Vierschansentoernooi 2006

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Vierschansentoernooi van 2006 werd zoals gebruikelijk gehouden na de kerst en na de jaarwisseling in de traditionele locaties Oberstdorf (29 december), Garmisch-Partenkirchen (1 januari), Innsbruck (4 januari) en Bischofshofen (6 januari).

Alle wedstrijden tellen ook individueel mee voor de wereldbeker.

Oberstdorf[bewerken | brontekst bewerken]

In Oberstdorf wist de winnaar van 2005 Janne Ahonen de eerste wedstrijd op zijn naam te schrijven. Ondanks een wat minder voorseizoen, waarin hij anderen voor zich moest dulden, kwam hij tijdens het traditionele toernooi dat hij al drie keer eerder winnend wist af te sluiten al direct goed uit de startblokken. Zijn eerste sprong ging over een afstand van 130,5 meter. Zijn tweede sprong ging een halve meter minder ver, maar met een puntentotaal van 270,9 bleef hij de andere springers voor. De tweede plaats was weggelegd voor Roar Ljøkelsøy uit Noorwegen. Op de derde plaats eindigde de Tsjech Jakub Janda die in 2005 definitief doorbrak.

pos. springer land punten
1 Janne Ahonen Vlag van Finland Finland 270,9
2 Roar Ljøkelsøy Vlag van Noorwegen Noorwegen 268,4
3 Jakub Janda Vlag van Tsjechië Tsjechië 262,6
4 Takanobu Okabe Vlag van Japan Japan 260,8
5 Matti Hautamäki Vlag van Finland Finland 258,0
6 Andreas Widhölzl Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 248,1
7 Georg Späth Vlag van Duitsland Duitsland 245,3
8 Simon Ammann Vlag van Zwitserland Zwitserland 244,8
9 Michael Uhrmann Vlag van Duitsland Duitsland 244,4
10 Bjørn Einar Romøren Vlag van Noorwegen Noorwegen 243,8
11 Dmitri Vasiljev Vlag van Rusland Rusland 243,6
12 Alexander Herr Vlag van Duitsland Duitsland 238,7
13 Adam Małysz Vlag van Polen Polen 238,0
13 Noriaki Kasai Vlag van Japan Japan 238,0
15 Andreas Kofler Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 236,7

Garmisch-Partenkirchen[bewerken | brontekst bewerken]

Janne Ahonen wist op 1 januari 2006 zijn koppositie te verstevigen door in Garmisch-Partenkirchen tweede te worden achter de Tsjech Jakub Janda. Janda kwam in zijn eerste sprong tot 125 meter terwijl Ahonen op 122,5 meter bleef steken. In de tweede sprong reikte Ahonen echter verder en maakte hij het met 124 meter Janda nog lastig. Op zijn beurt kwam Janda niet verder dan 121,5 meter, waardoor beiden een totaalafstand van 246,5 meter hadden gesprongen. Uiteindelijk gaf de jurywaardering voor de techniek van Janda de doorslag, waardoor hij de Fin klopte. De derde plaats was ook voor een Fin, Matti Hautamäki kwam tot een totaalscore van 260,3 punten.

pos. springer land punten
1 Jakub Janda Vlag van Tsjechië Tsjechië 264,7
2 Janne Ahonen Vlag van Finland Finland 262,2
3 Matti Hautamäki Vlag van Finland Finland 260,3
4 Andreas Küttel Vlag van Zwitserland Zwitserland 259,8
5 Roar Ljøkelsøy Vlag van Noorwegen Noorwegen 249,8
6 Andreas Kofler Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 248,9
7 Michael Uhrmann Vlag van Duitsland Duitsland 246,6
8 Simon Ammann Vlag van Zwitserland Zwitserland 242,9
9 Georg Späth Vlag van Duitsland Duitsland 240,8
10 Takanobu Okabe Vlag van Japan Japan 238,6
11 Martin Koch Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 237,4
12 Noriaki Kasai Vlag van Japan Japan 236,3
13 Rok Benkovic Vlag van Slovenië Slovenië 235,0
14 Dmitri Vasiljev Vlag van Rusland Rusland 233,2
15 Alexander Herr Vlag van Duitsland Duitsland 231,8

Innsbruck[bewerken | brontekst bewerken]

Lars Bystøl was de verrassende winnaar van de derde wedstrijd die gehouden werd in Innsbruck. De Noor werd slechts 42e in de kwalificatieronde, maar steeg in de finaleronde boven zichzelf uit. Hij ontving 264,7 punten na sprongen van 127,0 en 129,5 meter. Jakub Janda sprong 123,5 en 133 meter en ontving daarvoor 263,2 punten, wat hem de tweede plaats opleverde. Tevens nam hij hiermee de leiding in het klassement over van Janne Ahonen. Na de eerste finalesprong ging Thomas Morgenstern met 130,0 meter aan de leiding. Zijn tweede sprong van 124,5 meter leverde hem echter niets op en hij viel zelfs van het podium. Die plaats was weggelegd voor Bjørn Einar Romøren.

pos. springer land punten
1 Lars Bystøl Vlag van Noorwegen Noorwegen 264,7
2 Jakub Janda Vlag van Tsjechië Tsjechië 263,2
3 Bjørn Einar Romøren Vlag van Noorwegen Noorwegen 258,1
4 Thomas Morgenstern Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 257,6
5 Roar Ljøkelsøy Vlag van Noorwegen Noorwegen 256,9
6 Janne Ahonen Vlag van Finland Finland 255,4
7 Andreas Küttel Vlag van Zwitserland Zwitserland 255,2
8 Takanobu Okabe Vlag van Japan Japan 253,8
9 Noriaki Kasai Vlag van Japan Japan 251,7
10 Rok Benkovic Vlag van Slovenië Slovenië 251,4
11 Andreas Kofler Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 251,3
12 Andreas Widhölzl Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 250,2
13 Georg Späth Vlag van Duitsland Duitsland 248,4
14 Sebastian Colloredo Vlag van Italië Italië 248,1
15 Matti Hautamäki Vlag van Finland Finland 247,1

Bischofshofen[bewerken | brontekst bewerken]

De laatste wedstrijd in Bischofshofen kende een ongemeen spannende en tevens historische slotfase. Jakub Janda die voor aanvang van de wedstrijd de leiding in handen had, leek de overwinning veilig te stellen door in de eerste sprong 141,0 meter te springen. Janne Ahonen, zijn directe concurrent sprong echter ook 141,0 meter, maar Janda kreeg een hogere jurywaardering, waardoor het leek dat de zege hem niet meer kon ontgaan. Alle spanning kwam terug toen in de tweede sprong Ahonen kwam tot een afstand van 141,5 meter. Janda had nu 143,8 punten nodig om zijn eerste titel binnen te halen. Zijn sprong eindigde op 139,0 meter en alles hing af van de jurywaardering. De jury zou hem uiteindelijk 143,7 punten geven waardoor Ahonen de dagwinst pakte met exact twee punten verschil met Janda. De voorsprong voor aanvang van de wedstrijd van Janda was eveneens exact twee punten, waardoor voor het eerst in de geschiedenis de zege werd gedeeld.

pos. springer land punten
1 Janne Ahonen Vlag van Finland Finland 293,0
2 Jakub Janda Vlag van Tsjechië Tsjechië 291,0
3 Roar Ljøkelsøy Vlag van Noorwegen Noorwegen 282,0
4 Andreas Küttel Vlag van Zwitserland Zwitserland 277,7
5 Bjørn Einar Romøren Vlag van Noorwegen Noorwegen 265,8
6 Takanobu Okabe Vlag van Japan Japan 264,6
7 Alexander Herr Vlag van Duitsland Duitsland 262,0
8 Thomas Morgenstern Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 257,6
9 Andreas Widhölzl Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 256,6
10 Andreas Kofler Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 255,9
11 Noriaki Kasai Vlag van Japan Japan 255,5
12 Michael Uhrmann Vlag van Duitsland Duitsland 254,4
13 Sebastian Colloredo Vlag van Italië Italië 253,5
- Rok Benkovic Vlag van Slovenië Slovenië 253,5
15 Matti Hautamäki Vlag van Finland Finland 252,6
- Janne Happonen Vlag van Finland Finland 252,6

Klassement[bewerken | brontekst bewerken]

pos. springer land punten
1 Jakub Janda Vlag van Tsjechië Tsjechië 1081,5
1 Janne Ahonen Vlag van Finland Finland 1081,5
3 Roar Ljøkelsøy Vlag van Noorwegen Noorwegen 1057,1
4 Andreas Küttel Vlag van Zwitserland Zwitserland 1022,9
5 Matti Hautamäki Vlag van Finland Finland 1018,0
6 Takanobu Okabe Vlag van Japan Japan 1017,8
7 Bjørn Einar Romøren Vlag van Noorwegen Noorwegen 997,9
8 Andreas Kofler Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 992,8
9 Noriaki Kasai Vlag van Japan Japan 981,5
10 Georg Späth Vlag van Duitsland Duitsland 976,7
11 Michael Uhrmann Vlag van Duitsland Duitsland 975,0
12 Rok Benkovic Vlag van Slovenië Slovenië 971,0
13 Simon Ammann Vlag van Zwitserland Zwitserland 964,3
14 Dmitri Vasiljev Vlag van Rusland Rusland 952,9
15 Sebastian Colloredo Vlag van Italië Italië 932,5