Orzełklasse

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
ORP Orzeł
ORP Sep

De Orzełklasse was een Poolse scheepsklasse uit de jaren dertig van de 20e eeuw die twee onderzeeboten omvatte. De Poolse marine had de twee schepen besteld bij de Nederlandse scheepswerf RDM uit Rotterdam en de KM Schelde uit Vlissingen. Voor ieder schip moest de Poolse marine 3 235 000 gulden, 103 000 pond, 900 000 Zwitserse frank en 226 000 zloty betalen. Dit kwam neer op een equivalent van 15,44 miljoen zloty per schip.[1]

Technische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De schepen van de Orzełklasse hadden een afmeting van (L)84 m x (B)6,7 m x (H)4,17 m. Met een totale waterverplaatsing van 1100 ton boven water en 1473,5 ton onder water. Wanneer de schepen maximaal beladen waren hadden ze een verplaatsing 1650 ton.[1]

Boven water wisten deze schepen, met twee Sulzer 6QD42 6 cilinder dieselmotoren met 4740 pk, een maximale snelheid te halen van 20 knopen. Onder water werd er gebruikgemaakt van 2 Brown-Boveri elektromotoren met een vermogen van 1100 pk, waardoor onder water een snelheid gehaald kon worden van maximaal 9 knopen.[1]

Volgens het contract tussen de Poolse marine en de Nederlandse scheepsbouwers moesten de schepen veilig kunnen duiken tot een diepte van 80 meter. Tijdens tests werd een diepte van 100 meter zonder problemen gehaald.[1]

Bewapening[bewerken | brontekst bewerken]

De schepen van de Orzełklasse waren uitgerust met 12 × 55,1 cm torpedobuizen. Deze torpedobuizen waren zo gemaakt dat er ook gebruikgemaakt kon worden van 53,3 cm torpedo's. In totaal konden de schepen 20 torpedo's meenemen, voor deze klasse werden de Franse 1924V 21,7 inch torpedo en de 21 inch Whitehead AB torpedo gebruikt. Daarnaast waren deze schepen uitgerust met een 10,5 cm kanon en een 1 × 2 40mm luchtafweergeschut, die beide waren gebouwd door het Zweedse bedrijf Bofors.[1]