Kabinetsformatie Nederland 1972-'73

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De ministers van het kabinet-Den Uyl, even na de beëdiging, met in het midden vooraan koningin Juliana.

De Nederlandse kabinetsformatie van 1972-'73 volgde op de Tweede Kamerverkiezingen van 29 november 1972 en leidde - na 151 dagen - tot de formatie van het kabinet-Den Uyl, van PvdA, D'66, PPR en ministers van KVP- en ARP-huize.

Achtergronden[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen volgden op de val van het kabinet-Biesheuvel I, een kabinet van ARP, KVP, CHU, VVD en DS'70. Het daarop volgende rompkabinet Biesheuvel II had na het ontslag van de DS'70-ministers de verkiezingen voorbereid. DS'70 – een afsplitsing van de PvdA, tot stand gekomen als reactie op de (onder invloed van Nieuw Links) steeds linkser wordende koers van de PvdA – kon zich niet langer vinden in het door de regering gevoerde financieel beleid. Drie progressieve partijen hadden inmiddels besloten tot linkse samenwerking, hetgeen resulteerde in een gezamenlijk verkiezingsprogramma van PvdA, D'66 en PPR: Keerpunt '72. In 1971 al hadden deze partijen, naar Brits model, een schaduwkabinet gevormd. Dit schaduwkabinet-Den Uyl bestond uit zestien ministers uit de drie samenwerkende partijen. De verkiezingen van 1972 vonden plaats in een tijd van polarisering. Tegenstellingen tussen rechts en links werden – van beide zijden – aangescherpt en vergroot. Inzet van de progressieve partijen bij de verkiezingen van 1972 was de vorming van een "progressief kabinet" waarvan de samenwerkende progressieve partijen de kern zouden uitmaken. De drie confessionele partijen (KVP, ARP en CHU) waren inmiddels begonnen aan verkenningen die een mogelijke fusie van die drie partijen in beeld moesten brengen. Ook deze partijen kwamen met een gezamenlijk programma. De belangrijkste lijsttrekkers bij de verkiezingen waren: Joop den Uyl (PvdA), Frans Andriessen (KVP), Hans Wiegel (VVD), Barend Biesheuvel (ARP), Arnold Tilanus (CHU), Hans van Mierlo (D'66) en Bas de Gaay Fortman (PPR).

Verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Polygoonjournaal over de verkiezingstijd
Zie Tweede Kamerverkiezingen 1972 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het politieke beeld veranderde op 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (respectievelijk acht en vier zetels). De PvdA werd met 43 zetels verreweg de grootste partij. De VVD won zes zetels, terwijl ook de winst van de PPR fors was (van twee naar zeven zetels). De drie grote confessionele partijen verloren samen tien zetels. Bij deze verkiezingen hadden voor het eerst ook 18- tot 21-jarigen actief stemrecht. Winst was er verder voor de Boerenpartij (twee zetels), de CPN (winst één zetel) en voor nieuwkomer RKPN. Dankzij lijsttrekker Biesheuvel won de ARP, als enige confessionele regeringspartij, een zetel. DS'70 (-2) en D'66 (-5) verloren. De vorige coalitie (KVP, VVD, ARP, CHU en DS'70) hield slechts een minimale meerderheid van 76 zetels, de linkse partijen (PvdA, PPR en D'66) beschikten niet over een meerderheid. Moeilijkheid bij de formatie was dat KVP en ARP er feitelijk niet voor voelden om de samenwerking met DS'70 voort te zetten nu deze jonge partij in het kabinet-Biesheuvel een onzekere en wispelturige factor was gebleken. De confessionele partijen stevenden daarom af op een centrumlinks kabinet. Een dergelijk kabinet werd door de progressieve drie verworpen. Deze partijen streefden de vorming van een progressief kabinet na, desnoods een minderheidskabinet.

Informateur Ruppert[bewerken | brontekst bewerken]

Marinus Ruppert

Koningin Juliana benoemde de vicepresident van de Raad van State, ARP'er Marinus Ruppert tot eerste informateur. De verkenningen van Ruppert leidden tot de conclusie dat voortzetting van de oude coalitie werd geblokkeerd door KVP en ARP en dat er dus de mogelijkheid overbleef van een centrumrechts minderheidskabinet (eventueel gedoogd door DS'70) van KVP, VVD, ARP en CHU, of de vorming van een centrumlinks kabinet bestaande uit ten minste PvdA, KVP en ARP aangevuld met steun van links (D'66 en/of PPR) of rechts (CHU). Ruppert adviseerde in zijn eindverslag een vooraanstaand PvdA'er te benoemen tot formateur.

Formateur Burger[bewerken | brontekst bewerken]

Jaap Burger op de trappen van Paleis Huis ten Bosch, tijdens de formatie

De koningin benoemde hierop staatsraad Jaap Burger tot formateur van een kabinet "dat geacht kon worden in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te vinden." Burger was inderdaad een vooraanstaand PvdA'er, iemand die bovendien als Engelandvaarder en verzetsvoorman een breed gezag genoot in de samenleving. Hij zag het als zijn taak om een kabinet te formeren onder leiding van Joop den Uyl. Daartoe presenteerde hij voorstellen voor het regeerprogram dat elementen uit de verkiezingsprogramma's van progressieven en confessionelen verenigde. Burger meende dat zijn opdracht hem ook ruimte gaf voor de formatie van een extraparlementair kabinet. Dat bracht hem er toe om individuele leden van de confessionele partijen te verzoeken toe te treden tot een te formeren kabinet-Den Uyl. Hij boekte na enige tijd succes met de ARP'ers Jaap Boersma en W.F. de Gaay Fortman (vader van PPR-leider Bas de Gaay Fortman, en daarom wel door cabaretier Wim Kan aangeduid als "Papa Gaay"). Hierop onderzocht Burger of de confessionele fracties nu bereid waren om een progressief kabinet te steunen. KVP en ARP leken hiertoe geneigd. Deze partijen wilden evenwel geen directe steun aan een dergelijk kabinet uitspreken, te minder daar de CHU geweigerd had überhaupt mee te praten over de totstandkoming ervan. Hierop gaf Burger de koningin te kennen "zijn opdracht in beraad te willen houden", een formulering die de facto de teruggave van zijn opdracht betekende.

Informateur Van Agt en Albeda[bewerken | brontekst bewerken]

Demissionair minister van Justitie Dries van Agt (KVP) kreeg hierop samen met ARP'er Wil Albeda de opdracht van de koningin om te onderzoeken op welke voorwaarde de confessionele partijen bereid zouden zijn om het te vormen kabinet te steunen. Zij zagen de CHU definitief afhaken, maar slaagden erin om KVP en ARP zich uiteindelijk bereid te laten verklaren een kabinet-Den Uyl te zullen steunen. Daartoe werd een regeringsprogram vastgesteld waarbij ook procedurele afspraken werden gemaakt over controversiële zaken als abortus.

Formateurs Burger en Ruppert[bewerken | brontekst bewerken]

Na de verkenningsfase Van Agt/Albeda werd de formatie voortgezet door Ruppert en Burger. Zij zochten vooral de overige vier confessionele ministers aan. Van Agt zelf was er een van. Hij zou vicepremier worden in het kabinet-Den Uyl. De PPR trad toe tot het kabinet, zonder zich aan de afspraken te willen binden.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie 1973 cabinet formation in the Netherlands van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.