De FIS Team Tour bestaat uit vijf wedstrijden: drie individuele en twee teamwedstrijden. Alle punten die een land haalt in een teamwedstrijd tellen voor het klassement. Daarbij worden uit de individuele wedstrijden de punten van de beste twee schansspringers per land opgeteld om het eindklassement te berekenen.
Voor het eerst worden in de wereldbeker ook de zogenaamde wind/gate-factoren[1][2] gebruikt. Daarbij krijgen atleten meer of minder punten naargelang de startgate of de windomstandigheden. Deze formule werd al bij de Grand Prix schansspringen uitgestest en moet voor een eerlijker wedstrijdverloop zorgen.
In onderstaande uitslag is de top tien van de wedstrijd opgenomen omdat het om een wedstrijd gaat die ook meetelt voor de individuele wereldbeker, daarenboven zijn ook per land dat in de teamwedstrijd van gisteren tot de top acht behoorde de twee atleten opgenomen van wie de punten meetellen voor het klassement van de FIS Team Tour.
In onderstaande uitslag is de top tien van de wedstrijd opgenomen omdat het om een wedstrijd gaat die ook meetelt voor de individuele wereldbeker, daarenboven zijn ook per land dat in de teamwedstrijd van gisteren tot de top acht behoorde de twee atleten opgenomen van wie de punten meetellen voor het klassement van de FIS Team Tour.
In onderstaande uitslag is de top tien van de wedstrijd opgenomen omdat het om een wedstrijd gaat die ook meetelt voor de individuele wereldbeker, daarenboven zijn ook per land dat in de teamwedstrijd van gisteren tot de top acht behoorde de twee atleten opgenomen van wie de punten meetellen voor het klassement van de FIS Team Tour. Polen, dat na drie wedstrijden zevende stond in dat klassement trad met slechts één atleet aan in de voorlaatste wedstrijd: Grzegorz Miętus.