LOZ (Lokale Omroep Zoetermeer)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
LOZ
De radiopresentatiestudio in 1987.
Volledige naam Lokale Omroep Zoetermeer
Lancering 1975
Einde 1997
Uitzendgebied
Land Vlag van Nederland Nederland
Uitzendgebied Vlag Zoetermeer Zoetermeer
Frequenties (FM) 100,9 MHz kabel (1975-1990)
92,9 MHz kabel (vanaf 1990)
107,6 MHz ether (vanaf 1995)
Portaal  Portaalicoon   Media

De Lokale Omroep Zoetermeer (LOZ) is de voormalige stichting (later vereniging) die lokale radio en tv-uitzendingen in Zoetermeer verzorgde.

Experiment van het ministerie van CRM[bewerken | brontekst bewerken]

In 1973 mochten de gemeenten Bijlmermeer, Deventer, Melick en Herkenbosch, Goirle, Dronten en Zoetermeer van minister Engels van CRM drie jaar lang experimenteren met lokale omroep. Het doel van dit experiment was om een brug te slaan tussen de overheid en de burgers.

De Zoetermeerse omroep ontving hiervoor van het ministerie in eerste instantie een bedrag van ƒ 50.000 (bijna € 23.000). In een bedrijvenpand aan de Fokkerstraat werd er een televisiestudio ingericht, en op 15 maart 1975 had de LOZ haar eerste tv-uitzending. De uitzendingen waren in zwart/wit (iets wat in die tijd nog vrij algemeen was), en omdat men geen geld had voor een peperdure time base corrector, stond het beeld regelmatig verticaal te stuiteren. Hoewel de bevolking van Zoetermeer het initiatief over het algemeen toejuichte, vonden vooral de lokale PvdA en CDA het weggegooid geld.

De omroep werd gedreven door een team van vrijwilligers. Om toch enigszins professionele uitzendingen te kunnen verzorgen leende de NOS een regisseur uit.

Enkele dagen na de eerste uitzending sloeg het noodlot toe en werd een groot deel van de televisiestudio door brand verwoest. De studio werd echter hersteld en op 21 augustus 1976 ging vanaf de hol klinkende televisievloer ook de eerste radio-uitzending onder de naam "Radio Zoetermeer" van start.

Subsidie van de gemeente[bewerken | brontekst bewerken]

In 1977 eindigde het experiment van het ministerie van CRM en de geldkraan ging dicht. De omroep moest nu zelf voor financiering zorgen. De Zoetermeerse gemeenteraad was ook niet van plan om bij te springen omdat men vond dat de omroep te weinig draagvlak had binnen de bevolking. Uiteindelijk ging men toch overstag, en besloot onder de strenge voorwaarden dat als de omroep zelf voor een bedrag van ƒ 80.000 (ruim € 36.000) en een ledenbestand van 2000 leden zou zorgen, er nog een subsidieronde zou volgen. Wonder boven wonder lukte het de omroep om aan deze voorwaarden te voldoen, en nog een jaar subsidie volgde.

In het najaar van 1978 liep deze subsidie af, en stelde de gemeenteraad de omroep voor de keuze: helemaal stoppen of alleen verder met radio-uitzendingen met een minimale begroting en uiterlijk tot 1981. Voor dat laatste werd gekozen. De televisiestudio werd ontmanteld en gesloten, en er werd een kleinere radiostudio in de hoek van het gebouw gebouwd.

Door het oog van de naald[bewerken | brontekst bewerken]

Het werd 1981, en ook aan deze subsidie kwam een eind. De gemeenteraad was vastbesloten: genoeg is genoeg. Genoodzaakt door een bijna lege beurs ging aan het eind van dat jaar de "stekker eruit", tijdelijk althans. De relatief dure studioruimte aan de Fokkerstraat werd ontmanteld en de balans werd nog eens goed opgemaakt. Het bestuur zag daarmee de mogelijkheid om in een afgeslankte vorm een doorstart te kunnen maken. Er werd een goedkopere en kleinere ruimte gevonden onder een flat aan de Van Aalstlaan. In de zomer van 1982 werd er met man en macht gewerkt aan het verhuizen en inrichten van een studio. En na de opening van dit nieuwe onderkomen door burgemeester Hoekstra op 28 augustus 1982 kwam de omroep, nu onder de naam "LOZ-Radio Zoetermeer", terug op de kabel.

Commerciële activiteiten uit den boze[bewerken | brontekst bewerken]

Er brak opnieuw een onzekere tijd aan. De omroep moest elk jaar zo'n ƒ 10.000 tot ƒ 15.000 (ca. € 4.500 - € 6.800) bij elkaar zien te harken. Lokale omroepen vielen (en vallen) onder de mediawet, en in die dagen waren reclame en andere commerciële initiatieven uit den boze. De enige inkomsten waren de symbolische bijdrage van de kerken: ƒ 50 (€ 22,69) voor elke uitgezonden kerkdienst, één per week! Er waren plannen voor het oprichten van een stichting die juridisch los zou staan van de omroep. Hierdoor zou het mogelijk worden om zendtijd te verkopen, apparatuur te verhuren, het uitgeven van een krantje en andere initiatieven te ondernemen. Zover is het echter nooit gekomen.

Alleen via het kabelnet[bewerken | brontekst bewerken]

Een groot luisterbereik had de zender ook niet: er mocht uitsluitend via het kabelnet worden uitgezonden, het gebruik van een etherzender was toen nog niet toegestaan. De uitzendfrequentie op de kabel was 100,9 MHz, maar voor het gemak sprak men over 101 FM. Radio's met digitale frequentie-uitlezing bestonden nog niet, dus praktisch niemand merkte dat verschil.

Beperkte uitzenduren[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks alle problemen werd de omroep gedragen door een team van zeer enthousiaste vrijwilligers. De eerste jaren waren programma's nog erg stijf en formeel. Maar vanaf 1983 kwamen er meer jonge programmamakers, en in de jaren die daarop volgden veranderden de programma's in positieve zin. In de eerste jaren kon de omroep slechts 15 uur radio per week verzorgen, maar dit aantal verdubbelde halverwege de jaren 80. Buiten deze zenduren gaf de omroep het programma van Hilversum 3 door. Tegenwoordig is het niet meer denkbaar dat een radiostation slechts enkele uurtjes per dag eigen programma's uitzendt, maar dit speelde zich af in een tijd dat er nog geen computers gebruikt konden worden voor automatische programmering zoals dat nu het geval is. De omroep was gebonden aan de beperkte vrije tijd van de vrijwillige programmamakers.

Verplichte zendtijd voor doelgroepen[bewerken | brontekst bewerken]

Daar kwam bij dat de omroep nog altijd gebonden was aan de strenge regels van de Mediawet. Die schreef voor dat publieke omroepen (en dus ook lokale omroepen) voor een bepaald percentage van de zendtijd informatieve en culturele programma's moesten brengen. Dit resulteerde vooral in het weekend in een vrij versnipperde programmering. Programma's door en voor culturele minderheden, sport en kerkdiensten werden afgewisseld door muziekprogramma's.

Radio Groeistad[bewerken | brontekst bewerken]

Behalve godsdienstige en culturele doelgroepen wilde de omroep ook andere doelgroepen zoals vrouwen, ouderen en jongeren bedienen. Voor elke doelgroep kwamen er programma's. Aan het eind van de jaren 80 kreeg de voormalige radiopiraat Radio Groeistad in het kader van zendtijd voor jongeren, de gelegenheid om een aantal uren per week te vullen met een eigen programma. Omdat deze enthousiaste programmamakers meer wilden dan slechts een paar uurtjes in de week, vroegen zij een eigen zendmachtiging aan. In eerste instantie werd die aanvraag geweigerd omdat de LOZ al een machtiging had en er maar één machtiging per gemeente mocht worden uitgegeven. Maar enkele jaren later gebeurde er iets onverwachts: de voormalige piraat kreeg nu wel een machtiging toegewezen, dit tot verbijstering van de LOZ. Het bleek dat het toenmalige bestuur van de lokale omroep had verzuimd om een verlenging van haar machtiging aan te vragen. Nu stonden er twee partijen tegenover elkaar. Aan de ene kant Radio Groeistad met een officiële zendmachtiging, en aan de andere kant de LOZ die al 15 jaar de lokale omroep voor Zoetermeer was geweest en vond dat het zich op een gewoonterecht kon beroepen.

Zoetermeer FM[bewerken | brontekst bewerken]

In de eerste helft van de jaren 90 werden er talloze bemiddelingspogingen gedaan om uit deze impasse te komen. Uiteindelijk werd er een nieuwe stichting opgericht: "Zoetermeer FM", of kortweg: "ZFM". In een poging tot een compromis te komen werd de zendtijd verdeeld. Hoewel ZFM nu officieel één omroep was, bestond het in de praktijk uit twee kampen die elkaar wederzijds volledig wantrouwden. Het Groeistad-kamp bleef in haar eigen studio zitten en zo ook het LOZ-kamp. Via een automatische schakelklok werd op de afgesproken tijdstippen de juiste studio naar de zender doorgeschakeld. In grote lijnen hield de LOZ haar "oude" uitzendtijden (overdag in het weekend, en 's avonds op werkdagen) en Groeistad de overige uren. Ondanks deze onnatuurlijke spagaat, werkte dit compromis redelijk voor een aantal jaar. Inmiddels was er vanuit de gemeente Zoetermeer subsidie gekomen, en er werd een etherzender aangeschaft (FM 107,6 MHz). Daarnaast was het programma van ZFM ook te beluisteren via het mozaïekkanaal op de televisie, wat voor een flink aantal extra luisteraars/kijkers zorgde.

De stekker eruit[bewerken | brontekst bewerken]

Een combinatie van factoren (ambitie, fouten, verschil van inzicht, tegengestelde belangen, talloze ruzies en wellicht nog veel meer), waren uiteindelijk de reden dat het monsterverbond van deze twee groepen programmamakers steeds moeilijker houdbaar werd. Het LOZ-kamp voelde zich benadeeld en kreeg er steeds meer moeite mee om zich naar buiten toe als "ZFM" te presenteren. In 1996 besloot het LOZ-bestuur om voortaan de programma's onder de naam "ZFM-LOZ" de ether in te sturen en een paar maanden later zelfs alleen nog als "LOZ-radio". Het resultaat was echter dat het Groeistad-kamp, dat zich onveranderd als "ZFM" bleef presenteren, door de politiek en de luisteraars steeds meer als "de" lokale omroep werd gezien. ZFM was tenslotte de officiële houder van de zendmachtiging. De onderlinge spanningen bleven groeien en het kwam uiteindelijk tot een climax: op advies van een bemiddelaar zette de politiek het LOZ-kamp buitenspel en de voormalige radiopiraat kreeg nu het alleenrecht om zich de lokale omroep van Zoetermeer te noemen. In 1997 ging voor de LOZ, als een van de eerste lokale omroepen in Nederland, na 22 jaar definitief de stekker eruit.

Een doorstart[bewerken | brontekst bewerken]

De LOZ heeft nog een wanhopige poging gedaan om een doorstart te maken via de lokale omroep van de buurgemeente Pijnacker. Deze kleine omroep kon met haar beperkte aantal medewerkers, heel goed een legertje programmamakers met hun programma's gebruiken. De LOZ kon er zelfs onder haar eigen naam programma's uitzenden. Maar erg makkelijk ging deze samenwerking ook niet. Opnieuw zorgden cultuurverschillen voor wrijving tussen de medewerkers van beide omroepen. En al na een paar maanden brachten ernstige technische problemen bij de Pijnackerse omroep deze reddingspoging tot een abrupt einde.

De laatste strohalm[bewerken | brontekst bewerken]

In 1999 richtten enkele voormalige LOZ-medewerkers "Stadsradio Zoetermeer" op. Als commerciële omroep werd er een zendfrequentie aangevraagd op het Zoetermeerse kabelnet. Deze omroep heeft enkele jaren in het weekend uitzendingen verzorgd, maar kwam uiteindelijk in 2006 ook tot een einde.

Ter afsluiting[bewerken | brontekst bewerken]

De vereniging L.O.Z. bestaat nog in slapende vorm. ZFM is nu een succesvolle radio-omroep en verzorgt van tijd tot tijd ook televisie-uitzendingen. Bij de Lokale Omroep Zoetermeer hebben in haar 22-jarig bestaan vele honderden vrijwilligers gewerkt. Enkele later landelijk bekend geworden medewerkers zijn Elles de Bruin (rond 1982), Roelof Hemmen (rond 1984), Robert Jensen (rond 1991) en Michael Pilarczyk (1987).

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • De (voor luisteraars van LOZ-Radio in de jaren 70 en 80) bekende stationcall met het blazersorkest, was een verknipte versie van het nummer "More and More" van Blood Sweat and Tears.[1]
  • De originele EP waarvan "De Krekel" is opgenomen.
    De radio-uitzendingen in de jaren 70 en 80 werden dagelijks afgesloten met nummer Stinger van Dave Fredericks. Dit was afkomstig van een demonstratie-EP van een ARP synthesizer. Het verhaal hier achter is, dat in de begindagen van de LOZ de tv-uitzendingen vanuit de Fokkerstraat enkele maanden lang werden verstoord door een krekel die boven het verlaagd plafond zat. Een LOZ-medewerker heeft deze tune geïntroduceerd vanwege de toepasselijke krekel-achtige begeleiding, waarna het simpelweg als "De Krekel"[2] de annalen in is gegaan. Volgens de overlevering is het diertje uiteindelijk gestorven en naar beneden gevallen, waarna het door enkele medewerkers met alle egards is begraven.

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]