Jan Hovius

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Jan Hovius (Opende, 7 november 1900Apeldoorn, 7 april 1979) was een Nederlands predikant en hoogleraar.[1]

Hovius stamde uit het gezin van landbouwer Derk Hovius en Ienje Dijkstra, dat aangesloten was bij de Christelijke Gereformeerde Kerk van Kornhorn. Hij was nog heel jong toen hij werd toegelaten tot de studie aan de Theologische School in Den Haag (tegenwoordig de Theologische Universiteit Apeldoorn). In 1924 werd hij als predikant bevestigd in Sneek. Tussen 1927 en 1941 stond hij in Nieuwe Pekela en van 1941 tot 1947 in Zwolle.[2]

Hoogleraar[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1947 tot 1972 was Hovius hoogleraar kerkrecht en kerkgeschiedenis aan de Theologische Hogeschool in Apeldoorn. In die tijd was hij nog in mindere mate actief als pastor in naburige gemeenten.[2]

Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Hovius trouwde in 1924 met Martina Daleboudt. Een van zijn dochters trouwde met dr. W. van 't Spijker, die in 1972 zijn schoonvader als hoogleraar kerkrecht en kerkgeschiedenis opvolgde. Hovius overleed in 1979.

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kerkelijke eenheid aller gereformeerden? (1933)
  • De internationale beteekenis der afscheiding in "Bij de wenteling van het eeuwgetij der scheiding" (1934)
  • Geschiedwaardering bij Hendrik de Cock, rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt (1947)
  • De positie van de vrouw in Christus' kerk (1950)
  • Behooren de diakenen tot den kerkeraad? (1951)
  • De cathechisatie (1964)
  • Om 'de ware religie te onderhouden' in "Woord en Kerk" (1969)
  • Preken in de serie Uit de Levensbron vanaf 1927