Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaars meervoud

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van PAvdK/Kladblok.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak


P.A. van der Knaap (overleg) (Navigatie)

Goeiemiddag. Het is vandaag 27-05-2024

Hongaars meervoud[bewerken | brontekst bewerken]

Hongaarse meervouden worden vooral gebruikt bij naamwoorden, zoals zelfstandige naamwoorden, zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, persoonlijke en aanwijzende voornaamwoorden. Meervoudsuitgangen worden niet gebruikt na telwoorden.

Voor de meervoudsvorming worden uitgangen met een instabiele beginklinker gebruikt, waarvan de te gebruiken vorm vooral afhangt van de regels van de klinkerharmonie. De te gebruiken meervoudsuitgang mede ervan af of het woord eindigt op een klinker, en of de woordstam verlagend is.

Naamwoorden met een bezitsuitgang krijgen weer andere uitgangen.[1][2]

Naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de vorming van het meervoud van zelfstandige naamwoorden worden gewoonlijk de drie harmoniserende meervoudssuffixen -ok/-ek/-ök gebruikt, waarvan de keuze wordt bepaald door de klinkerharmonie.

Voorbeeld: pad padok = "(zit)banken"
Voorbeeld: szék székek = "stoelen"
Voorbeeld: bőrönd bőröndök = "koffers"

Van deze regels wordt afgeweken in verschillende gevallen:

  • als de stam eindigt op een klinker,
  • na een verlagende stam,
  • naamwoorden met een bezitsuitgang hebben aangepaste bezitsuitgangen voor het meervoudig bezit.
Meervouden en onveranderlijke, verlagende of
alternerende stammen van naamwoorden
Stammen van
naamwoorden,
telwoorden
Voorbeelden →

Enkelvoud
Meervoud
-ok/-ek/-ök ,
-ak/-ek ,
-k 
Stam met eindklinker -a/-e
(standaard) verlengd tot -á-/-é- [3]
kutya = hond kutyák
lecke = les leckék
Stam
onveranderlijk
[4]
Eindklinker, niet verlengd
(standaard)
(niet -a/-e)
holló = raaf hollók
kocsi = wagen kocsik
fésű = kam fésűk
Uitgangen regelmatig
(standaard)
nap = dag, zon napok
kert = tuin kertek
öt = 5, vijf ötök
bőrönd = koffer bőröndök
Stam verlagend
[5]
fal = muur falak
fej = hoofd fejek
szög = spijker, hoek szögek
Bijvoeglijke
naamwoorden
bijna alle verlagend
piros = rood pirosak
fehér = wit fehérek
zöld = groen zöldek
Stam
alternerend
(veranderlijk)
[6]
Stam klinker-
verliezend
[7]
(stam niet-
verlagend)
dolog = ding dolgok
eper = aardbei eprek
köröm = nagel körmök
stam
verlagend
bátor = dappere bátrak
három = 3, drie harmak
birodalom = rijk birodalmak
érzelem = gevoel, emotie érzelmek
letter-
omwisseling
pehely = vlok pelyhek
teher = gewicht terhek
Stam klinkerverkortend
en verlagend [8]
madár = vogel madarak
egér = muis egerek
tűz = vuur tüzek
v-stam,
verlagend
v-toevoegend,
eindklinker-
verkortend
[9]
ló = paard lovak
cső = goot, buis csövek
fű = gras füvek
v-toevoegend,
ontrondend
[10]
hó = sneeuw -
tó = meer tavak
eindklinker
in v
veranderend
[11]
daru = kraan, kraanvogel darvak
falu = dorp falvak  (faluk
tetű = luis tetvek

Invloed van meervoud op verdere uitgangen[bewerken | brontekst bewerken]

De meervoudsuitgang zelf kan weer invloed hebben op de hierop volgende uitgang. Bij naamwoorden met een meervoudsuitgang treedt er bij er op volgende de uitgangen voor de accusatief (4de naamval) ontronding van de beginklinker op: de uitgangen worden van -ot/-et/öt verlaagd naar -at/-et

Voorbeeld: barátok = "vriend" barátokat (4de naamval)
Voorbeeld: bőröndök = "koffer" bőröndöket (4de naamval)

Stam eindigt op een klinker[bewerken | brontekst bewerken]

Als de stam eindigt op een klinker (maar niet eindigt op -a of -e) vervalt de beginklinker van de meervoudsuitgang: -ok/-ek/-ök-k.

Voorbeeld: kocsi = "auto" → kocsik
Voorbeeld: hajó = "schip" → hajók

In het geval dat de stam eindigt op -a of -e wordt deze eindklinker verlengd tot -á- of -é- voor de meervouds-k (en vervalt de beginklinker van de meervoudsuitgang).

Voorbeeld: alma = "appel" → almák
Voorbeeld: lecke = "les" → leckék

Verlagende stammen[bewerken | brontekst bewerken]

Na een verlagende stam worden de twee harmoniserende meervoudssuffixen -ak/-ek gebruikt met "ontronde" klinkers.

De zelfstandige naamwoorden met een verlagende stam moeten worden opgezocht in het woordenboek. Bij het meervoud is het niet altijd zichtbaar dat het om een verlagende stam gaat, bijvoorbeeld als de bepalende klinker in de stam een "e" is wordt de meervoudsuitgang "ek". Woorden met onregelmatige meervoudsvormen zijn veelal verlagend.

Voorbeeld: fog = "tand" fogak
Voorbeeld: fül = "oor" fülek

Soms wijzigt ook de stam in de meervoudsvorm.

Voorbeeld: = "gras" füvek
Voorbeeld: madár = "vogel" madarak

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden zijn alle verlagend.

Voorbeeld: piros = "rood" A pirosak } = "De rode" (meervoud)
Voorbeeld: vörös = "rood" A vörösek
Uitzondering: nagy = "groot" A naygyok = "De grote" (meervoud)

Meervoudig bezit[bewerken | brontekst bewerken]

Bij meervoudig bezit zijn er steeds slechts 2-harmonische vormen voor de uitgangen.

Het meervoud van een stam met een bezitsuitgang, gaat uit van de bezitsuitgang voor de 3de persoon. Als de stam eindigt op een medeklinker, wordt een persoonsvorm er achter geplaatst, beginnende met een -i, zoals: -im, -id, -i, -ink, -itek, -ik.

Voorbeeld: napja = "zijn dag" napjaink = "onze dagen"  
Voorbeeld: vöröse = "zijn rode" (enkelvoud) vöröseitek = "jullie rode" (meervoud)
Bezitsuitgangen bij meervoudig bezit,
met de stam eindigend op een medeklinker
bez.
v.n.w.
achter-
klinkers
voor-
klinkers
voorbeelden:
tanár
leraar
kés
mes
kör
kring, cirkel
mijn -aim -eim tanáraim késeim köreim
jouw -aid -eid tanáraid késeid köreid
zijn -ai/-jai -ei/-jei tanárai kései körei
onze -aink -eink tanáraink késeink köreink
jullie -aitok -eitek tanáraitok késeitek köreitek
hun -aik/-jaik -eik/-jeik tanáraik késeik köreik

Als de stam eindigt op een klinker, kan de uitgang voor meervoudig bezit een extra tussengevoegde -j- krijgen.

Bezitsuitgangen bij meervoudig bezit,
met de stam eindigend op een klinker
bez.
v.n.w.
achter-
klinkers
voor-
klinkers
voorbeelden:
kocsi
auto
lecke AE
les
fésű
kam
mijn -im/-jaim -im/-jeim kocsijaim leckéim fésűim
jouw -id/-jaid -id/-jeid kocsijaid leckéid fésűid
zijn -i/-jai -i/-jei kocsijai leckéi fésűi
onze -ink/-jaink -ink/-jeink kocsijaink leckéink fésűink
jullie -itok/-jaitok -itek/-jeitek kocsijaitok leckéitek fésűitek
hun -ik/-jaik -ik/-jeik kocsijaik leckéik fésűik
AE -a/-e aan einde van een stam wordt verlengd tot -á/-é voor een uitgang.

Het gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Na een telwoord, ook na onbepaalde telwoorden (twee, 1000, veel, minder) wordt geen meervoudsvorm gebruikt, maar volgt er altijd enkelvoud.

Voorbeeld: Két ház = "Twee huizen " (letterlijk: "twee huis")
Voorbeeld: Sok ház = "Veel huizen" (letterlijk: "veel huis")

Gepaarde lichaamsdelen worden gewoonlijk in het enkelvoud benoemd.

Voorbeeld: kék szeme van = "zij/hij heeft blauwe ogen" (letterlijk: "hij/zij heeft blauw oog")
Voorbeeld: fáj a lábam = "mijn voeten/benen doen zeer" (letterlijk: "mijn voet/been doet zeer")

Bij een opsomming geldt in de derde persoon dat indien alle afzonderlijke delen van de opsomming enkelvoudig zijn, er sprake is van enkelvoud.

Voorbeelden: Sanyi, Kriszti és a tanárnő ebédel. = "Lex, Tina en de lerares lunchen" met ebédel = "lunchen" de vorm voor de derde persoon enkelvoud, net als in een werkelijk enkelvoud als Sándor ebédel = "Alexander luncht".

Daarentegen is het ők ebédelnek = "zij lunchen" of Sándor, Krisztina és a tanárnők ebédelnek = "Sándor, Krisztina en de leraressen lunchen", waarbij het werkwoord in de derde persoon meervoud staat.

In andere personen is er bij een opsomming een meervoud zoals in het Nederlands.

Voorbeeld: Sándor és én ebédelünk = "Sándor en ik lunchen" (de persoonsvorm staat in de derde persoon meervoud)