Portaal:Twente

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


Welkom op het Portaal van Twente
bewerk 

Introductie



Twente is een landstreek in het oosten van Nederland, die het oostelijke deel van de provincie Overijssel omvat. De bewoners heten Twentenaren of (informeel) Tukkers. Twente omvat 14 gemeenten; de grootste steden zijn Enschede, Hengelo en Almelo.


bewerk 

project

bewerk 

Gewenste artikelen

Algemeen:
scholtenboeren, Twentse oorlog.
Almelo:
Sint-Catharinaklooster (Almelo), Sint-Stephanuskerk (Bornerbroek).
Borne:
Firma Spanjaard, Kulturhus Borne, Bornse synagoge, Herman Liedenbaum, Kloppershuuskes, Melbuul'ndagen, Maarten Vunderink, Gustav von Piekartz, Jan van den Toren.
Dinkelland:
Sint-Plechelmuskerk
Enschede:
Lasonderkerk, Hölterhof, Stokhorst (landhuis), Het Stroot.
Haaksbergen:
Hervormde kerk (Haaksbergen), Sint-Pancratiuskerk (Haaksbergen), Blankenborgh.
Hellendoorn:
Hervormde kerk (Daarle), Dorpskerk (Hellendoorn), De Eelerberg.
Hof van Twente:
Vreest Niet.
Hengelo:
Openbare scholengemeenschap Hengelo, Jan Dijk, Jacob Thompkins, Rudolph Visser, Constant Kooij, Jan Veurman, Cinema Hengelo.
Losser:
Martinustoren (Losser), Hervormde Kerk (Losser).
Oldenzaal:
Sint-Agnesklooster.
Rijssen-Holten:
Dorpskerk (Holten), Volkspark (Rijssen), Oosterhof (havezate).
Twenterand:
Peddemorsboerderij.
Wierden:
Het Hexel.

bewerk 

Uitgelicht

Plaquette met een tekst van Van Deinse uit 1932 aan de grens tussen Twente en Münsterland

Jacobus Joännes van Deinse (Enschede, 6 januari 1867 - aldaar, 24 februari 1947) wordt wel de primus inter pares genoemd onder de Twentse regionalisten van voor de Tweede Wereldoorlog vanwege zijn onderzoek en publicaties maar vooral vanwege de vele initiatieven die hij nam en functies die hij bekleedde in de wereld van de Enschedese en Twentse cultuur en geschiedenis.

Biografie

Van Deinse ('Ko' voor intimi) werd als leraar opgeleid, maar werd al jong chef bij de firma Gerhard Jannink & Zonen. Al zijn vrije tijd besteedde hij aan de studie van de geschiedenis en volkscultuur van Twente en van de Twentse taal. Met zijn vriend Mr. G.J. ter Kuile Sr. trok hij vaak naar het buitengebied om onderzoek te doen, opgravingen te verrichten en om naar verhalen van de boerenbevolking over vroeger te luisteren. Zijn vondsten kwamen onder meer terecht in de collectie van de Oudheidkamer Twenthe, die onder andere door hem en J.B. van Heek was opgericht in 1906. Van 1906 tot 1938 was hij voorzitter en daarna bestuurslid tot zijn dood. Op 17 juni 1930 werd hij vooral op voorspraak van Jan Herman van Heek benoemd tot conservator van het Rijksmuseum Twenthe, waarin ook de Oudheidkamer Twenthe werd ondergebracht. Van Deinse vormde de verbindende schakel tussen de Twentse fabrikanten, bestuurders en amateur-historici als C.J. Snuif, Cato Elderink en later Willem Dingeldein en Albert Meyling die hem vergezelden op zijn zwerftochten op zoek naar authentiek bronnenmateriaal.

Hij ontwierp de Twentse vlag, het Twentse wapen en schreef het Twents volkslied. Hij schreef het standaardwerk Uit het land van katoen en heide (1922), een bundeling van onder meer de artikelen die hij eerder publiceerde in het Dagblad Tubantia. De bundel werd een groot succes, waardoor er nog een herdruk kwam en een vervolg in 1939. De twee boeken werden ook in een verzamelde uitgave (1950, 1979) gepubliceerd.

Van Deinse is begraven op de Oosterbegraafplaats in Enschede. Op zijn graf ligt een veldkei met de regel "hij had Twente lief".

Familierelaties

J.J. van Deinse was de zoon van de (uit Zeeuws-Vlaanderen afkomstige) eerste directeur van de Twentsche Industrie- en Handelsschool (1864) Dr. Antonius Jacobus van Deinse en van Catharina Sara Dina van Dishoeck. Op 15 mei 1896 trouwde hij met Hendrika Bloemendaal.

bewerk 

Lijsten en overzichten

Subportalen van Nederland

Provincie: Friesland

Regio's: Heuvelland · Parkstad Limburg · Twente · Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

Steden: Amsterdam · Arnhem · Baarn · Breda · Den Haag · Gouda · Haarlem · 's-Hertogenbosch · Leiden · Maastricht · Nijmegen · Rotterdam · Súdwest-Fryslân · Utrecht · Valkenburg aan de Geul

bewerk 

Uit de geschiedenis

Negentiende eeuw

Na de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden werd een deel van de vroegere heerlijke rechten, zoals het jachtrecht, weer ingesteld. De bestuurlijke rol van de havezaten was echter definitief uitgespeeld. De feodale structuren keerden ook niet terug. Dit maakte het voor de bezitters van de havezaten eenvoudig hun goederen op te splitsen en te verkopen. Vele adellijke huizen werden vervolgens gesloopt.

Karmelietenklooster te Zenderen vanwaar in de 19e eeuw vele regionale onderwijsinstellingen opgericht werden.

De tweede helft van de negentiende eeuw was voor Twente een tijd van grote sociale en ruimtelijke veranderingen. Op het platteland werd het oude markensysteem ontbonden en werden de gemeenschappelijk bezeten markengronden onder de eigenaren van de marken verdeeld. Dit leidde vervolgens tot grootschalige ontginning van de woeste gronden en de stichting van vele kleine boerderijen. Nieuwe en verbeterde landbouwmethodes veranderden ook de bedrijfsvoering. Rond 1829 waren de vele oude domeingoederen al door de overheid verkocht. Vaak werden ze aangekocht door de oorspronkelijk horige bewoners. Deze vanaf dan eigenerfde boeren vormden vervolgens een sociale bovenlaag op het platteland, de zogenaamde scholtenboeren.

Ook begint rond 1850 de groei van enkele Twentse steden: in Almelo, Enschede, Hengelo en Nijverdal werden op grote schaal textielfabrieken opgericht die ervoor zorgden dat de bevolking daar toenam. Een uitzonderlijke groei kende Enschede: tussen 1866 en 1905 verzesvoudigde de bevolking van ruim 5000 naar meer dan 30.000.

Tot in de jaren 1830 werd er geweven met handweefgetouwen met de handmatige schietspoel. Thomas Ainsworth introduceerde de snelspoel, waarvoor in 1833 in Goor een weefschool werd opgericht. Hij stichtte Nijverdal en begon daar een textielfabriek. Na 1850 kwamen er steeds meer door stoommachines aangedreven fabrieken, die veel goedkopere producten fabriceerden dan de thuiswevers. In deze fabrieken maakten de arbeiders onder vaak erbarmelijke arbeidsomstandigheden lange werkdagen. Linnen- en bombazijnweverij maakten plaats voor de vervaardiging van katoenweefsels.

Het herstel van de rooms-katholieke bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1853 zorgde niet alleen voor een groei van het aantal parochies, maar bovendien voor een bouwgolf van kerkgebouwen, kloosters en scholen. De rooms-katholieke emancipatie was een aanleiding tot het ontstaan van de verzuiling.

Parochiekerk H. Egbertus te Almelo, gebouwd begin 20e eeuw.

In 1865 reed de eerste trein door Twente op de lijn Zutphen-Hengelo, die in de daarop volgende jaren werd uitgebreid tot Glanerbeek. In de jaren 1880 volgde de opening van verscheidene andere spoorlijnen. De komst van het spoor zorgde ervoor dat de drie plaatsen Almelo-Hengelo-Enschede een belangrijke economische as konden gaan vormen en de textielindustrie zich kon gaan ontwikkelen. In Hengelo liep naast een noord-zuidverbinding ook een spoorweg van west naar oost. Zo ontstond in Hengelo naast de textielindustrie bovendien een omvangrijke metaalindustrie, compleet met machinebouw en elektrotechniek. Belangrijke bedrijven in die tijd waren onder andere Stork, Hazemeyer (het huidige Eaton Holec), Heemaf en Hollandse Signaalapparaten (het huidige Thales).

bewerk 

Bezienswaardigheden in Twente

bewerk 

Navigatie