DAF 2800/3300/3600
DAF 2800/3300/3600, ook gekend als de DAF F241-serie is de naam van een cabine die werd gebruikt op een serie zware vrachtwagens die door de Nederlandse fabrikant DAF van 1973 tot 1994 werden geproduceerd. De cabine was een bredere ontwikkeling van de DAF F218.
DAF DKS 2800 met 11.6 liter Dieselmotor (bouwjaar 1979)[bewerken | brontekst bewerken]
Deze dieselmotor is uitgevoerd met turbo en inlaatluchtkoeling met 320 pk.
Max. treingewicht: 56 ton
Voor de 2800 serie werd de bestaande kantelcabine tot 241 cm verbreed en hoger geplaatst zodat de motor weinig ruimte innam in het interieur. Kenmerkend voor de cabine was de grote voorruit met drie wissers. Met de DKS motor kon DAF voldoen aan een vermogen van 7 pk/ton.
Als eerste fabrikant van bedrijfswagenmotoren paste DAF in 1973 de combinatie van drukvulling (turbocharger) en inlaatluchtkoeling (intercooler) toe. Een techniek die tegenwoordig door iedere fabrikant wordt toegepast. Door de intercooler wordt de inlaatlucht afgekoeld om meer massa aan lucht in de cilinders te kunnen persen. Hierdoor kan men ook meer brandstof inspuiten en dus meer vermogen opwekken bij een lager specifiek gebruik.
Een ander voorbeeld (bouwjaar 1984):
DAF FT 3300 DKX[bewerken | brontekst bewerken]
De 3300 DKX was gebouwd voor een groter laadvermogen, hoge gemiddelde snelheid en grote trekkracht. Standaard was VISAR, een elektronisch apparaat voor verbruiksinformatie en schakeladvies. De ‘Space cab’ (zie onderste foto) zette nieuwe maatstaven voor binnenruimte in cabines. De chauffeur had ruime stahoogte om zich staande te kunnen omkleden.
Vanaf 1984 tot 1994 legde een bepaald exemplaar op ritten naar Italië 1.000.000 kilometer af. Van 1994 tot 2007 volgden nog eens ruim 1.000.000 kilometers op binnenlandse ritten. De eerste vaste chauffeur van dit exemplaar (Wiebren wind) bracht deze truck in 2009 naar het DAF museum.
