Naar inhoud springen

Overleg gebruiker:T. Tichelaar/Kladblok2

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

CRP

Er staat nu: "Op 7 februari 1795 werd door de Staten-Generaal der Nederlanden bepaald dat alle veroordelingen wegens de gebeurtenissen van 1787 zouden worden teruggedraaid. De volgende dag keerde hij terug in Friesland en de nuchtere Huber werd op 19 februari lid van het Comité Révolutionaire, het hoogste soevereine orgaan in Friesland" - het betreft hier eerstens het Comité Révolutionaire Provinciaal dat op 7 februari 1795 werd opgericht en Kuiper (2002, p. 32; door Taks gebruikt en aangehaald proefschrift) meldt "direct daarop [=na de oprichting] namen hij [=Huber] en drie andere Friese émigrés zitting in het C.R.P." Op p. 40 meldt Kuiper in zijn proefschrift dat de ontbinding van de Statenvergadering en de beëdiging van de nieuwe voorlopige regering door de president van de CRP op 19 februari 1795 "de laatste officiële handelingen van het C.R.P." vormden en het CRP hield dan ook per die laatste datum op te bestaan. Dat Huber dus op de datum van opheffing van het CRP lid van het CRP zou zijn geworden is dus onjuist; helaas opnieuw een bewijs dat ieder gegeven van Taks nagelopen moet worden aan de hand van de door hem ge(mis)bruikte bronnen. Paul Brussel (overleg) 15 jul 2014 23:09 (CEST) Toenadering met alleen Zeeland?

Er staat nu: "De Friese separatisten zochten toenadering tot Zeeland.[19]" - Kuiper (p. 112) meldt echter dat die gezocht werd met Zeeland en Groningen: "de generaliteitscommissie [stelde] een dag later voor de banden met Zeeland en Stad en Lande nauwer aan te halen" waarna een circulaire van 22 december 1795 aan Zeeland en Groningen volgde. Paul Brussel (overleg) 15 jul 2014 23:18 (CEST) Ontslag / afzetting

Er staat nu: "Huber werd afgezet als volksrepresentant [25]" - inderdaad meldt Kuiper op p. 125 dat het Comité van herstel in januari 1796 21 representanten "niet meer waardig achtte het volk te vertegenwoordigen - zij werden ontslagen", waarna voetnoot 125 volgt (p. 549) die de 21 namen van die ontslagen representanten geeft: Huber wordt niet in die voetnoot 125 genoemd en werd dus niet ontslagen. P. 175, over mei 1796, wordt gemeld dat Huber van de lijst van representanten werd afgevoerd "wegens langdurige, ongeoorloofde absentie"; van afzetting is hier dus geen sprake Paul Brussel (overleg) 15 jul 2014 23:28 (CEST) Amnestie voor Huber?

Er staat nu: "Het radicale Friese bewind kwam eind juni tot de conclusie om de onwillige representanten amnestie te verlenen[32]" met een voetnoot die verwijst naar Kuiper (2002, p. 201). De Hoofdvergadering wilde echter helemaal geen algeheel pardon: "hoorden ook een E.M. van Beyma en een Huber hun welverdiende straf te ontvangen" [...] Zo zouden diegenen die van amnestie uitgesloten bleven (het waren er nu twaalf in plaats van zes), op een nog nader te bepalen tijdstip alsnog berecht moeten worden", en Huber lijkt tot die 12 te hebben behoord. Kuiper meldt dan op p. 202 (niet p. 201) wat er uiteindelijk in de vergadering van 23 juni wordt besloten: "Twaalf uitgewekenen vielen dus buiten de amnestieregeling". Paul Brussel (overleg) 15 jul 2014 23:45 (CEST) Categorieën (++): (+)