Lactaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Lactaat (de zuurrest van melkzuur) is het eindproduct uit het glucosemetabolisme onder zuurstofarme omstandigheden (anaerobe glycolyse) en levert energie aan skeletspieren tijdens zware inspanning. Het kan onder invloed van zuurstof geoxideerd worden (citroenzuurcyclus) in hartspiercellen of zelfs weer geconverteerd worden naar glucose (gluconeogenese of Cori-cyclus). Lactaat is een marker voor de mate van weefseloxygenatie. Bij zuurstoftekort (hypoxie) zal er veel lactaat gevormd worden. De belangrijkste bronnen van lactaat zijn de huid, rode bloedcellen, hersenen, skeletspieren, darmen en leukocyten. Lactaat en pyruvaat samen vormen een reversibel reactiekoppel waarvan het reactie-evenwicht gereguleerd wordt door de hoeveelheid aanwezig zuurstof. Lage zuurstofwaarden versterken de omzetting van pyruvaat naar lactaat terwijl adequate zuurstofwaarden de reactie de andere kant op laten lopen. Lactaatconcentraties zijn afhankelijk van de pH, NADH/NAD+ ratio, snelheid van het metabolisme en de pyruvaatconcentratie.

Mogelijke toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Differentiaaldiagnose bij metabole acidose zoals bij:

Valkuilen[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste bepalingsmethoden meten alleen L-lactaat. Dit gegeven is van belang bij verdenking op een D-lactaat acidose die wordt veroorzaakt door veranderingen in de darmflora samen met mentale veranderingen.

Referentiewaarden[bewerken | brontekst bewerken]

Voor veneus of capillair volbloed geldt:

  • Neonaten: < 2.9 mmol/L
  • Volwassenen: 0.5 - 1.8 mmol/L

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]