Colombia is een nog weinig toeristisch, voor het grootste gedeelte veilig, kleurrijk, divers en economisch sterk groeiend land dat naast vele vooroordelen een aantal karakteristieke onderwerpen kent, hierboven in het menu weergegeven. Elke maand wordt van elk onderwerp een artikel (hieronder) en een foto (rechtsboven) uitgelicht:
De berg wordt bedekt door een gletsjer die ongeveer 2,3 km2 in omvang is en een geschat volume ijs van 69 miljoen m2 bevat. De meest populaire beklimming vindt plaats vanuit de stad Ibagué. De steile top van de Tolima contrasteert met de vlakkere iets meer naar het noorden gelegen Nevado del Ruiz. Verondersteld wordt dat de andesitisch-dacitische vulkaan zich in de laatste 40.000 jaar (Pleistoceen) gevormd heeft. De top bestaat uit holocenelavakoepels, omringd door bloklava en pyroclastische afzettingen. De laatste grootste uitbarsting vond vermoedelijk zo'n 3600 jaar geleden plaats. In de 19e en 20e eeuw zijn enkele kleinere uitbarstingen waargenomen.
In het gebied waar de vulkaan zich bevindt, worden thermale bronnen aangetroffen. De temperaturen van deze warme baden schommelen tussen de 52 °C (Don Camilo) en 24 °C (Aquilino).
De lulo is de vrucht van Solanum quitoense, een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). De rijkvertakte plant bloeit vier tot vijf maanden na het zaaien. De bloemen zijn circa 3 cm breed en staan op korte stelen in trossen van één tot tien stuks. De kelk is viltig-violet en de vijf lancetvormige, crèmewitte of geliggroene kroonbladeren zijn aan de onderkant violet behaard.
De vrucht is een dik gesteelde tot 6,5 cm grote bes, waaraan de grote, bekervormige, vijfslippige, viltig behaarde kelk kan blijven zitten.
Uit de lulo kan groen sap worden geperst. Dit wordt onder andere in Colombia, Ecuador (waar de vrucht naranjilla heet) en Peru geproduceerd. Het sap is niet lang houdbaar, want na contact met de lucht verkleurt het snel naar bruin. De verkleuring kan vertraagd worden door toevoeging van limoensap. De vrucht kan ook als handfruit dienen en tot vruchtenwijn ("vino de naranjilla"), marmelade, ijs, jam, gelei en siroop worden verwerkt.
Tranquilandia was de naam van een groot illegaal cocaïnecomplex dat hoorde bij het Medellínkartel. Het was gelegen in de jungle van Caquetá, Colombia. Tranquilandia bestond uit 19 laboratoria die voorzien waren van water en elektriciteit. Er waren wegen aangelegd tussen de laboratoria en de 8 landingsbanen, omdat het zo'n groot complex was. Hier vertrokken dagelijks honderden kilo's cocaïne naar bijna alle delen van de wereld door middel van vliegtuigen en helikopters.
Na enige tijd werd kwam de overheid er achter dat de vaten met ether die werden gebruikt bij het maken van de cocaïne door Francisco Javier Torres gekocht werden in Phillipsburg (New Jersey). Hij was een vaste leverancier van het Medellínkartel. De DEA gebruikte opsporingsmiddelen op de vaten ether om zo er achter te komen waar Tranquilandia lag.
Op 4 maart1984 bestormden eenheden van de Colombiaanse Nationale Politie met de steun van de DEA het complex. De DEA besloot het complex samen met 14 ton cocaïne ter waarde van $ 1,2 miljard te vernietigen.
La-33 is een Colombiaansesalsagroep uit Bogota, opgericht in 2002 door de broers Sergio en Santiago Mejía. De naam is afgeleid van de calle 33, een straat in de wijk Teusaquillo. De broers, die meer van rockers dan van salsa-artiesten weg hadden, begonnen in die straat te repeteren in een kerk. Al snel vormde zich een bont orkest van verschillende muzikanten, bestaande uit Sergio Mejía (regisseur en bas), Santiago Mejía (piano), Miguel Guerra (conga's), Juan David Fernández "Palo" (timbaal), Diego Sánchez (bongo's), Vladimir Romero (trombone), José Miguel Vega (idem), Juan Felipe Cárdenas (tenorsaxofoon), Roland Nieto (trompet), Guillermo Celis (zang), David Cantillo "Malpelo" (idem), Pablo Martinez (idem), Javier Galavis (geluidstechnicus) en Ray Fuquen (producer). De eerste optredens waren in de bars van Bogota, Medellín, Cali, Quito, Spanje en Berlijn. La-33 verkreeg al snel bekendheid en speelde op festivals samen met artiesten als Willy Colón, Los Van Van, Chucho Valdez.
La Pantera Mambo is het bekendste nummer van de band. Het is een bewerking van het beroemde The Pink Panther van Henry Mancini. De band vermengt gerelateerde muziekstijlen als rock, jazz en pop met salsa. Tegenwoordig wordt de voor salsa jonge groep als een van de beste van Colombia beschouwd.
Bolo criollo is een Colombiaanskegelspel. Met behulp van een bal van klei, overigens geen gegraveerdeminoïsche zoals hiernaast weergegeven, tracht men 3 houten palen om te gooien. De palen staan verticaal opgesteld op een afstand van ongeveer 50 meter van de werper. De werpers krijgen punten per worp voor het al dan niet omgooien van de palen (0, 1, 2 of 3). De ondergrond van het speelveld bestaat uit grind of zand.
Het spel wordt gespeeld door groepen Colombianen meestal onder het genot van veel bier en aguardiente en vallenatomuziek. Het spel is met name populair in Santander en wordt gespeeld op plekken waar ook tejo gespeeld wordt, een ander Colombiaans spel waarbij schijfjes op explosiefjes gegooid worden.
Tunja is een stad in Colombia. Het is de hoofdstad van het departementBoyacá. In 2012 had de stad 177.974 inwoners. Op 6 augustus1539, een jaar na de stichting van de 130 kilometer zuidwestelijker gelegen hoofdstad Bogota. Tunja is gebouwd op de resten van een Muisca-beschaving; in de buurt van Tunja werd de laatste caciqueQuemuenchatocha gevangen genomen. De oudste tekenen van bewoning binnen de stadsgrenzen dateren van ongeveer 150 v. Chr.. De SpaanseconquistadorGonzalo Suárez Rendón noemde de stad Tunja, afgeleid van Hunza (of Junza of Tchunza), de eerdere naam gegeven door de Muisca.
De Zoutkathedraal (Spaans: Catedral de Sal de Zipaquirá) is een kerk die ingericht is in een zoutmijn. De zoutkathedraal heeft geen bisschop en is daarom officieel geen kathedraal, maar wordt wel zo genoemd. Het in 1995 geopende complex is te vinden in de buurt van de Colombiaanse stad Zipaquirá. Het is onderdeel van een park, El Parque de la Sal genaamd, waar ook een museum gevestigd is.
Wie de mijn binnengaat, passeert eerst 14 kapellen die de kruisweg van Jezus Christus weergeven. Uiteindelijk komt men bij een tempel die weer is opgesplitst in drie delen waarin de geboorte, het leven en de dood van Jezus worden uitgebeeld.
De zoutmijn was al in gebruik door de Muisca-indianen, nog voordat de Spanjaarden naar Zuid-Amerika kwamen.