Overleg:Limburgs streekproduct

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 6 jaar geleden door Tom Frissen in het onderwerp Rommedoux

gaat dit over Nederlands of Belgisch Limburg. Het beste zou zijn: over "heel" Limburg. Kun je dit specifiëren/aanvullen? dank bij voorbaat Door de wol geverfd 21 mrt 2006 14:32 (CET)Reageren

Limburg: Nederlands en Belgisch[brontekst bewerken]

U heeft helemaal gelijk, bij het noemen van Limburg is het niet geheel overbodig te spreken over Nederlands- en Belgisch Limburg. Er zijn immers twee Limburgen, alhoewel ik dat -als Limburger?- zelf niet zo ervaar.

aanvulling: limburgse streekproducten[brontekst bewerken]

Het is natuurlijk moeilijk om alle producten op te noemen zonder iets te vergeten, maar wat u toch absoluut zou moeten vermelden als een Nederlands Limburgs product is de champignon. Deze zijn in Nederland voor het eerst in Limburg in de Mergelgrotten geteeld, en worden nog steeds voor het leeuwendeel van de Nederlandse productie in Limburg geproduceert.

Wilt u misschien iets meer informatie over het onstaan van de teeltraditie van de champignons? Leest u dan het onderstaande eens:

De Romeinen hadden de champignon al op de menukaart staan. Maar het duurde nog tot 1707 voordat de eerste eetbare champignons geteeld werden volgens het huidige principe. Vele jaren later ontdekten kwekers dat het stabiele klimaat van verlaten onderaardse groeven gunstig was voor de champignonteelt.

In navolging hiervan vestigen zich rond 1900 de eerste kwekers in de Sint Pietersberg. Afgezien van toeristische exploitatie, gebeurde niks met de gangen van de Sint Pietersberg en kregen ze een nieuwe nuttige functie. Decennia lang verschafte de Sint Pietersberg onderdak aan tientallen kwekerijen. Praktisch alle gangen in de verschillende stelsels dienden als kweekruimte. In 1950 veranderde het kweekproces gesteund door gedegen onderzoek. Bovengrondse kwekerijen, met een hoger rendement, verrezen op andere plekken in Limburg. Dit bracht een ommezwaai tot stand. Eén voor één verdwenen de ondergrondse kwekerijen De laatste overgebleven onderaardse kwekerij bevindt zich in het noordelijk gangenstelsel van de Sint Pietersberg.


Wat zijn champignons?

Het vruchtlichaam wat wij de paddestoel noemen is slechts een gedeelte van een schimmel. Onder de grond en onzichtbaar voor het oog, groeit het mycelium. Dit is een dicht netwerk van fijne draden, die bij sommige soorten een oppervlakte van meerdere hectaren bestrijken. In tegenstelling tot groene planten beschikken schimmels niet over bladgroenkorrels en zijn ze niet in staat om zelfstandig voedsel te produceren. Als alternatief produceren ze enzymen die inwerken op organische bestanddelen van dode of levende organismen en ontrekken daarvan weer voedingsstoffen. De voedselketen sluit zich weer, doordat de schimmels zorgen voor voedingsstoffen voor de planten. Afhankelijk van de manier waarop schimmels hiertoe in staat zijn, worden ze onderverdeeld in drie groepen: saprofyten, parasieten en mycorrhiza. Saprofyten, waartoe de champignon behoort, leven van afgestorven plantenresten en hout. Ze zijn een onmisbare schakel in de voedselketen. Omdat ze de organische stoffen van afgestorven of zieke organismen omzetten in anorganische stoffen. Hiermee voorzien ze in de noodzakelijke voedingsstoffen voor de groene planten. Sommige schimmels leven als parasieten. Ze hebben als het ware hun voedselvoorziening uitgebreid en leven doorgaans ten koste van een ander organisme. Dat kunnen planten, dieren of zelfs andere schimmels zijn. De laatste groep Mycorrhiza leven juist in symbiose met bomen en planten. In tegenstelling tot de parasieten leveren ze een nuttige tegenprestatie aan de gastheer. Een bekend voorbeeld van deze groep is het eekhoorntjesbrood. Zoals bekend zijn niet alle paddestoelen eetbaar. Van de ruim 3000 verschillende paddestoelen die in West-Europa voorkomen, zijn ongeveer 50 soorten eetbaar voor de mens. Hiertoe behoort de champignon. Qua voedingswaarde zijn ze overigens verwaarloosbaar. Het grootste gedeelte is water (90%) en ze dragen nauwelijks bij aan de dagelijkse energieopname.

Het traditionele kweekproces

Champignons groeien alleen op een voedingsbodem van paardenmest. Hierop worden meerdere achtereenvolgende oogsten geplukt, waarna de mest niet meer bruikbaar is voor de champignonkweek. Boeren kunnen het wel nog gebruiken als meststof voor op het land. Vers aangeleverde paardenmest moet eerst gefermenteerd worden, voordat het geschikt is voor de teelt. Dit gebeurde vroeger meestal dicht bij de kwekerijen, waar de mest in grootte hoeveelheden al dampend werd opgeslagen. Door de temperatuursverhoging die ontstond (tot circa 80 graden) en door regelmatig de mest om te draaien, verdwenen op den duur alle schadelijke bacteriën. De gefermenteerde mest werd met karren de groeve ingereden of soms door verticale kokers in de kwekerijen gestort. Hierna kon de eigenlijke kweek beginnen. De mest werd efficiënt verdeeld in langgerekte rijen oftewel bedden. Door deze bedden te enten met zaden startte de groei van het mycelium van de champignon. De sporen van de champignon kregen zo de kans om te kiemen en uit te groeien in de bedden. Dit leverde nog geen vruchtlichamen. Eerst moest nog een dunne laag mergel over de bedden uitgestrooid worden, waarop al snel de eerste champignons gaan uitgroeien. Na een aantal weken was de eerste oogst gereed.


Ik hoop dat u iets van mijn tekst wilt opnemen in wikipedia. Alvast bedankt.

Met vriendelijke goet,

Alex Janssen Salesmanager Oakfield & The Mushroom Factory (een van de top tien grootste telers van Nederland) Weert-Limburg Tel: 06-50470513

Rommedoux[brontekst bewerken]

Is dit een limburgs streekproduct?

Tom Frissen (overleg) 22 mrt 2018 03:49 (CET)Reageren