Couperus was de jongste van elf kinderen. Zijn ouders woonden op de Mauritskade 11 (nu 43), naast de Oranjekazerne. Louis Marie Anne Couperus werd genoemd naar zijn drie zusjes die vóór zijn geboorte gestorven waren. In 1872 vertrok hij met zijn ouders naar Batavia, waar zij woonden op het Landgoed Tjicoppo in Buitenzorg. Hij bracht daar zijn jeugdjaren door. In 1878 keerden zij naar Nederland terug. Ze gingen wonen aan de Nassaukade 4 (later gedempt, en omgedoopt tot Nassauplein). In 1881 begon hij de studie voor de akte M.O. Nederlands, waarvoor hij in 1886 slaagde. In 1884 verhuisden zij naar Surinamestraat 20, waar hij in 1886 Orchideeën schreef.
Via Appia is een reisbrief van Louis Couperus die voor het eerst in 1972 als zelfstandige boekuitgave verscheen. Couperus (1863-1923) reisde met zijn vrouw Elisabeth Couperus-Baud vanaf juli 1893 naar het Zuiden van Europa. Hij bezocht Italië en Griekenland en beschreef zijn ervaringen in enkele Reis-impressies die tussen februari en mei 1894 verschenen in De Gids. Via Appia, over de bekende oude Romeinse weg Via Appia, verscheen in het maartnummer van 1894. De bijdrage is gedateerd: Jan. 1894. In december 1893 stelde Couperus aan zijn uitgever L.J. Veen voor de reisbrieven te bundelen. Veen ging akkoord en de bundel werd in 1894 gepubliceerd. In 1897 volgde al een, met één reisbrief aangevulde herdruk.
Februari - Reis naar Nederlands-Indië, alwaar hij in juni enige tijd verblijft te Tegal, bij zijn zwager resident Richard Valette en zijn vrouw (zuster van Couperus) Trudy. Na een verhuizing van Valette verblijft het gezelschap te Pasoeroean, waar Couperus begint aan zijn roman De stille kracht
Juli - Verblijf te Bagni di Lucca, waar Couperus Giulio Lodomez ontmoet, die hij later laat figureren in zijn romans. Hij brengt tevens een bezoek aan Ouida in Camaiore
Maart - Couperus gaat in De Steeg in het huis Het Sunneke wonen; dit huis werd betaald met geld dat door Salomon Frederik van Oss ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van Couperus was ingezameld