Spaanse parlementsverkiezingen 1936

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Elecciones generales 1936
Datum 16 februari 1936
Land Vlag van Spanje Spanje
Te verdelen zetels 472
Opkomst 72,95%
Resultaat
Grootste partij PSOE
Nieuwe premier Manuel Azaña Díaz
Begin regeerperiode 1936
Zetelverdeling in het congres na de verkiezingen
Opvolging verkiezingen
1933     1977
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Spanje

De Spaanse parlementsverkiezingen van 1936 vonden op 16 februari van dat jaar plaats en werden gewonnen door het linkse Frente Popular (Volksfront), een kartel van sociaaldemocratische, communistische, republikeinse en progressief-liberale partijen. Het Frente Popular veroverde een absolute meerderheid in het uit één Kamer bestaande parlement, de Cortes Generales. De grootste individuele partij binnen het volksfront was de sociaaldemocratische PSOE. De tegenstanders van het volksfront, de rechtse alliantie die werd gedomineerd door de overwegend katholieke en corporatieve CEDA verloor licht.

Uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren in februari, de definitieve uitslag volgde evenwel pas in mei.

Politieke partij Percentage Zetels1 Verschil
Partido Socialista Obrero Español (PSOE)
(Socialistische Arbeiderspartij van Spanje)
20,9% 99 Gestegen40
Izquierda Republicana (IR)
(Linkse Republikeinen)
18,4% 87 -
Unión Republicana (UR)
(Republikeinse Unie)
7,8% 37 -
Esquerra Republicana de Catalunya (ERC)
(Linkse Republikeinen van Catalonië)
4,4% 21 Gestegen4
Partido Comunista de España (PCE)
(Communistische Partij van Spanje)
3,5% 17 Gestegen16
Acció Catalana (AC)
(Catalaanse Actie)
1,1% 5 Gestegen 5
Unió Socialista de Catalunya (USC)
(Socialistische Unie van Catalonië)
0,8% 3 Gestegen1
Partido Galeguista (PG)
(Gallicische Partij)
0,6% 3 Gestegen3
Partit Nacionalista Republicà d'Esquerra (PNRE)
(Partij voor de Nationalistische Linkse Republiek)
0,4% 2 Gestegen2
Unió de Rabassaires (UR)
(Unie van de Wijnbouwers)
0,4% 2 Gestegen1
Partido Republicano Democrático Federal (PRDF)
(Democratisch Federale Republikeinse Partij)
0,4% 2 Gedaald2
Republicanos independientes de Izquierdas
(Onafhankelijke Linkse Republikeinen)
0,6% 3 Gestegen3
Partit Català Proletari (PCP)
(Catalaanse Proletarische Partij)
0,2% 1 Gestegen1
Esquerra Valenciana (EV)
(Links Valencia)
0,2% 1 Gestegen1
Partido Obrero de Unificación Marxista (POUM)
(Marxistische Verenigde Arbeiderspartij)
0,2% 1 Gestegen1
Partido Sindicalista (PS)
(Syndicalistische Partij)
0,2% 1 Gestegen1
Partido Sindicalista Independiente (PSI)
(Onafhankelijke Syndicalistische Partij)
0,2% 1 Gestegen1
Totaal Frente Popular 47,3% 285 -
Confederación Española de Derechas Autónomas (CEDA)
(Spaanse Confederatie van Rechtse Autonomen)
18,6% 88 Gedaald27
Comunión Tradicionalista (CT)
(Gemeenschap van Traditionalisten)
1,9% 9 Gedaald2
Renovación Española (RE)
(Spaanse Renovatie)
2,5% 12 Gedaald2
Partido Agrario Español (PAE)
(Agrarische Partij van Spanje)
2,1% 10 Gedaald20
Independientes derechistas
(Rechtse Onafhankelijken)
1,5% 7 Gedaald11
Partido Republicano Conservador (PRC)
(Conservatieve Republikeinse Partij)
0,4% 2 Gedaald14
Partido Nacionalista Español (PNE)
(Nationalistische Partij van Spanje)
0,2% 1 Stabiel
Totaal Kandidaten van Rechts 46,48% 131 -
Partido del Centro Democrático (PCD)
(Centrum-Democratische Partij)
3,5% 17 -
Euzko Alderdi Jeltzalea-Partido Nacionalista Vasco (EAJ-PNV)
(Baskische Nationalistische Partij)
1,6% 9 Gedaald2
Lliga Catalana
(Catalaanse Liga)
2,5% 12 Gedaald12
Partido Republicano Radical (PRR)2
(Radicale Republikeinse Partij)
1,1% 5 Gedaald97
Partido Republicano Progresista (PRP)
(Progressieve Republikeinse Partij)
1,2% 6 Gestegen3
Partido Republicano Liberal Demócrata (PRLD)
(Liberaal-Democratische Republikeinse Partij)
0,4% 2 Gedaald17
Totaal Kandidaten van het Centrum 9,3% 42 -
Falange Española
(Spaanse Falange)
1,1% 0 Gedaald1
Totaal - 472 -

Aantekeningen:

1 Hier worden alleen de definitieve uitslagen van mei 1936 gegeven.
2 Sommige kandidaten van de PRR stonden op de lijst van de CEDA.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Spaanse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Premier Manuel Azaña (1880-1940)

Na de verkiezingen werd een volksfrontregering gevormd (zonder de communisten) onder leiding van de liberaal Manuel Azaña. Azaña was van 1931 tot 1933 als een keer eerder premier van Spanje geweest. De volksfrontregering voerde tal van hervormingen door en stelde een landhervorming in het vooruitzicht. Dit stuitte op verzet van de rechtse partijen, maar ook van het politieke midden. In mei kwam president Alcala Zamora ten val. Hij werd als staatshoofd opgevolgd door Azaña die op zijn beurt weer werd opgevolgd als premier door de Galicische staatsman Santiago Casares Quiroga, een liberaal. Op 17 juli 1936 pleegden hoge militairen een staatsgreep die deels slaagde: hele delen van Spanje kwamen onder het gezag van een militaire junta. Andere delen van Spanje, waaronder de hoofdstad Madrid en Barcelona, bleven in handen van de republikeinse regering. Een bloedige burgeroorlog die ruim drie jaar zou duren was het gevolg. Deze oorlog werd uiteindelijk gewonnen door de nationalisten die sinds 1937 onder leiding stonden van generaal Francisco Franco. Franco werd in 1939 staatshoofd van Spanje. Zijn dictatuur over héél Spanje zou meer dan 35 jaar duren en al die tijd vonden er geen democratische verkiezingen (wel zogenaamde "organische verkiezingen") plaats. De eerstvolgende parlementsverkiezingen vonden uiteindelijk plaats na het herstel van de democratie op 3 mei 1977.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • D. Mitchell: De Spaanse Burgeroorlog. Ooggetuigen spreken na de dood van Franco, Uitgeverij Het Wereldvenster te Weesp 1986, uit het Engels vertaald door D. Mertens, blz. 40vv
  • H. Thomas: The Spanish Civil War, Pelican Books 1971, blz. 132vv

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

  • (en) spartacus-educational.com: 1936 Spanish Elections