Veenmaten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Onder veenmaten worden de eenheden verstaan die in het veen gebruikt werden in het kader van de turfwinning.

Deze eenheden weken plaatselijk af maar geven wel een grootte-orde weer. Ook de natuurlijke omstandigheden ter plaatse speelden een belangrijke rol. Daarom geven de getallen niet meer dan een benadering weer.

Lengtematen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Klem, één laag turven, 17 cm

Overige maten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Turf, afmetingen variëren sterk, zie bijvoorbeeld de versneden lange hoogveenturf (45×12×15 cm = 0,0081 m³, massa 1,2 kg na droging) versus de versneden baggerturf (23x19x10 cm = 0,0044 m³; zie Gerding 1995, 33).
  • Dagwerk, hoeveelheid die een turfploeg per dag kon steken, ongeveer 10.000 turven, een volume innemende van 110 m³ nat veen of 45 m³ droog veen met een massa van ca. 12.000 kg.
  • Turfton, 40 turven, 0,324 m³ / 0,176 m³, of 48 kg droge turf.
  • Vergraven oppervlakte per dagwerk, 54 m² bij een dikte van 12 klem (2,04 m).
  • Stok Hoeveelheid verwerkte turf werd met een "stok" gemeten. Deze stok was 8 voet lang (ca. 2,64 m). Een dagwerk was 50 stok.

Eigenschappen van droge turf[bewerken | brontekst bewerken]

  • Verbrandingswaarde voor droge turf: 16,2 MJ/kg
  • Massadichtheid voor droge turf: 270 kg/m³

Externe bron[bewerken | brontekst bewerken]

  • M.A.W. Gerding, 1995. Vier eeuwen turfwinning: De Verveningen in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel tussen 1550 en 1950. Wageningen:Landbouwuniversiteit. ISBN 90 6194 298 5.