Pieter Jan Bijleveld (1859-1943)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pieter Bijleveld
Bijleveld (1917)
Pieter Jan Bijleveld
Geboren 11 augustus 1859 (Arnhem)
Overleden 10 september 1943 (Haarlem)
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Alma mater Universiteit Leiden
Functies
1924–1928 President van het Gerechtshof Amsterdam
1912–1924 Vicepresident van het Gerechtshof Amsterdam
1906–1912 Raadsheer bij het Gerechtshof Amsterdam
1894–1906 Rechter bij de Rechtbank Amsterdam
1888–1894 Substituut-griffier bij de Rechtbank Amsterdam

Pieter Jan Bijleveld (Arnhem, 11 augustus 1859Haarlem, 10 september 1943[1]) was een Nederlands rechter.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Mr. Bijleveld was een zoon van de advocaat mr. Cornelis Gerrit Bijleveld en Catharina Wilhelmina Broers. Na de middelbare school ging hij in navolging van zijn vader rechtsgeleerdheid studeren aan de Universiteit Leiden. Hij promoveerde op 4 juli 1883 tot doctor in de rechtswetenschap op het proefschrift Artikel 293 Wetboek van Strafrecht. Bijleveld begon zijn carrière als jurist te Arnhem en Amsterdam. In 1888 werd hij benoemd tot substituut-griffier bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam en in 1894 volgde daar zijn benoeming tot rechter. In 1906 werd hij raadsheer bij het Gerechtshof Amsterdam en in 1912 werd hij daar vicepresident. In de zomer van 1924 volgde zijn benoeming tot president van dat gerechtshof wat hij tot 1928 zou blijven.

Op 1 september 1892 trouwde Bijleveld te Arnhem met Theodora Maria Bernardina Justina Groneman, dochter van Isaäc Groneman.[2] Hij overleed in 1943 te Haarlem.[1]

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Art. 293 Wetboek van Strafrecht (Levensberoving op uitdrukkelijk en ernstig verlangen van het slachtoffer), proefschrift Leiden, 1883
  • De Geldersche Broederschap in het O. van Arnhem gedurende de eerste eeuw van haar bestaan, 1786-17 Februari-1886, Arnhem, Van der Zande, 1886