Resolutie 318 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Uiterlijk
Resolutie 318 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 28 juli 1972 | |
Nr. vergadering | 1655 | |
Code | S/RES/318 | |
Stemming | voor 14 onth. 1 tegen
0 | |
Onderwerp | Blank minderheidsregime in Zuid-Rhodesië | |
Beslissing | Riep alle landen op de sancties uit te voeren. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1972 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Het nationaal park Gonarezhou in het oosten van Zimbabwe.
|
Resolutie 318 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd aangenomen op 28 juli 1972. Op de onthouding van de Verenigde Staten na stemden alle leden voor de resolutie.
Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]
In 1965 riep een blanke minderheidsregering de onafhankelijkheid van Zuid-Rhodesië uit. De VN veroordeelde dit en stelde middels VN-Veiligheidsraadsresolutie 253 sancties in tegen het land waarvan de regering illegaal werd verklaard.
Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]
De Veiligheidsraad:
- Herinnert aan resolutie 314 waarin het in resolutie 253 opgerichte comité gevraagd werd manieren te zoeken om de sancties ten uitvoer te brengen.
- Heeft het speciale rapport van het comité overwogen.
- Denkt aan de noodzaak om de in gang gezette machine om de uitvoering van de resoluties te verzekeren te versterken.
- Herinnert verder dat de huidige sancties tegen Zuid-Rhodesië van kracht blijven tot de doelstellingen in resolutie 253 bereikt zijn.
- Is erg bezorgd omdat sommige landen zich niet aan resolutie 253 houden.
- Herbevestigt het recht van het Zuid-Rhodesische volk op zelfbeschikking en onafhankelijkheid.
- Erkent de legitimiteit van de strijd van het volk om deze rechten te verzekeren.
- Waardeert het speciaal rapport van het comité.
- Keurt de aanbevelingen en suggesties in sectie III goed.
- Roept alle landen die economische en andere relaties met Zuid-Rhodesië blijven onderhouden op om deze onmiddellijk te beëindigen.
- Eist dat alle lidstaten hun verplichtingen naleven en de resoluties 253, 277 en 314 uitvoeren.
- Veroordeelt alle daden die de resoluties 253, 277 en 314 schenden.
- Roept alle landen op mee te werken aan de instelling van de sancties.
- Wijst alle landen nogmaals op de nood om meer te doen om de resoluties 253, 277 en 314 uit te voeren.
- Vraagt de secretaris-generaal om het comité van al het nodige te voorzien.