Overleg:Hendrik Pierson

Stroming

Uit 'De Bossche schoolkwestie' blijkt dat Pierson zichzelf rekent tot de stroming van de ethische theologie van Daniël Chantepie de la Saussaye. Nader onderzoek is nodig om te kijken of, wanneer en hoe Pierson zich heeft gedistantieerd van het Reveil waarmee hij door zijn ouders is opgevoed.– De voorgaande bijdrage werd geplaatst door NCdeLeeuw (overleg · bijdragen) 14 nov 2011 13:30‎

Volgens Schram in het biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme is Pierson "zijn leven lang volgeling van Da Costa geweest", hoewel hij tijdens zijn studententijd en zijn eerste jaren als predikant aanhanger was van de moderne opvattingen van de "Tübingse school" en van de historische kritiek keerde hij in 1867 terug naar het geloof van zijn moeder (bron: Pierson, Hendrik). In de portrettengalerij van markante protestanten wordt deze ontwikkeling van Pierson in de beginjaren van zijn loopbaan gekarakteriseerd als "hij maakte een ontwikkeling door van modern naar orthodox" (bron: Markante protestanten:Hendrik Pierson). Gouwenaar (overleg) 14 nov 2011 22:58 (CET)

Uit "Hendrik Pierson: Een hoofdstuk uit de geschiedenis van de inwendige zending" van Schram lijkt dit inderdaad het geval. Maar hij lijkt rond 1867 volgens Schram het modernisme te verlaten vanwege zijn groei richting de ethische stroming(p.36). De ethische stroming is in academisch-theologische zin geen modernisme. Of dit nu richting zijn moeders geloof is durf ik nog niet te beoordelen. Uit de biografie van Schram blijkt dat zowel het geloof van zijn moeder als van Hendrik zelf ontwikkelt en ook voor henzelf lastig te karakteriseren valt.– De voorgaande bijdrage werd geplaatst door NCdeLeeuw (overleg · bijdragen) 17 nov 2011 09:57‎

Ik betwijfel of je uit het feit dat Hendrik Pierson zichzelf rekent tot de stroming van de ethische theologie van Chantepie de la Saussaye (ethisch irenische richting), mag afleiden dat hij zich gedistantieerd heeft van het Réveil. Beiden zetten het Réveil in zekere zin voort, CdlS door een theologische lacune te dichten (zie [1]), HP door het maatschappelijk Réveil vorm te geven en het voorbeeld van O.G. Heldring te volgen. Theobald Tiger (overleg) 3 dec 2011 20:37 (CET)

Bibliografie

Ik vraag me af of het nodig is om een complete vermelding van het werk van Pierson in het artikel te vermelden. De balans met de rest van het artikel dreigt hierdoor wel wat te worden verstoord. Bovendien bevat de opsomming nu ook tal van minder belangrijke zaken zoals inleidingen, briefwisselingen, reacties e.d. Naar mijn mening zou het artikel aan kracht winnen als de bibliografie beperkt wordt toot de belangrijkste werken van Pierson. Gouwenaar (overleg) 30 nov 2011 14:27 (CET)

Ik ben het eens met collega Gouwenaar. De huidige bibliografie bevat veel marginale publicaties, voorredes, preken enzovoort, zelfs onuitgegeven brieven. Het lijkt mij beter om nader in te gaan op Piersons maatschappelijke betekenis, zijn bewogenheid met kwetsbare meisjes en vrouwen, zijn verzet tegen de reglementering van de prostitutie, zijn strijd voor protestants onderwijs, zijn letterkundige belangstelling en zijn dichtwerk (het lied God is getrouw, Zijn plannen falen niet... wordt nog steeds veel gezongen). Bij de behandeling van deze onderwerpen, kunnen uiteraard de belangrijkste brochures en polemieken niet onvermeld blijven. Ik zal komende week een voorstel doen voor een tekst in deze geest die aan dit lemma kan worden toegevoegd. Ik hoop op een goede ontvangst. Theobald Tiger (overleg) 3 dec 2011 20:48 (CET)

PS Zijn de twee slotzinnen van De Bossche schoolkwestie echt relevant voor dat deelonderwerp? Theobald Tiger (overleg) 3 dec 2011 23:17 (CET)

Ik ben voornemens de komende dagen in enkele slagen toevoegingen te doen aan dit lemma. Ik zal afsluiten met een voorstel voor een beknoptere publicatielijst die enige relatie heeft met de tekst die er dan staat. Theobald Tiger (overleg) 13 dec 2011 10:16 (CET)