Ruraal erfgoed

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bokrijk: een schuur, met rieten dakbedekking uit Zuienkerke

Ruraal erfgoed of agrarisch erfgoed is erfgoed of patrimonium dat ontstaat in de agrarische sector of in de landelijke sfeer wordt gesitueerd.[1]

Het begrip dekt zowel het materieel als immatrieel erfgoed, en is een onderdeel van het cultureel erfgoed en valt dus onder dezelfde internationale verdragen (Parijs, Granada en La Veltta).[2] Algemeen bestaat het grootste gedeelte over gebouwen en landbouwtechnologie. [3] De grens met religieus erfgoed is soms vaag: zo is een kapel voor de bescherming tegen veeziekten beide ruraal als religieus.[4]

Ruraal erfgoed in Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

De Landelijke Gilden proberen hun leden te stimuleren om hun waardevolle landelijk tradities (oogstfeesten, processies en bedevaarten) te behouden en door te geven.[4] Ook de kennis en cultuur van bijvoorbeeld neerhofdieren valt hieronder.[5] Deze missie wordt ondersteund door het Centrum Agrarische Geschiedenis.[1] Dankzij een actief erfgoedbeleid zijn bepaalde waardevolle stukken, zoals de Aardappelrooimachine Norvan, opgenomen als Vlaams Topstuk.[6]

Een grote hoeveelheid onroerend ruraal erfgoed is te bezichtigen in Bokrijk. Andere verzamelingen en instellingen met agrarisch of ruraal erfgoed zijn:

Ruraal erfgoed in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Met vlag en gilde: Banistiek van de landelijke beweging in het Waasland.- Sint-Niklaas: Landelijke Gilde, 2015; 97 p.: ill. - Catalogus bij de tentoonstelling in de Piet Elshoutzaal, SteM Zwijgershoek te Sint-Niklaas, van 6 november tot 29 november 2015.
  • Hoogstamboomgaarden in het Waasland: Pittig Erfgoed.[9]