Resolutie 2083 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 2083
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 17 december 2012
Nr. vergadering 6890
Code S/RES/2083
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Sancties tegen Al Qaida
Beslissing Aanpassing in verband met sancties tegen Al Qaida.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2012
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Guatemala Guatemala · Vlag van India India · Vlag van Marokko Marokko · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika · Vlag van Togo Togo
De buit van een ISAF-inval in een gebouw van Al Qaida in Irak in oktober 2007.

Resolutie 2083 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 17 december 2012, tezamen met resolutie 2082.

De resolutie gaat over de sancties die golden tegen personen en organisaties die geassocieerd werden met de terreurorganisatie Al Qaida. De bevriezing van geld, het reisverbod en het wapenembargo bleven van kracht. De mandaten van de ombudsman die aanvragen tot schrapping van de lijst met deze personen moest behandelen en dat van het waarnemingsteam dat de uitvoering van de sancties moest nagaan werden met dertig maanden verlengd. Ook werden de procedures waarbij personen op de lijst werden gezet of geschrapt verder verfijnd.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Oorlog in Afghanistan (2001-2021) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1979 werd Afghanistan bezet door de Sovjet-Unie, die vervolgens werd bestreden door Afghaanse krijgsheren. Toen de Sovjets zich in 1988 terugtrokken raakten die slaags met elkaar. In het begin van de jaren 1990 kwamen ook de Taliban op. In september 1996 namen die de hoofdstad Kabul in. Tegen het einde van het decennium hadden ze het grootste deel van het land onder controle en riepen ze een streng islamitische staat uit.

In 2001 verklaarden de Verenigde Staten met bondgenoten hun de oorlog en moesten ze zich terugtrekken, waarna een interim-regering werd opgericht. Die stond onder leiding van Hamid Karzai, die in 2004 tot president werd verkozen.

In 1999 stelde de Veiligheidsraad sancties in tegen de Taliban. In 2002 werden ook tegen Al Qaida sancties opgelegd en werden die tegen de Taliban vervangen. Er werd een lijst opgesteld van personen en organisaties waarop deze sancties van toepassing waren en die werd beheerd door een comité. In 2009 werd een ombudsman aangesteld die dit comité moest helpen met het verwerken van aanvragen tot schrapping van deze lijst.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]