Wolfklasse
Wolfklasse
| ||||
---|---|---|---|---|
Geschiedenis | ||||
In dienst gesteld | 1910-1913 | |||
Uit dienst gesteld | 1922-1934 | |||
Algemene kenmerken | ||||
Waterverplaatsing | 510 ton | |||
Afmetingen | 70,5 x 6,6 x 2,8 m | |||
Bemanning | 64 koppen | |||
Techniek en uitrusting | ||||
Machinevermogen | 8.000 pk | |||
Snelheid | 20 knopen | |||
Bewapening | 4 x 75 mm kanon 4 x mitrailleur 2 x 45cm torpedokanon | |||
|
De Wolfklasse was een serie van acht torpedobootjagers die in de periode 1910 tot 1913 voor de Koninklijke Marine werden gebouwd voor dienst in Nederlands-Indië. Het waren de eerste Nederlandse torpedobootjagers gebouwd naar een Brits ontwerp. Hoewel deze serie officieel te boek stond als Wolfklasse worden ze vaak aangeduid met Roofdierklasse.[1]
De eenheden werden eind jaren twintig van de twintigste eeuw vervangen door de torpedobootjagers van de Admiralenklasse.
Schepen[bewerken | brontekst bewerken]
- Hr. Ms. Wolf (1910-1924)
- Hr. Ms. Fret (1910-1922)
- Hr. Ms. Bulhond (1911-1927)
- Hr. Ms. Jakhals (1912-1928)
- Hr. Ms. Hermelijn (1913-1925)
- Hr. Ms. Lynx (1912-1928)
- Hr. Ms. Vos (1913-1928)
- Hr. Ms. Panter (1913-1934)
De eerste zes eenheden werden gebouwd bij scheepswerf De Schelde in Vlissingen, de laatste twee bij de maatschappij Fijenoord in Rotterdam.
Details[bewerken | brontekst bewerken]
Opmerkelijk is dat deze kleine schepen na 1920 met een A-frame zijn uitgerust op het achterschip om een vliegtuig aan boord te kunnen hijsen met het oog op lange patrouilles in Nederlands-Indië.
Bronnen, noten en/of referenties |