Lijst van rectores magnifici van de Universiteit van Amsterdam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst van rectores magnifici van de Universiteit van Amsterdam. De universiteit kreeg (als Athenaeum Illustre) wettelijke erkenning als instelling van hoger onderwijs in 1815. In 1877 kreeg de universiteit promotierecht en werd ze omgedoopt tot Universiteit van Amsterdam. Wetenschappers als Allard Pierson, Jan Willem Gunning, Hugo de Vries, Nobelprijswinnaar Pieter Zeeman en Arie de Froe hebben de functie van rector magnificus bekleed.

Medewerkers van de universiteit in 1926 (en rector Brugmans)
Periode Naam rector magnificus Portret
1877-1878 C.A.J.A. Oudemans
1878-1879 Samuel Naber
1879-1880 Sytze Hoekstra[1]
1880-1881 Cornelis Pijnacker Hordijk
1881-1882 Jan Willem Reinier Tilanus
1882-1883 Willem Berlin
1883-1884 Allard Pierson
1884-1885 Jacob Gijsbert de Hoop Scheffer
1885-1886 Levi de Hartog
1886-1887 Thomas Place
1887-1888 Jan Willem Gunning
1888-1889 Jan Carel Matthes
1889-1890 Pierre Daniel Chantepie de la Saussaye
1890-1891 Gerard Anton van Hamel
1891-1892 Barend Stokvis
1892-1893 C.M. Kan
1893-1894 Diederik Johannes Korteweg
1894-1895 Daniël Völter[2]
1895-1896 Max Conrat[3]
1896-1897 Casper Kuhn
1897-1898 Hugo de Vries
1898-1899 Cornelis Bellaar Spruyt
1899-1900 Samuel Cramer
1900-1901 Daniël Josephus Jitta
1901-1902 Pieter Klazes Pel
1902-1903 I.M.J. (Isaac) Valeton
1903-1904 Hendrik Bakhuis Roozeboom
1904-1905 Izaak de Bussy
1905-1906 J.F. Houwing
1906-1907 Jacob Rotgans
1907-1908 Carel Philip Sluiter[4]
1908-1909 H.Th. Karsten
1909-1910 Manuel Straub
1910-1911 Jan te Winkel
1911-1912 Cornelis Winkler
1912-1913 Hector Treub
1913-1914 Rudolph Hendrik Saltet
1914-1915 Albert Bruining
1915-1916 Eduard Verschaffelt
1916-1917 Remmelt Sissingh
1917-1918 Louis Bolk
1918-1919 Koenraad Kuiper
1919-1920 Jan Six
1920-1921 Samuel Mendes da Costa
1921-1922 J.C.A. Wertheim Salomonson
1922-1923 Pieter Zeeman
1923-1924 Richard Constant Boer
1924-1925 Otto Lanz
1925-1926 Pieter Ruitinga
1926-1927 Hajo Brugmans
1927-1928 Hendrik Burger
1928-1929 J.C.H. de Meijere
1929-1930 David van Embden
1930–1931 Johannes Diderik van der Waals jr.
1931-1932 Paul Scholten
1932–1933 Isaac Henri Hijmans
1933–1934 Hendrik van Bakel
1934-1935 Theodoor Stomps
1935-1936 W.P.C. Zeeman
1936-1937 Ernst Laqueur
1937 (sept.-nov.) A.H.M.J. van Rooy
1937 (dec.) Hendrik Anthonie van Bakel
1937 (dec.)-1938 Herman Frijda
1938-1939 Pieter Losecaat Vermeer
1939-1940 J.J. van Loghem (1876-1968)
1940-1942 Bernard Brouwer
1942-1943 Herman Deelman
1943-1944 Johan Pieter Wibaut
1945 (juni-sept.) J.J. van Loghem (1876-1968)
1945-1946 Martinus Willem Woerdeman
1946-1947 Pieter Harting
1947 Jacob Clay (waarnemend)
1947-1948 Gerard Carel Heringa
1948-1949 H.R. Hoetink
1949-1950 Marius Valkhoff[5]
1950-1951 Nico Donkersloot
1951-1952 Marcel Henri Bregstein
1952-1953 George van den Bergh
1953-1959 Martinus Woerdeman
1960-1964 Jan Kok
1964-1968 Jo van der Hoeven
1968-1971 Guus Belinfante
1972-1976 Arie de Froe
1976-1979 Gerrit den Boef
1979-1981 Josua Bruyn
1981-1987 Dirk Willem Bresters
1987-1991 Syo Thoden van Velzen
1992-1996 Pieter de Meijer
1997-2002 Jaap Franse
2002-2007 Paul van der Heijden
2007-2016 Dymph van den Boom
2016-2022 Karen Maex
2022- Peter-Paul Verbeek

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Peter Jan Knegtmans: Professoren van de stad. Het Athenaeum Illustre en de Universiteit van Amsterdam, 1632-1960. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2007. ISBN 978-90-5356-963-4
  • Jaarboek der Universiteit van Amsterdam (1877-1964). Eén deel digitaal beschikbaar: Jaarboek 1937-1938
  • Jaarboek van de Universiteit van Amsterdam (1991 t/m 2001) met eigen titels, bijv. Een eeuw Universiteit van Amsterdam (Amsterdam, Vossiuspers, 1999)
  • J.W. te Winkel: Album academicum van het Athenaeum illustre en van de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1913