E.J. de la Fuente (NPS) stapte in 1950 op waardoor er tussentijdse verkiezingen nodig waren. Daarbij lukte het William Emanuël Juglall (NPS) om de onafhankelijke kandidaat Sophie Monkou-Redmond te verslaan.
N.a.v. de Hospitaalkwestie zijn NPS en VHP gesplitst in voor- en tegenstanders van de zittende regering. 8 NPS'ers die de regering bleven steunen, traden uit de NPS. Twee moslim VHP-statenleden (Mohamed Radja en Jamaludin) die de regering niet steunden, stapten over naar de NPS.[2]
Gouvernements-Advertentieblad 1949, nr. 75 = 09.06.1949 [1] (procesverbalen van de hoofdstembureaus) en nr. 78 = 14.06.1949 [2] (idem, kieskringen VII Nickerie en IX Marowijne)
↑Karamat Ali kon aanvankelijk geen Statenlid worden omdat zijn zwager Jamaludin (VHP) gekozen was en daarbij meer stemmen had gekregen. Na aanpassing van de staatsregeling en een nieuwe verkiezing kon hij alsnog lid worden van de Staten van Suriname.
↑E. Dew, The Difficult Flowering of Surinam, p. 87-94