Black River (rivier in Newfoundland en Labrador)
Black River | ||||
---|---|---|---|---|
Lengte | 17 km | |||
Hoogte (bron) | ca. 200 m | |||
Hoogte (monding) | 0 m | |||
Verhang | ca. 11,8 m/km | |||
Stroomgebied | 220 km² | |||
Bron | Black River Pond 47° 60′ NB, 54° 8′ WL | |||
Monding | Placentia Bay 47° 53′ NB, 54° 10′ WL | |||
Zijrivieren | Darby Creek | |||
Plaatsen | Black River | |||
Stroomt door | Newfoundland (Canada) | |||
|
De Black River is een rivier in de Canadese provincie Newfoundland en Labrador. De rivier is 17 km lang en bevindt zich in het zuiden van het eiland Newfoundland.[1]
Verloop[bewerken | brontekst bewerken]
De rivier begint als uitstroom van de Black River Pond, een groot meer in het zuiden van Newfoundland, op een hoogte van bijna 200 m.[2] De Black River verlaat dat meer in het uiterste zuiden en stroomt over haar volledige loop voornamelijk in zuidwestelijke richting.[2] Daarbij gaat hij ook doorheen een aantal naamloze meertjes. Na zo'n 17 km mondt de Black River uiteindelijk uit in het noordoostelijke uiteinde van de Placentia Bay.[2]
Vijf kilometer voor de monding bevindt zich een 18 m hoge waterval.[2] Iets minder dan een kilometer voor de monding stroomt de rivier onderdoor provinciale route 210.[2]
Vlak bij de monding liggen de plaatsen Swift Current en Black River,[2] respectievelijk aan de rechter- en linkeroever.
Hydrografie[bewerken | brontekst bewerken]
De Black River heeft een stroomgebied van 220 km².[2] De diepte van de rivier varieert van 30 tot 90 cm.[2] De zijrivieren en -beken hebben een totale lengte van 37 km, met daarenboven nog 27,2 lineaire kilometers aan staand water (meren).[2] De belangrijkste zijrivier is de Darby Creek, die vlak voor de monding in de Black River uitmondt.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Aan de monding van de Black River bevond zich de eerste houtpulpfabriek van de Kolonie Newfoundland.[2] Deze in 1897 geopende fabriek werkte op basis van waterkracht, die voorzien werd door een stuwdam, en kon 20 ton houtpulp per jaar produceren.[2][3] Onder andere door de wispelturige waterstanden en operationele kosten werd er niet verder in geïnvesteerd en sloot de fabriek reeds in 1903.[3]
De site kwam na de sluiting geleidelijk aan in verval. De dam werd in 1946 grotendeels afgebroken, waardoor Atlantische zalmen opnieuw hun paaitrek konden maken.[2] Aan de oevers van de rivier bevinden zich in de 21e eeuw nog steeds ruïnes van de fabriek, de bijhorende gebouwen en de dam.[3]
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|