrikaanse betrekkingen
Zuid-Korea 28 november 1975
Zwitserland 1979 Surinaams-Zwitserse betrekkingen