Portaal:Rotterdam/Uit de geschiedenis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

/maandag

/dinsdag

/woensdag

/donderdag

/vrijdag

/zaterdag

/zondag

Uitgelicht[brontekst bewerken]

Rotterdam na het bombardement met de ruïne van de Laurenskerk

Op 14 mei 1940 rond 13.30 uur voerden de Duitsers in het kader van de Duitse aanval op Nederland in 1940 het bombardement op Rotterdam uit.

Het is de reactie van de Duitse bezetters op het verzet van de Nederlandse troepen (vooral aan de Afsluitdijk, op de Grebbeberg en aan de Moerdijkbruggen), waardoor de Duitse opmars werd vertraagd. Het wordt ook gezien als een terreurbombardement om het Nederlandse volk en met hen heel Europa te tonen dat het de Duitsers ernst is en dat ze geen tegenstand dulden. Wie zich verzet moet op veel burgerslachtoffers rekenen en brengt dus onschuldige mensen in gevaar.

Het bombardement heeft geleid tot overgave van Rotterdam dezelfde dag, en, onder dreiging dat dit ook met andere steden zou gebeuren, te beginnen met Utrecht, tot overgave van Nederland de volgende dag.


De razzia van Rotterdam op 10 en 11 november 1944 is de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen tussen 17 en 40 jaar uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd, een vrij hoog percentage vergeleken met latere razzia's in andere steden, toen het verrassingseffect minder groot was.

In november 1944 was het zuiden van Nederland bevrijd en was de slag om Arnhem mislukt. In Nederland was de spoorwegstaking uitgebroken en stond de hongerwinter voor de deur. De motieven van de Duitse bezetter om de weerbare mannelijke bevolking van Rotterdam af te voeren zijn niet geheel duidelijk: de officiële reden was een tewerkstelling, maar het kostte de Duitsers moeite om werk te vinden voor deze mannen. De razzia werd straat voor straat en huis voor huis uitgevoerd waardoor ontsnappen nauwelijks mogelijk was. lees verder >>



Kaart van Rotterdam in 1588

Het Beleg van Rotterdam vond plaats op 9 en 10 oktober 1418 tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

Rotterdam was lang een van de steden die de twisten bespaard bleven, maar dit laaide grotendeels op in 1418 toen veel burgers partij gingen kiezen. Het kwam door het overlijden van Willem VI van Holland, die zijn Hoeksgezinde dochter Jacoba van Beieren achterliet als opvolgster. Haar oom Jan van Beieren was het er niet mee eens met deze opvolging en nam stelselmatig diverse steden in of wist burgers te overtuigen om Kabeljauwsgezind te worden.

Het boek Het geheim van Rotterdam (1990) van Thea Beckman, speelt grotendeels af tijdens het beleg van 1418.

lees verder >>



Delshaven waar de vloot van Jonker Frans aankwam en daarvandaan via de zeedijk naar Rotterdam trokken

De Inname van Rotterdam vond plaats op 18 november 1488 tijdens de Jonker Fransenoorlog, de laatste strijd binnen de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Jonker Frans van Brederode voer vanuit Sluis met ruim 1000 manschappen naar Rotterdam.

Deze actie werd met snelheid en in stilte succesvol uitgevoerd. De wacht bij de poort had geen weerstand kunnen bieden door deze verrassende aanval. De poort werd geopend en de mannen van Frans van Brederode konden zonder enig bloedvergieten de stad in komen. Van Brederode liet zijn troepen opnieuw in tweeën splitsen en zo de stad in trekken, de ene groep ging langs de Maaswal (ter hoogte van het hedendaagse Blaak) richting de stadshaven waar de wacht uit acht man bestond. Deze gooiden hun wapens neer en besloten te vluchten. Vervolgens kwam de groep bij de Blauwen toren die door 12 mannen werd bewaakt.

lees verder >>


Oude Haven en Maasbruggen in 1939

De strijd om de Maasbruggen in Rotterdam begon in de vroege ochtenduren van 10 mei 1940 en eindigde op 14 mei met de overgave van de stad na het bombardement. Het bezit van deze bruggen was van cruciale betekenis voor de Duitse aanval op Nederland. Tezamen met de bruggen bij Moerdijk en in Dordrecht vormden de Maasbruggen een corridor waardoor de Duitse hoofdmacht, met de 9e Pantserdivisie als kern, de Vesting Holland zou kunnen binnendringen.

In de vroege ochtenduren van de 10e mei landden aan weerszijden van de Maasbruggen twaalf watervliegtuigen. Hieruit kwamen ongeveer 80 Duitse soldaten tevoorschijn, die zich in rubberbootjes begaven naar strategische punten op en nabij de Maasbruggen. Na de hectische eerste oorlogsdag stabiliseerde zich de militaire situatie in de Maasstad. Wel stuurde het Algemeen Hoofdkwartier, ter versterking van de verdediging, nog ruim 3000 man infanterie naar Rotterdam. De Nederlandse troepen namen over een breed front op de noordelijke oever van de Nieuwe Maas verdedigende posities in om een eventuele Duitse oversteek van de rivier het hoofd te kunnen bieden.

lees verder >>


Overschie en Schiebroek waar de vloot van Jonker Frans aankwam in 1488.

De Jonker Fransenoorlog vond plaats tussen 1488 en 1490 en was de laatste oprisping van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Een Hoekse minderheid stootte begin november 1488 door in Rotterdam, vandaar uit werden pogingen ondernomen om steden en dorpen hoeksgezind te krijgen. Deze groepering werd geleid door Frans van Brederode (naamdrager van deze oorlog), een jonkheer en afstammeling van een roemrijk adellijk geslacht.

Op 13 november 1488 vertrok een vloot van 43 kogen en vendels met aan boord circa 800 tot 1000 manschappen. Op 15 november voeren ze de Maas op en op 16 november landden ze bij de rivier de Schie, waar een grote groep aan land ging. Op 18 november nam deze groep via de Schiedamse Poort de stad Rotterdam in. Vanaf dat moment heerst er piraterij op de Maas en andere rivieren en wordt het omringende land rond Rotterdam geplunderd.

lees verder >>



Het Basisplan voor de Wederopbouw van Rotterdam is het stedenbouwkundig plan voor het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste centrum van Rotterdam.

Op 11 december 1941 presenteerde stadsarchitect W.G. Witteveen zijn plan. Door gebrek aan bouwmaterialen tijdens de oorlog is weinig van dit plan gerealiseerd. Alleen de scheepvaartverbinding tussen Rotte en Leuvehaven kwam gereed. Op het plan van Witteveen kwam kritiek dat het plan te zeer gericht was op herstel en te weinig vernieuwend was. Na het vertrek van Witteveen begon zijn opvolger Cornelis van Traa in 1944 met de herziening van het Plan Witteveen. Op 28 mei 1946 werd het Basisplan door de gemeenteraad aangenomen In 1946 benoemde de toenmalige minister voor Wederopbouw Johan Ringers Cees van der Leeuw tot zijn gemachtigde voor de wederopbouw van Rotterdam. Vanwege hun bijzondere verdiensten is in 1946 aan Dr. C.H. van der Leeuw en in 1963 aan Dr. ir. J.A. Ringers de Van Oldenbarneveltpenning toegekend; dit is de hoogste gemeentelijke onderscheiding van de stad Rotterdam.

lees verder >>